geld- en kapitaalmarkt De valutamarkten gaven in de loop van februari een rustig beeld te zien. De Amerikaanse dollar, die in het verleden zeer gevoelig bleek te zijn voor ongunstige ontwikkelingen in de wereld, vertoonde een zeer sta biel verloop. Ondanks de voortdurende onzekere situatie in Iran, de verhoging van de olieprijzen door enkele landen en de grensoorlog tussen China en Vietnam bleef de koers van de dollar op de Amsterdamse wisselmarkt, gedu rende de gehele maand februari, rond de f 2,- zweven. Ook de Europese valuta's vertoonden een stabiel koersverloop. Het feit dat de onderhandelingen over het EMS nog steeds niet zijn afgerond, bracht daar geen verandering in. Een zelfde rust als die welke op de valutamarkten te zien was, heerste gedurende het grootste deel van de maand februari op de geldmarkt. De verruimende inter venties van De Nederlandsche Bank maakten het mo gelijk dat in de loop van de maand de rente iets verder daalde. Het maandgemiddelde van de rente voor 3- maands interbancaire deposito's daalde van 8,80 tot 7,51 De bemoeienis van De Nederlandsche Bank met de geldmarkt bestond gedurende de eerste helft van de maand met name uit contante deviezenaankopen. Hiermee werden deviezen teruggekocht, die De Neder landsche Bank bij de valutacrisis van september-okto- ber 1978 in de strijd had geworpen om de koers van de gulden te steunen. Inmiddels is het grootste deel hier van in de loop van januari en februari teruggekocht. Dat betekent dat de verkrapping van de geldmarkt als gevolg van deze koerssteun inmiddels grotendeels on gedaan is gemaakt. Niettemin blijft De Nederlandsche Bank de geldmarkt, die nog steeds forse tekorten ver toont, te hulp komen. Dit doet zij met behulp van spe ciale beleningen en door het verlengen van de tijdelijke verruiming van de contingenten. Aan het eind van februari bedroeg de bijstand door middel van speciale beleningen f 1 177 miljoen. Voor deze extra kredietfaciliteiten bij De Nederlandsche Bank moesten de banken een rente van 7,5 betalen. Bij het ingaan van de huidige contingenteringsperiode, welke loopt van 22 februari tot en met 16 mei, werd bepaald dat de tijdelijke verhoging van de contingen ten, welke in november was ingevoerd, voorlopig wordt gehandhaafd. Door deze verhoging met 50 komt het beroep dat het totale bankwezen gemiddeld per dag - tegen de voorschotrente (momenteel 7 op De Nederlandsche Bank mag doen op f2,3 miljard. De Nederlandsche Bank heeft te kennen gegeven dat, in tegenstelling tot de vorige contingenteringsperiode, overschrijding van het contingent met minder dan 331/3 voor haar nu wel aanleiding zal zijn om aanwij zingen te geven omtrent het terugbrengen van het be roep. Het door De Nederlandsche Bank constant steunen van de geldmarkt, waardoor de tarieven nog enigszins verder zouden kunnen dalen werd in de laatste week van de maand doorkruist door de opwaartse druk die er op de rente uitging van de ontwikkelingen op de ka pitaalmarkt. De sinds het begin van dit jaar sterk gedaalde geld markttarieven hebben het voor de banken mogelijk ge maakt om de zogenaamde opslagrente verder te verla gen. Deze opslag, die aan het begin van het jaar nog 3 bedroeg, werd in de loop van februari in twee stappen verlaagd tot 1 Hierdoor komt de rente die momenteel voor bankkrediet moet worden betaald op 7,5 (promessedisconto) 1,5 a 2 1 10 a 10,5%. De opslagrentes waren in de tweede helft van het vo rige jaar ingevoerd om de banken, wier rentabiliteit als gevolg van de relatief hoge geldmarktrente onder druk kwam, enigszins tegemoet te komen. Een verdere da ling van de tarieven op de geldmarkt, zelfs tot onder het promessedisconto, houdt in dat, onvoorziene om standigheden daargelaten, de opslagen hun langste tijd hebben gehad. De kapitaalmarkt gaf gedurende de maand februari, evenals in januari, een vrij onevenwichtig beeld te zien. De rente die eind januari onder invloed van berichten over het tekort op de lopende rekening van de beta lingsbalans van f2,5 a f 3 miljard, fors was opgelopen, liep in het begin van februari weer enigszins terug. Deze dalende tendens werd doorbroken door nieuwe mededelingen over een nog groter betalingsbalanste kort: f 3,5 miljard. Dit gevoegd bij de bereidheid van de lagere overheid om op de onderhandse kapitaalmarkt zeer hoge tarieven te betalen, bracht de rente in de tweede helft van februari weer onder een sterke op waartse druk. Hierdoor kwamen de tarieven eind fe bruari op een niveau dat een Vi punt hoger lag dan de rentestand van 2 weken daarvoor. Hiermee werd zelfs het hoogste niveau bereikt sinds eind 1976. De laatste tijd wordt het steeds duidelijker dat de lage inflatiepercentages geen aanmerkelijke rentedaling tot gevolg hebben. Tegenover de neerwaartse druk die er van de inflatie uitgaat, staan teveel factoren die in te genovergestelde richting werken. Hiertoe behoren on der meer het minder sterk worden van de gulden, te genvallende betalingsbalanscijfers, oplopende rente in het buitenland en de grote vraag naar kapitaalmarkt middelen door de overheid en het bankwezen. De grote vraag van de laatste twee partijen manifes teert zich duidelijk op de openbare kapitaalmarkt. Van de 6 leningen die in de eerste 2 maanden werden ge plaatst waren er 4 afkomstig van deze partijen. Zij wa ren zelfs goed voor bijna 85 van het geleende be drag. Het zeer grote begrotingstekort en de behoefte van banken aan doorgeefpassiva om hun kredietverle ning zeker te kunnen stellen, zijn hieraan uiteraard niet vreemd. Zie verder pagina 40

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 40