Een klerk nodig De vergadering van april 191 5, ten huize van L. v. d. Zee, begon al om half tien. De kassier had daarvoor een nauwkeu rig en aardig jaarverslag opgemaakt, dat door hemzelf ook nog werd voorgele zen. Men was dus nu voldoende ge sterkt om te vernemen dat de centrale bank beslist wilde dat iedere aangete kende brief met geldinhoud voortaan voor f 100,- aangetekend zou worden. Wanneer de vereniging tien jaar heeft bestaan wil een lid in overweging ge ven, de leden van raad van toezicht en van bestuur die al die tijd in functie zijn geweest met een cadeau te vereren. Het zal deze bestuurders wel niet veel genoegen hebben gedaan dat over dat spontane voorstel geen eenstemmig heid bestond en dat daar later nog maar eens over gesproken moest worden. De groei van de bank zet zich gestaag door, dus vroeg een lid in 1914 dat 'ingeval een klerk benoodigd is, deze door de kassier of door de bank gesalarieerd zal worden'. De kassier neemt op zich deze te belonen. Maar verder vraagt iemand 'of bijaldien een Klerk moet worden gebruikt, het ook aanbeveling verdiend een der be stuursleden daarvoor te gebruiken'. Dat is nog niet zo onverstandig, want een willekeurige klerk kon het wel eens niet Links de schaatsenfabriek en smederij van de firma Ruiter aan de St. Janstraat no. 8 in Bolsward uit 1919. Hier begon in 1901 de uit Akkrum afkomstige G. Ruiter met de produktie van schaatsen. Zijn zoon D. Ruiter, die we hier met zijn personeel voor het bedrijf zien staan, zette de zaak van zijn vader voort. Rechts de motorboot van aardappelhandel S. H. de Jong aan het Grootzand in 1925. zo nauw nemen met het bankgeheim. Eindelijk besluit men dan ook om de le den de gelegenheid te geven om in re- kening-courant te gaan. Daarvoor zou kassier geen verhoging krijgen maar toch werd zijn salaris met f 100,- ver meerderd. Men gevoelde er overigens in 1919 niets voor om in te stemmen met het voorstel van de centrale bank om f 1 000,- te storten om het tekort van een zusterbank te dekken. Heel begrijpelijk wanneer men in het oog houdt dat, naast de inspectie door de centrale bank, ook aan de bestuur ders voorschriften waren gegeven voor controle op de handelingen van de kas siers. De bepaling van de rentevergoedingen neemt in bijna alle algemene vergade ringen een grote plaats in. Zo ook in 1920 toen het bestuur verhoging van debetrente voorstelde. Is dat nu wel no dig, vraagt een lid. Er is reeds een goede winst gemaakt in het verlopen jaar. Dat kan wel waar zijn, zegt kassier, maar dat zegt nog niet dat we uit eigen vlerken kunnen vliegen. We behoeven geen grote winsten te maken, maar, zegt hij nadrukkelijk: 'Hij wil niet weer het werk doen voor het tegenwoordige salaris'. Daar had men niet op gerekend: er kwa men allerlei voorstellen om diverse ren tevoeten vast te stellen en 'er wordt nog druk over dit punt gesproken' en ook kassier krijgt f 200,- meer. Dat neemt hij wel aan, maar op voor waarde dat 'indien de bank goed werkt hij alsdan nog een bijslag van f50,- krijgt' en ook dat lukte. Misschien om deze financiële tegenslag te vereffenen zal het bestuur niet alleen boete opleggen bij vergaderingverzuim, maar die boete van f 0,50 ook inderdaad innen I Ook op de foto Het vijfentwintigjarig bestaan van de centrale bank was niet ongemerkt voor bijgegaan. Er werden zelfs foto's ge maakt die aan de aangesloten banken werden toegezonden. Dat heeft het eigen bestuur aanleiding gegeven om bestuur, raad van toezicht, plaatsvervangers en kassier 'op een fo tografie te doen opnemen en een exem plaar daarvan in het kantoor te depone ren, om tevens daarmede te bereiken dat de twee oudste leden van beide col leges, beiden ook mede-oprichters van de bank, blijvend aan onze bank zullen worden herdacht'. Terugblikker vermoedt dat het de be doeling is geweest óók de anderen in die gedachtenissfeer te laten opnemen, maar zéker weet hij dat niet. Op de twintigste vergadering moest een lid wijzen op het geheime van bankza ken. Niet ten onrechte, want gesprekken in kantoor en wachtkamer kunnen over en weer worden verstaan. Het bestuur zal daar verbetering in aanbrengen. Het bleek dat het daar ettelijke jaren mee doende is geweest. Het was nogal moeilijk waarschijnlijk. Dat heeft niets uitstaande met het feit dat kassiers van af omstreeks 1930 in de Ongevallenwet 'vielen'. En weer werd, nu in 1932, ge babbeld over de beveiliging van de kas sier en de gehorigheid van het kantoor. Het bestuur meent dat het niet nodig is dure verbeteringen aan te brengen. Het grootste gevaar bestaat volgens A. L. de Vries, tijdens zijn reis van en naar het postkantoor. Het zou werkelijk aanbeve ling verdienen om de kassier dan te ver gezellen. Helaas moest de voorzitter, evenals vele voorzitters in den lande, in 1934 niet al leen betreuren dat de opkomst ter ver gadering zo slecht was, maar, wat veel erger was, moest hij wijzen op het cri sisbeeld dezer tijden. 'Moed gehouden zij de leus.' Gelukkig kon ook worden geconstateerd dat 'Kennismaking met particuliere ban ken doet ons zien dat door de leenban ken in dezen tijd veel en goed werk wordt verricht'. Het blijkt dat ook de regering al maatre gelen nam om de crisis te beteugelen. Terugblikker herinnert hier aan de vele wetten en besluiten die in de crisisjaren werden uitgevaardigd. De plaatselijke landbouwkredietbanken hebben bij de diverse financiële regelen een belangrij ke taak gehad. Hun doelstelling om ook op andere wijze de gevolgen van de cri sis zoveel mogelijk te verzachten heb ben zij op voorbeeldige wijze volbracht. Daaraan zou misschien wel een aparte studie gewijd kunnen worden! De gehorigheid van de wachtkamer be staat nog steeds in mei 1938. Nu zal daar wel een eind aan gekomen zijn hoopt deze Kroniekschrijver. We sluiten nu de boeken van de bank in Bolzvardia om die van Winsum te gaan openen. rnTWo

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 39