wob
RENTEBEREKENING: VAN ZUS
NAAR ZÓ
Per 1 april a.s. zal door onze banken
evenals door de andere in het zgn. Col
lege van Overleg samenwerkende ban
ken worden overgegaan op het systeem
van dagelijkse renteberekening op pri
vé- en spaarrekeningen. Het verschil
met de bestaande methode is, dat bij de
laatste praktisch alleen rente wordt ver
goed over bedragen, die ten minste een
halve maand op de rekening hebben ge
staan. Dit werd, ook door ons, in toene
mende mate met twijfels bezien. Steeds
sterker drong het besef door dat de ren
tevergoeding zuiverder zou moeten
worden afgestemd op de periode, waar
over het geld op de rekening staat.
Aan die wens zal dus binnenkort door
de dagelijkse renteberekening worden
tegemoet gekomen. Voor de cliënt is de
nieuwe methode zeker voordeliger. Dit
zal bij de privérekeningen nog meer aan
de dag treden dan bij spaarrekeningen.
Spaartegoeden staan namelijk gemid
deld lang op de spaarrekening, waar
door de invloed van de methode van
renteberekening veel kleiner is, dan bij
privérekeningen. Bij deze laatste is het
verblijf van het tegoed gewoonlijk rond
weg kort: het wordt meestal al binnen
een maand opgenomen.
Al is afronding op een dag natuurlijk
nauwkeuriger dan die op een halve
maand, de hantering van het fijnere in
strument van de dagelijkse rentebereke
ning is voor een bank vanzelfsprekend
veel bewerkelijker. Met name de verho
ging van de rentelast zal voor de banken
een niet gering nadeel van het nieuwe
systeem zijn. Wat de privérekeningen
betreft is er anderzijds ook een gun
stiger ontwikkeling: het gemiddelde sal
do van die rekeningen is de laatste jaren
gestaag gestegen, waardoor deze 'be
werkelijke' rekeningen minder verlies
gevend zijn voor de banken dan in het
verleden.
Overigens zal het duidelijk zijn, dat het
alleen door de automatisering mogelijk
is de mutaties en renteberekeningen,
die in grote massa dagelijks op spaar
en vooral privérekeningen plaatsvinden,
te verwerken. Anders gezegd: het is in
niet geringe mate mede te danken aan
de moderne elektronika, dat wij de effi-
ciencyvoordelen daarvan nu ook kunnen
laten doorwerken in een billijker sy
steem van rentevergoeding ten behoeve
van de consument. Dat elektronika-
aspect mag overigens als een 'ter zijde'
worden beschouwd. We hadden alleen
de behoefte ook eens iets aardigs aan
de moderne elektronika toe te schrijven.
Wat ons meer fundamenteel toeschijnt
is dat met de invoering van de dagelijk
se methode van rentevergoeding op pri
vé- en spaarrekeningen een belangrijke
stap is gezet in de richting van het méér
doorzichtig maken van de tariefstelling
van banken. Wij doen daar graag aan
mee. Wij zijn van mening dat nog al te
vaak aanmerkelijke verschillen voorko
men tussen de geadverteerde rente en
de werkelijke rente. Niet dat banken
zich niet aan advertenties plegen te
houden. Maar wie zegt 4 procent rente
te zullen vergoeden, behoort daarmee
eigenlijk niet eerst dertien dagen na
storting van het tegoed te beginnen.
In deze lijn zijn er nog wel meer ondui
delijkheden op te helderen. De Consu
mentenbond heeft zich nogal ingespan
nen voor vermelding van de effectieve
debetrente bij het consumptief krediet.
De wekelijkse publikatie van hypotheek
rentetarieven in de dagbladen lijkt ons
ook een aardig akkertje om eens duch
tig door te ploegen. Wat heet bijvoor
beeld 'tophypotheek'?
Maar 'terug naar onze schapen'. Cliën
ten hadden hun verlangens, de banken
hebben zich dat aangetrokken. Spaar
ders en privérekeninghouders zijn nu
voor de rente als het ware dagloners ge
worden. Wie zo n dag benut, is zijn loon
waardig. Wij vinden dat billijk.
HYPOTHEEKRENTE PER MAAND
Inmiddels heeft ook de Rabohypo-
theekbank een belangrijke verfijning ge
bracht in de berekening van de renteta
rieven. Geheel tegemoetkomend aan de
wensen van de cliënten is nu de moge
lijkheid geopend om rente en aflossing,
behalve halfjaarlijks, ook maandelijks te
voldoen.
Maandelijkse betaling kost meer, omdat
er meer administratieve handelingen
moeten worden verricht. Het kostenna-
deel is voor de hypotheekbank echter
kleiner dan het rentevoordeel. Daardoor
kan bij maandbetaling een voordeliger
tarief worden berekend.
In het vervolg zullen door de Rabohypo-
theekbank in de wekelijkse publikatie
van de hypotheektarieven twee percen
tages worden vermeld.
De Rabohypotheekbank meent hiermee
een nieuwe bijdrage te hebben geleverd
aan het ophelderen van onduidelijkhe
den rond de renteberekening in het al
gemeen. Deze is voor de consument
vaak ondoorzichtig omdat de gehan
teerde percentages in de officiële voor
lichting niet altijd uitsluitsel geven over
de vraag over welke termijn of over
welk bedrag ze worden berekend.
Bij één en hetzelfde percentage aan hy
potheekrente treedt soms meer dan een
half procent verschil aan effectieve ren
te op, al naar gelang deze éénmaal per
jaar achteraf, danwel maandelijks voor
af op basis van jaarannuïteiten gedeeld
door twaalf, betaald moet worden. Om
dergelijke verschillen te onderkennen, is
kennis van de tarieven niet voldoende,
maar moeten ook andere voorwaarden
van de betrokken hypotheek bekend
zijn.
Wij hebben er reeds meermalen op ge
hamerd dat deze manier van presente
ren van de officiële hypotheektarieven
versluierend werkt voor de consument.
Het initiatief van de Rabohypotheek
bank waardoor het verschil in tarief bij
maandelijkse en halfjaarlijkse rentebe
taling en aflossing duidelijk naar voren
komt past geheel in onze filosofie om
open kaart te spelen.
VAKANTIESPREI DING
Het aandeel van onze banken op de
vakantiemarkt is nog steeds groeiende.
Dat is verheugend. Daaruit blijkt dat
onze klanten een toenemende waarde
ring hebben voor deze activiteit. De
i vaststelling dat het aantal Rabobankrei-
zigers vorig jaar met circa 25 is toe
genomen tot 350 000 personen, onder
streept dit.
Het is daarom minder verheugend dat
wij onze klanten niet steeds op elk ter-
rein van het vakantiegebeuren volledig
van dienst kunnen zijn. Dat slaat op het
feit dat we elk jaar weer opnieuw te ma-
i ken krijgen met het gegeven dat we niet
bij voorbaat vakantie op een door de
klant gewenste bestemming in het
hoogseizoen kunnen garanderen. Dat
ligt niet aan ons, ook niet aan de tour
operators, maar simpelweg aan het feit,
dat het aantal mensen dat door school
vakanties en/of collectieve bedrijfsva-
kanties op het hoogseizoen is aangewe
zen, elk jaar weer groter is dan het aan-
bod vakantie-accommodaties in deze
piekperiode.
Dr. W. F. Duisenberg, lid van onze
hoofddirectie, heeft daar eind vorig jaar
bij de opening van de Rabo-vakantie-
markt in Zuidlaren nog eens op gewe
zen. Hij nam toen de gelegenheid te
baat een krachtig pleidooi te houden
voor vakantiespreiding, één van de
geijkte middelen om het hoogseizoen te
i ontlasten.
'Een onderwerp,' aldus Duisenberg, 'dat
- en ik refereer nu even aan mijn vorige
periode - meer malen op de agenda van
het kabinetsberaad stond.' Dat de sa
menleving er mee gediend is als de
drukte op de wegen en in vakantiecen
tra, alsmede de beperking van de moge
lijkheden een reis te boeken, die ook
nog veel duurder is dan in voor- en na
seizoen, kan worden voorkomen, zal
niemand bestrijden. Invoering van een
efficiënte vakantiespreiding is echter
een probleem waarvan de oplossing in
gewikkeld is. Uit een artikel elders in dit
nummer moge dit overduidelijk blijken.
Het sociale ongerief van vakantiepieken
is echter belangrijk genoeg om invoe
ring van een vakantiespreiding hoog op
de prioriteitenlijst te zetten, al dienen
bezwaren vanuit het onderwijs en het
bedrijfsleven (vooral de bouw die de
grootste collectieve vakantie kent) niet
veronachtzaamd worden. Overheid en
maatschappelijke organisaties dienen
samen een oplossing te vinden.
Een systeem, waarbij iedereen vrij is om
op vakantie te gaan wanneer het hem
het beste uitkomt, zou ideaal zijn, maar
is in absolute zin niet haalbaar. School
vakanties en bedrijfsvakanties moeten
goed op elkaar worden afgestemd. De
betrokkenen zullen daarvoor gezamen
lijk een regeling moeten maken.
Ten slotte dient vakantiespreiding, be-
halve op de sociale aspecten, ook be-
I oordeeld te worden op mogelijk gun-
stige effecten voor de werkgelegenheid
in diverse sectoren - met name de toe
ristische - van onze economie.