uit onze historie
WORKUM
IMaar het land van de pompeblèden
Het kostte Terugblikker uiteraard geen enkele moeite om, na het bezoek
aan de Rabobank Bakhuizen, het land van de velen zijner voorvaderen ver
der binnen te trekken.
Het ging in de richting van Workum, maar wel via een omwegje door Gaas-
terland, langs de kust van het voormalige IJsselmeer, over het Oudemirdu-
mer-, Mirnser- en Rode Klif. Aan de linkerkant ligt, onder de waterspiegel,
het Vrouwezand. Het herinnert aan het Vrouwtje van Stavoren dat in haar
overmoed - zij was een rijke voorspoedige koopmansvrouwe - de Voorzie
nigheid tartte, die in antwoord daarop de haven van Stavoren deed verzan
den.
Niet ver daarvan af ligt op een hoog
punt een enorme zwerfsteen op een
voetstuk van andere - kleinere - zwerf
stenen. Er staat op te lezen: '1345. Lea-
ver dea as slaef'Een nogal begrijpelijke
wens vooral in 1345. Bij dat monument
wordt, volgens omwonenden, bijna elk
jaar nog wel eens iets gezegd voor een
groepje aandachtige luisteraars. Nie
mand van die omwonenden interesseer
de het echter wat daarbij beweerd
werd. 'Het schijnt iets met die r thol-
landers uit te staan te hebben,' grinnikte
een nog levende Fries. Daar had hij wel
gelijk in, want toevalligerwijze las Te
rugblikker notabene in een kroniek van
Utrecht, dat in 1345 Graaf Willem IV
sneuvelde tegen de Friezen, die blijk
baar flink van zich af hebben geslagen.
Opmerkelijk is het dat in Zuidwest-
Friesland, evenals in West-Friesland,
stolpboerderijen voorkomen en ook zag
Terugblikker een rode wijzerplaat met
vergulde wijzers en cijfers, zoals 'aan de
overkant' niet zeldzaam zijn. De histori
sche familieband is blijkbaar nog niet
helemaal verdwenen.
Eén van de elf
Na een beslist niet lange rit wordt dan
de 'pottenbakkersstad' Workum bereikt.
De pottenbakkers maken beschilderd
aardewerk, bruinrood Workumer aarde
werk en - volgens zeer oude voorbeel
den - ook gekerfd aardewerk. Om
streeks 1800 waren er zeventien bedrij
ven waaraan de naam 'Pothüswyk' nog
herinnert.
Omstreeks 1900 was er nog maar één
enkele pottenbakkerij over. Dat bedrijf
bestaat nog naast andere die zich om
streeks 1930 en na de tweede wereld
oorlog in Workum vestigden.
Workum is er trots op één van de elf
Friese steden te zijn. Albrecht van Beie
ren schonk in 1399 aan de plaats, die
toen al vele eeuwen oud was, stads
rechten.
De stad was destijds een belangrijke
handelsstad met een eigen munt en een
ellemaat die overal in Friesland gebruikt
werd.
Dat de zeevaart belangrijk was bewijzen
de namen van ruim zestig kofschippers
in 1781 en twaalf scheepswerven in
1738.
Wörkum had een 'latijnse school'. Pro
fessor Doctor Petrejus Tiara, die daar in
1514 geboren werd, werd de eerste rec
tor magnificus van de eerste Nederland
se universiteit, die van Leiden. Toen een
tweede universiteit werd gesticht in
Franeker werd hij in die stad hoogleraar.
Het behoeft niemand te verwonderen
dat ruim negentig procent van de bevol
king het Fries spreekt of in ieder geval
verstaat en dat men de Friese namen
van straten en wijken heeft bewaard.
Het behoeft ook niemand te verwonde
ren dat reeds in 1909 en dat op 16 okto
ber, 's morgens 10 uur ten huize van de
logementhouder P. Bonnema de 'Eerste
Algemeene Vergadering der Copertief
Boerenleenbank te Workum' werd ge
houden (de notulist moest nog even
wennen aan de buitenissige naam).
De heer S. Ybema, lid der voorlopige
commissie opent de vergadering en
deelt mede wat door deze commissie is
verricht.
Dat was blijkbaar wel iets goeds want
door 'alle leden' werd het ledenregister
getekend. S. Ybema werd meteen tot
kassier benoemd. Kantoor zou worden
gehouden in een kamer van de heer P.
Bonnema tegen f 15,- per jaar en bo
vendien zal Bonnema een nieuw raam
laten aanbrengen om meer licht te ver
krijgen.
Niet op de tweede
Het kersverse lid Tj. Westendorp had
echter gehoord dat de 'centrale' het niet
goed vond dat een bankkantoor op de
tweede verdieping gehouden werd.
Daarom zou eerst maar de mening van
de centrale gevraagd worden, maar ook
zou Bonnema's kamer vast in gebruik