r den gezien van het gehele economische gebeuren. Een agrarisch exporterend land als 't onze zou zich derhalve niet kunnen ver oorloven volledig afhankelijk te zijn van de wereldmarkt en buiten een econo misch blok als de EEG te staan. Het zou een te grillig prijsverloop van de produk- ten teweeg brengen en de exportmoge lijkheden verkleinen. Zonder aansluiting bij de EEG zou de produktie-omvang in vele sectoren ver achter gebleven zijn bij het thans bereikte niveau. Het aantal agrariërs zou waarschijnlijk minder groot zijn dan nu het geval is, ofwel de bedrijfsresultaten zouden beduidend la ger zijn uitgevallen. A. J. Neuteboom medewerker Studiedienst Bedrijfstakonderzoek Zelfstandigheid houdt voor de meeste boeren ook in, dat naast het onderne men het werk in grote mate zelf gedaan moet worden. Vooral bij veehouderijbe drijven, waar niet alleen het aantal een mansbedrijven, maar ook de bedrijfsge bondenheid groot is, kan dit echter een knellend probleem zijn. Deze zelfstan digen kunnen tegenwoordig, wanneer zij er eens een paar dagen tussenuit wil len, of wanneer er een ziektegeval is, een beroep doen op de bedrijfsverzor- gingsdiensten. Maar hieraan kleven ook bezwaren. Hoe goed de bedrijfsverzor- ger ook moge zijn, het kan voor een goede bedrijfsvoering een handicap zijn als de ondernemer geen vervanger heeft die al min of meer regelmatig op het be drijf werkt. Daarnaast zijn de kosten voor een bedrijfsverzorger vaak een be letsel om op vakantie te gaan. Factoren dus die het bedrijfsresultaat negatief beïnvloeden, terwijl ook de privé-uitga- ven door het op vakantie gaan nog eens vergroot worden. De boeren op deze eenmansbedrijven zijn in feite meer ge bonden dan vroeger op de echte gezins bedrijven, hoewel toen de financiële armslag meer te wensen overliet. Verbetering van de sociale positie van de ondernemers zou mogelijk zijn wan neer een verdergaande samenwerking tussen eenmansbedrijven tot stand zou komen. Eventueel zodanig, dat er twee- of meermansbedrijven worden ge vormd. Dit zou echter ook problemen kunnen geven, al was het alleen maar omdat bij de grondgebonden bedrijven de grond niet bij elkaar kan worden ge bracht als bedrijven die zouden willen samenwerken ver uit elkaar liggen. Bo vendien is het ook voor de ondernemer zelf bezwaarlijk. Het prijsgeven van een stuk zelfstandigheid, van het eigen baas zijn, weegt vaak zwaarder dan verbete ring van de sociale positie door samen werking verkregen. Boer blijven Wil men onder de huidige omstandighe den als boer ook boer blijven dan zal men de technische ontwikkelingen moeten blijven volgen en het bedrijf re gelmatig daaraan moeten aanpassen. Door de technische ontwikkeling is er sprake van een sterke produktiegroei, zowel in totaliteit als per man. Groeit het produktie-aanbod sterker dan de vraag, dan komt de opbrengstprijs on der druk te staan. Degenen die hun be- wonnen en door goede resultaten wat meer financiële armslag hebben gekre gen, zullen trachten grond erbij te ko pen. Melkveehouders met ligboxenstal- len zullen proberen de vaak op uitbrei ding gebouwde stallen vol te krijgen. De kleinere boer die niet met de moderni sering heeft meegedaan, zal in het alge meen niet alleen de slag op de grond markt verliezen maar ook op die van de eindprodukten. Het gevolg is dat hij nog sneller achterop raakt en/of zijn bedrijf voortijdig beëindigt, danwel overscha kelt op een andere bedrijfstak. Wat het laatste betreft is het voor hem het eenvoudigst in de intensieve vee houderij te gaan omdat daarvoor geen drijf niet tijdig hebben aangepast krijgen dan te maken met een te lage op brengstprijs. Zij die moderniseerden en de nieuwe technieken optimaal gingen toepassen, waardoor tegen een lagere kostprijs geproduceerd kan worden, kunnen de race volhouden. Voor een optimale toepassing van de nieuwe technieken, moet de bedrijfsomvang steeds groter worden. Schaalvergroting dus. En waar schaalvergroting door ver dere intensivering van de beschikbare grond weinig mogelijkheden meer biedt, zal de behoefte aan oppervlaktevergro ting zich doen voelen. Moderne bedrij ven met jonge ondernemers die eventu ele aanloopmoeilijkheden hebben over- Het oude beeld van de boer, verweerd gezicht, tanige huid, blik in de ogen die hechte gebondenheid verraadt met het meest aardse van alle goederen, de grond, spreekt gelukkig nog tot veler verbeelding. Dit beeld maakt echter steeds meer plaats voor dat van de mo derne agrariër, de ondernemer, die, op de hoogte van de nieuwste stand van de landbouwtechniek, op efficiënte wijze zijn bedrijf runt. gronduitbreiding nodig is. Tijdelijk goe de opbrengsten in de varkens- en leg kippensector hebben een extra stimu lans tot uitbreiding in deze produktie- takken gegeven. Door efficiëntere pro-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 33