de coöperatie: samenwerken in het belang van de leden #•- Jr Duidelijkheid is belangrijk, onverschillig het gezichtspunt van waaruit men het samenwerken bekijkt. Ook juridisch is het een voornaam vereiste en dat echt niet alleen om te voorkomen, dat de rechter via hoge kosten van advocaten en ingewikkelde processen aan de on duidelijkheid een eind moet maken. Wanneer wordt samengewerkt in een rechtspersoon, zoals de coöperatie, dan is de bedoeling van de samenwerkende partijen te vinden in de doelstelling van die rechtspersoon. Het begrip doelstel ling moet hier ruim genomen worden. Het is niet alleen al hetgeen de coöpera tie wil bereiken. Ook de middelen en de weg waarlangs zijn een essentieel on derdeel van de doelstelling. Zonder een goed begrip van de doelstel ling, in de ruime betekenis van het woord, is het onmogelijk te begrijpen wat een coöperatie is. Begin en eindpunt: het individuele lid In vorige artikelen heb ik de coöperatie nader aangeduid als een samenwerking, waarbij het samenwerkingsverband juri disch een eigen leven lijdt, zelfs zo dat er sprake is van een rechtspersoon. Dit is een juridische constructie. De samen werking wordt praktijk, doordat er na mens de rechtspersoon wordt gehan deld door groepen van mensen, welke groepen door een jurist de organen wor den genoemd. In de wet, de statuten en de eventuele reglementen is voor ieder orgaan aangegeven wat ze mogen (en moeten) doen. Daarbij verdwijnt het in dividuele lid naar het tweede plan voor zover het geen zeggenschap heeft over inhoud en uitvoering van de samenwer king. Dit is niet anders wanneer alle le den lid zijn van een orgaan en er dus geen ledenraad is maar een algemene vergadering. Ook in dat geval is zo een vergadering geen bijeenkomst van alle Mr. C. M. Roskam account manager Wanneer mensen besluiten samen te werken, mag er geen misverstand be staan over wat ieder van de partijen met die samenwerking wil. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar de praktijk is wel anders. Zo moet een samenwer king tussen ondernemingen nog al eens worden afgebroken, omdat par tijen elkaar niet duidelijk hebben verteld wat zij ieder voor zich met de sa menwerking beoogden. leden, maar is er sprake van een collec- tiviteit waarin het niet gaat om individu ele opvattingen maar om de mening van het geheel. Toch zijn de individuele leden begin en eindpunt van de coöperatieve samen werking. Dit komt vooral tot uitdrukking I in het doel van de coöperatie. Overigens niet alleen daar. Zo gaat de wettelijke regeling met betrekking tot de organen er van uit, dat de gekozenen zich de re- j presentanten weten van de leden en dat anderzijds de leden zich vertegenwoor digd voelen in en door de organen. Het is echter vooral door de doelstelling van de coöperatie dat de organen als be- langrijkste taak de belangenbehartiging van de individuele leden hebben. In haar doel onderscheidt de coöperatie zich van alle andere samenwerkingsvormen. Hierop wil ik nader ingaan. Hoofddoelstelling Volgens de wet moet een coöperatie zich ten doel stellen: 'in bepaalde stoffe lijke behoeften van haar leden te voor- zien door met hen overeenkomsten te sluiten in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent of doet uitoefenen'. Het basispatroon is j duidelijk. Bij een coöperatie zijn er leden die concreet op geld waardeerbare ver- j langens hebben (stoffelijke behoeften) en de coöperatie is er om aan deze ver langens te voldoen. Dat wil overigens Dit is het derde en laatste artikel van de heer Roskam over wat we kunnen noe men 'wet en coöperatie'. Door de aard van de materie was het vrij zware kost, die nu eenmaal niet al te luchtig opgedist kan worden. De schrij ver heeft om die reden ook niet alle as pecten van zijn onderwerp willen be handelen, mede ook omdat dan zijn voorgenomen kort bestek teveel zou uit dijen. niet zeggen dat de coöperatie daarnaast ook geen andere doelstellingen (bijv. ideëele) kan nastreven. Wezenlijk is al leen dat het voorzien in de concreet om schreven stoffelijke behoefte zowel sta tutair als in de praktijk niet bijkomstig is, maar een duidelijke hoofddoelstelling vormt. Daarbij is het anderzijds niet vol doende dat de coöperatie zo maar de materiële behoeften en belangen van de leden dient. De wet vereist dat dit die nen wordt bereikt in het zakelijke ver keer dat zij met de coöperatie onder houden. Uit deze aanvulling blijkt hoe de wetge ver de coöperatieve samenwerking ziet. Hij heeft echter zovèèl uitgedrukt met zo weinig woorden, dat het goed lijkt de tekst van de wet eerst te bezien vanuit het standpunt van de individuele leden en daarna vanuit het gezichtspunt van de coöperatie. Het individuele lid en de gemeen schappelijke onderneming Meermalen is er reeds op gewezen, dat de individuele leden naast de coöpera tieve samenwerking zelfstandige onder nemers of consumenten blijven. Zij ko pen van c.q. verkopen aan de coöpera tie. Zij kunnen dezelfde transacties ook sluiten met particuliere afnemers of le veranciers. Juridisch is er geen verschil tussen de verschillende overeenkom sten. Bij alle transacties hebben de leden hun eigen belang op het oog; de ontwikke ling van hun eigen bedrijf wanneer er sprake is van zelfstandige ondernemers, en de behoefte naar verbruiksgoederen in het geval van de consumentencoöpe raties. Wanneer een ondernemer of een consument dan ook deelneemt aan een coöperatieve samenwerking, dan komt dat omdat hij verwacht zijn eigen activi teiten als lid van de coöperatie beter te kunnen ontwikkelen dan wanneer hij geen lid is. Daarom is hij bereid om als lid binnen die coöperatie allerlei ver plichtingen op zich te nemen, waaron der zelfs de verplichting zijn eigen acti viteiten op een door de coöperatie te bepalen wijze in te richten, bijvoorbeeld via het tankmelken. Ook financiële ver plichtingen, zoals aansprakelijkheid en mede-financiering. Deze verplichtingen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 26