landbouwkrediet en coöp. banken grootste partijen in deze markt.' Tenslotte, maar niet minder sterk, bena drukte Lardinois het nog steeds groeien de aandeel van de Rabobanken op de fi- nancieringsmarkt voor grote bedrijven buiten de landbouwsector. 'Deze uit bouw is nu in volle gang, niet alleen bij de centrale bank maar ook, en in toe nemende mate, bij de aangesloten ban ken.' Buitenlands bankbedrijf 'De leden-bedrijfscliënten,' aldus Lardi nois, 'behoren tot de ruggegraat van het Nederlandse bedrijfsleven. Welnu, drie vijfde van de gezamenlijke activiteiten van dit bedrijfsleven wordt bepaald door de buitenlandse handel. Nederland ex porteert zo'n 60 van zijn nationaal produkt. Dit gaf en geeft de Rabobank- organisatie de verplichting zich zodanig te ontwikkelen dat een volledig pakket internationale transacties kan worden gerealiseerd.' Daarvoor bouwde de centrale bank een wijdverbreid net van 'correspondent- banken' op. De cliënt kan nu worden bij gestaan in zijn transacties met vrijwel alle landen van de wereld. 'Maar,' aldus Lardinois, 'het verwachte pakket van diensten reikt verder. De cliënt verwacht assistentie bij het ver garen van informaties van uiteenlopen de aard (marktonderzoek, vestigings plaatsonderzoek, investerings- en belas tingmodaliteiten, ondersteuning bij grensoverschrijdende fusies, etc.) en verwacht ook dat de bank hem zonodig langlopende middelen in vreemde valu ta ter beschikking stelt. Hieruit ontstond een nieuwe 'bankfilo- sofie': in het steeds complexer worden de handels- en financieringsgebeuren dienen problemen groepsgewijs te wor den aangepakt. 'Het internationale bankconcert geeft solisten niet zoveel ruimte meer, maar slechts diegenen die willen concerteren met dezelfde partituur. Dit geldt ook voor de coöperatieve banken, die tot het einde van de zestiger jaren een bankbe drijf uitoefenden met een vrijwel uitslui tend binnenlands karakter.' 'Het is opmerkelijk dat niet alleen de Rabobankorganisatie maar ook onze zusterinstellingen in West-Europa wel haast gelijktijdig en eigenlijk onafhanke lijk van elkaar op deze trend reageerden door een versnelde uitbouw van hun buitenlands bedrijf. Evenals de Rabo banken waren onze zusterorganisaties tot het eind van de zestiger jaren vrijwel uitsluitend op het binnenland georiën teerd. Evenals wij ontwikkelden de kre dietcoöperaties elders in Europa zich van leen- en spaarinstellingen tot een bank met een ruim pakket.' 'Ondanks de achterstand en concurren tie zijn,' aldus Lardinois, 'de coöperatie ve banken er individueel én gezamenlijk in geslaagd op redelijk korte termijn een positie in de internationale bankwereld te verwerven.' Na het oprichten van de eerste gemeen schappelijke bank in 1973 in Londen (London Continental Bankers Ltd.) en de vestiging in 1975 door enkele coöpe ratieve banken gezamenlijk van een dochterbank in Zürich en de opening van een kantoor van de Duitse zusterin stelling in Hong Kong werd vorig jaar de stap gezet naar een nieuwe, hechtere vorm van samenwerking tussen een aantal coöperatieve banken in Europa. In oktober 1977 werd door de Neder landse Rabobankorganisatie samen met de 'zusters' in Denemarken, Frankrijk, West-Duitsland, Oostenrijk en Finland de UNICO BANKING GROUP opgericht. Gezamenlijk beschikken deze partner- landen over 36 (XX) kantoren en hebben een balanstotaal van 540 miljard gul den. 'Het eerste jaar dat deze groep nu werkt heeft ons het vertrouwen geschonken dat dit samenwerkingsverband een juis te was. In dit verband noemde Lardinois als voorbeelden onder meer: - Een bespoediging van het betalings- en handelsverkeer over en weer. Naast service zoals betalingen, incassi, ac- creditieven en confirmaties, zullen de cliënten volgend jaar (in 1979 red.) wel licht gebruik maken van lagere transfer-, accreditief- en documentenprovisies. - Gezamenlijke financieringsfaciliteiten voor im- en exporten tussen de betrok ken landen en voor handelstransacties met andere landen in de wereld. - Grensoverschrijdende bedrijfsfinan- cieringen waarbij de partnerbanken door middel van een onderling krediet arrangement aan bedrijven met 'doch ters' in het buitenland kort- en langlo pende financieringen in verschillende valuta aanbieden. Zakenrelaties van de Rabobanken kunnen dus met deze di rect de financiering van deelbedrijven in één van de betrokken landen regelen. - Deelname aan internationale krediet transacties. De financiële standing stelt in staat gelden op buitenlandse finan ciële markten aan te trekken en weer uit te zetten tegen een hogere marge bij eersteklas kredietnemers. In het eerste jaar van haar bestaan was de groep zo doende in staat in een leidende functie deel te nemen aan de verstrekking van een twintigtal internationale leningen. 'In 1979 zal dit dienstbetoon nog verder worden vergemakkelijkt door de ope ning van nieuwe vestigingen door part ners in de groep op Curapao, in Los An- geles, Chicago, Rio de Janeiro, Tokio en het Midden-Oosten,' aldus Lardinois. Hij wees erop dat een vergelijkbare ont wikkeling zich begint af te tekenen bij de coöperatieve landbouwbanken in b.v. Canada en de Verenigde Staten. 'Met name de coöperatieve banken in Noord-Amerika doorlopen een storm achtige ontwikkelingsfase. De z.g. cre- dit-unions daar gaan nu ook het interna tionale bankgebeuren verkennen. Zij worden hierin op velerlei terrein door de Europese coöperatieve banken onder steund, die overigens ook bij hun ont staan model hebben gestaan.' 'De samenwerking tussen coöperatieve banken zou naast een Europese dimen sie in de toekomst mogelijk ook een at- lantische context kunnen krijgen,' aldus de heer Lardinois.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 12