3\; f <l£ jS^-M ^'"Ssr-; 4**V,3» 36 r A-O **i*v ?#J -nr «#h„ >v v£-*^ >\V uit onze historie ten zich verkiezen de heren Lammert Johannes de Jong, Johannes Jans Mon- kelbaan en Jacob Goukes van der Wal. Kassier was geen lid Tot kassier werd gekozen Durks Mous, zonder beroep. Dat kon op januari 1905 niet doorgaan want Mous was geen lid en alleen een lid, gekozen uit en door de leden mocht kassier worden. Daarom koos Mous eieren voor nog weinig geld Hij werd gezwind lid en kon op 12 maart 1905 wel tot kassier benoemd worden. Toen werd ook de boete voor het schen den van het ambtsgeheim vastgesteld op vijf gulden; waarschijnlijk werd hier niet gedacht alleen maar aan loslippig heid van de kassier. In het eerste dienst jaar werd ingelegd per saldo ruim f10 000,-. Waar er maar f125,- werd uitgeleend zal dat wel een onvoordelig bankjaar zijn geweest. Voor ongeldig verzuim van de vergade ring zou men f 0,25 boete moeten beta len. Deze boete - al of niet verhoogd of helemaal verdwenen - komt steeds weer ter sprake, en dat niet alléén bij Bakhuizen. Het schuldgevoel, in geld uitgedrukt, als dat al aanwezig was, werd soms wel, soms niet in klinkende munt geneutraliseerd. Waarschijnlijk verheugd dat nu ook eens wat meer rente in het laatje zou komen gaf men in april 1907 een splin ternieuw lid meteen een voorschot van f 10 000,-. Maar zonder statuten en huishoudelijk reglement vaart geen vereniging, stich ting of andere instelling wél. Dus nam men een voorbeeld aan Wijdenes voor het samenstellen van een huishoudelijk reglement en zullen statuten, zowel als huishoudelijk reglement worden ge drukt en aan ieder lid verstrekt 'om ieder lid de gelegenheid te geven zich voor goed met het doel en de strekking der vereeniging op de hoogte te stellen.' Nieuwe kassier Kassier Mous heeft ontslag gevraagd en dat werd hem in 1910 eervol verleend. 'Hij beweert wegens zijn hoogen leeftijd en voortdurende ongesteldheid er geen lust meer voor te gevoelen.' Vervolgens werd gestemd om een der leden in zijn plaats te benoemen. Dat geluk viel L. Deden ten deel. Op diezelf de vergadering verklaarden enkele le den er geen genoegen mee te willen ne men dat - gelijk op vorige algemene vergadering heeft plaatsgehad - som mige aanvragers van het lidmaatschap direct door het bestuur worden ge weerd, terwijl het volgens hun bewering wél degelijke personen waren. Het bestuur echter ging tegen de statu ten aanleunen die hen het recht gaven dat te doen. Leden behoefden niet ge raadpleegd te worden en 'dat het steeds zooveel mogelijk het belang der Leen bank tracht te bevorderen.' Blijkbaar zijn niet alle leden overtuigd van de democratische instelling van hun bestuur. Een daarvan wenst, om het ei gentijds te zeggen, een beetje inspraak en merkt (in 1911) op 'bij voorkomende stemmingen wel te willen medewerken om eventueele candidaten aan de ver gadering voor te stellen'. Deze welwil lendheid werd door het bestuur als ken nisgeving aangenomen en 'wat betreft de degelijkheid, daar zal het bestuur bij zonder rekening mee houden aangezien dit de meerdere bloei der vereeniging aanmerkelijk ten goede komt'. Het vergaderingbezoek gaf ook in 1914 nog geen reden tot juichen. Een der le- Broedkorven voor de wilde eenden gedurende de broedtijd in de eendenkooi te Bakkum. den meende op te moeten merken dat de leden vaak schitteren door afwezig heid en stelde voor de boete maar tot een gulden op te trekken. Dat werd ver worpen met 17 tegen 8 stemmen. Waarschijnlijk hadden van die 17 velen boter op hun hoofd. Een compromis werd gesloten tegen 0,50 boete en het zal onderzocht worden of de statu ten toestaan dat een lid zich door een gevolmachtigde laat vertegenwoor digen. Enkele leden zagen ter vergadering van 1915 geen enkele reden om het kas sierssalaris te verhogen. Wel stond men een gratificatie van 25,- toe voor ex tra drukke werkzaamheden. En dan nog dat altijd maar weer op zondag verga deren! Kan dat niet op een andere dag? Daarover zou eens diep worden nage dacht nadat de voorzitter bedankt had voor de flinke opkomst in weerwil van de slechte weersomstandigheden. Een andere dag dan de Zondag? Opvat tingen blijven verschillen uit oogpunt van gemoedsbezwaren, al of niet slafe- lijke arbeid en wat dies meer zij. Wel werd besloten in 1916 om de eer ste zondag van de maand, welke be stemd is voor boekencontrole, het kan toor gesloten te houden tot kwart over elf, in verband met de geheimhouding en kreeg de kassier 25,- per jaar méér. Voorlopig werd in 1918 ook de woens dag als zittingsdag aangewezen zodat de 'bank voor iedereen' open zou zijn op zondag van 10.30 uur tot 11.30 uur en op woensdag van 10.00 tot 12.00 uur.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 38