30
coöperaties voor ontw. landen
ding van het krediet en op de terugbe
taling, alsook advisering omtrent ge
bruik van onbenutte produktiemoge-
lijkheden enz. worden erdoor verge
makkelijkt;
het intensiever contact met leden
komt vorming en voorlichting ten goe
de;
het potentieel aan bestuurskracht
wordt niet opgedeeld tussen diverse
coöperaties;
het wordt eerder mogelijk een pro
fessioneel manager aan te trekken;
ditzelfde geldt voor tewerkstelling van
full-time personeel.
Dit beeld ziet er dus bijzonder positief uit.
Naar mijn mening te positief. De bunde
ling van macht en controle in één coöpe
ratie waar het gehele dorp van afhanke
lijk is, is riskant. Riskant voor de leden
persoonlijk en voor de onderneming in
totaliteit. Bij slecht bestuur staat er veel
op het spel. Bovendien is de besluitvor
ming voor diverse activiteiten geketend
waardoor het gevaar bestaat van cumu
latie van verliezen of mislukkingen. Een
dorpscoöperatie zal ook in sterkere mate
dan sectorcoöperaties plaats inruimen
voor tegemoetkomingen in sociale zin.
Ruimte daarvoor is afhankelijk van de
sterkte van het solidariteitsbesef binnen
de groep. Of dit solidariteitsbesef in een
multi-purpose coöperatie groter is dan
bij de enkelvoudige coöperatie onder
overigens gelijke omstandigheden, is
niet zeker.
De multi-purpose coöperatie als door
Van Dooren bedoeld is wel aanvaardbaar
wanneer zij onderworpen is aan beleids-
invloeden en controle van de centrale
eenheid. Dan kunnen richtlijnen worden
opgesteld voor evenwichtig handelen in
de praktijk en kunnen waarborgen wor
den ingebouwd voor redelijk manage
ment en bestuur. Dit onderwerp van de
onderlinge betrekkingen in een coöpera
tieve organisatie met verschillende gele
dingen is in het werk van Van Dooren
overigens onderbedeeld.
Coöperatief krediet
Een interessant hoofdstuk is zeker dat
van de kredietverlening. Dit vangt aan
met de stellingname: 'Adequate krediet
voorziening, tijdig en tegen redelijke
condities, is een hoofdvoorwaarde voor
een gunstige ontwikkeling van de land
bouw en voor een zelfstandig blijven van
de boeren'. In de praktijk komt het zeer
veelvuldig voor dat het krediet er niet is
of dat het er niet op tijd is of niet in pas
sende vorm en tegen redelijke condities
op dorpsniveau. Van Dooren pleit ook
hierbij voor coöperaties op dorpsniveau.
Zij hebben meer mogelijkheden de kleine
boer te bereiken en toezicht te houden
op de aanwending van het krediet en de
terugbetaling dan de meer centraal ge
vestigde landbouwbanken en daarmee
vergelijkbare instellingen.
Deze gedachte van de auteur wordt be
vestigd door de praktijk in verschillende
landen opgedaan. Ook in onze eigen si
tuatie.
Strikt genomen mogen wij Van Dooren
in dit opzicht zo interpreteren dat hij
pleitbezorger is van de gedachte van de
plaatselijk gevestigde boerenleenban
ken, maardan wel in de gemengde vorm,
dus ook met een aan- en verkoopsector.
Ook de credit unions worden besproken.
Spaar- en kredietcoöperaties vooral voor
mensen met een regelmatig inkomen, al
dus Van Dooren. Dat is juist doch ook bij
deze organisaties is veel in ontwikkeling.
In Zuid-Amerika en in Afrika zijn bijvoor-
Op deze foto van enkele jaren geleden
houdt dr. Van Dooren een toespraak bij
de opening van een Community Centre
in India.
beeld een aantal programma's gaande
van supervised farmers' credit (begeleid
landbouwkrediet) binnen de organisaties
van credit unions. Het gestelde op pagi
na 147 met betrekking tot Oeganda is in
middels door de praktijk achterhaald. In
Oeganda ontwikkelden de credit unions
zich mede tot plattelandsbanken, zelfs
met een multi-purpose karakter.
Het boek eindigt met een aantal be
schouwingen over structuurvraagstuk
ken bij coöperaties. Diverse structuren
laten zich onderscheiden, zoals het 'iso-
lated society system' waarbij de coöpe
raties onafhankelijk van elkaar werken.
Verder de vorm van horizontale integra
tie en verticale integratie. Deze termen
kunnen overigens gemakkelijk tot mis
verstanden leiden omdat zij hier in strikt
beperkte zin worden gebruikt, namelijk
beperkt tot integratie van coöperatieve
eenheden als zodanig. Zij hebben geen
betrekking op integratie met bedrijven
van leden en niet-leden zoals dit bijvoor
beeld bij contractfarming veel voorkomt.
Aanbeveling
In compacte vorm biedt Van Dooren zijn
lezers de coöperatie voor ontwikkelings
landen aan met uitlopers naar het verle
den, de historie van het coöperatiewezen
in geïndustrialiseerde landen. De be
schouwingen getuigen van ruime eigen
ervaring met coöperaties in ontwikke
lingslanden. Het geheel vormt studiema
teriaal van hoge kwaliteit. Van harte aan
bevolen.
£- 4 f*