coöperaties voor
ontwikkelingslanden
Een publikatie van dr. P. J. van Door en,
uitgegeven door Coutinho, Muiderberg
Het is goed dat de inhoud van de door dr. Van Dooren - directeur afdeling
Sociaal Maatschappelijk Onderzoek van het Koninklijk Instituut voor de Tro
pen - opgezette interuniversitaire cursus over coöperaties in ontwikkelings
landen thans in een boek goeddeels is opengelegd voor ieder die daarvoor
belangstelling heeft. Dat alleen al maakt de inhoud van het boek waardevol,
maar dit is niet de enige reden waarom wij dit werk van veel belang achten.
Mensen die bij het ontwikkelingswerk zijn betrokken weten, dat men in de
praktijk niet om de coöperaties heen kan. Deze staan immers vooraan als in
strument voor duurzame verbetering van de levensomstandigheden van
arme bevolkingsgroepen.
Verdieping en verbreding van kennis
over coöperaties is iets dat met beide
handen moet worden aangegrepen. Van
Dooren levert daartoe een in de Neder
landse taal gestelde bijdrage van hoge
kwaliteit. Hij noemt zijn publikatie 'Inlei
ding tot de problematiek der coöperaties
in de ontwikkelingslanden'. Dit is weten
schappelijke voorzichtigheid. Als men
van de gehele inhoud van het werk ken
nis neemt, ontdekt men dat tal van on
derwerpen systematisch en grondig de
revue passeren. Zo bijvoorbeeld ook het
onderwerp kredietverlening.
Voordat ik op bijzonderheden zou willen
ingaan graag eerst een opmerking van
algemene strekking.
In de praktijk van zowel rijke als van
arme landen treft men een bonte verza
meling van coöperaties aan. Het is haast
ondoenlijk daarover een algemene theo
rie op te zetten. Probeert men dit toch
dan is het onontkoombaar dat een groot
aantal varianten op een bepaald thema
moeten worden genoemd. Een andere
weg is dat volstaan wordt met één of en
kele voorbeelden te noemen ter illustra
tie van een gegeven beschouwing.
Van Dooren gebruikt in zijn boek ele
menten van beide methoden. Dit maakt
het totale beeld ingewikkeld. Het zou
voor de lezer bijvoorbeeld van groot nut
hebben kunnen zijn wanneer een scher
pere plaatsbepaling van het coöperatie
fenomeen voor ontwikkelingslanden
was gegeven, gebaseerd op hoofdaspec
ten. Dat zijn het economisch aspect, het
sociale aspect en het politieke aspect.
Gegeven een situatie waarin gericht -
ook met politieke middelen - wordt ge
zocht naar verbetering van bestaansmo
gelijkheden van arme bevolkingsgroe
pen. Er bevinden zich in ontwikkelings
landen spanningsvelden tussen deze as
pecten. Het economische en sociale as
pect kunnen strijden om de voorrang; zo
ook het politieke aspect in verhouding
tot de beide andere. Een coöperatie in
een ontwikkelingsland - nogmaals ge
geven het gericht streven naar lotsverbe
tering van arme bevolkingsgroepen -
staat voor het voeren van een gemengd
economisch-sociaal-politiek bepaald be
leid met uiterst moeilijke keuzevraag
stukken. Van Dooren is zich daarvan
goed bewust wanneer hij bijvoorbeeld
de taak van de overheid ten aanzien van
coöperaties in ontwikkelingslanden be
schrijft (paragraaf 2.2) of wanneer hij
pleit voor de oprichting van coöperaties
ter voorziening in het totaal der behoef
ten van de kleine producenten (multi-
purpose). Over beide onderwerpen nu
een nadere uiteenzetting.
Taak van de overheid
De taak van de overheid mag niet uit
groeien tot een situatie waarin de coöpe
ratie de eigen zelfstandigheid verliest
(staatscoöperatie). Om dat te voorko
men zal de coöperatie in financieel op
zicht niet geheel van de overheid afhan
kelijk mogen zijn. Van Dooren pleit daar
om voor een met medewerking van de
overheid te stichten garantiefonds - of
directe overheidsgaranties - met behulp
waarvan de coöperatie elders geld kan
lenen. Hij voegt er echter aan toe dat in
arme streken het gewenst kan zijn dat de
overheid het beginkapitaal voor nieuwe
coöperaties (tijdelijk) ter beschikking
stelt.
De overheid heeft naar de opvatting van
Van Dooren nog een veelheid van andere
taken:
het wegnemen van belemmeringen
die een ontplooiing van de coöperatie
in de weg staan
- zorg voor een goede coöperatiewet
geving;
- het opzetten van een coöperatie-
voorlichtings-en inspectiedienst;
(in een later stadium zullen centrale
organisaties van de coöperaties deze
taak over moeten nemen);
- zorg voor coördinatie van de coöpe
ratie-activiteiten met die van de land-
bouwvoorlichtingsdienst, het land
bouwkredietwezen enz.
- hulp bij opleiding, training en educa
tie;
- het bevorderen van de oprichting
van centrale organisaties van coöpera
ties.
Uit deze gedachtengang van de auteur
blijkt hoe reëel de politieke factor in aan
merking moet worden genomen bij het
tot leven brengen van coöperaties in ont
wikkelingslanden.
Multi-purpose coöperatie
Anders dan de ontwikkeling in de geïn
dustrialiseerde landen is geweest, pleit
Van Dooren voor de totstandkoming van
coöperaties die in zoveel mogelijk be
hoeften van de leden kunnen voorzien.
Het zijn vooral de kredietbehoeften, de
aanschaffing van produktiemiddelen, de
zware dienstverlening (grondbewerking,
irrigatie) en de afzet die om een gecom
bineerde vorm van voorziening vragen.
Hij volgt met deze opvatting het spoor
van vele anderen. Ook F. W. Raiffeisen
wordt bij herhaling ter verdediging van
dit standpunt genoemd.
Als voordelen van de multi-purpose
coöperatie in de zin als zojuist aangege
ven, worden genoemd;
- aan het lid kan all-round assistentie
worden geboden
- de kapitaalbehoefte van één multi-
purpose coöperatie kan kleiner zijn
dan die van meer enkelvoudige coöpe
raties;
- het volume van bepaalde activitei
ten laat niet altijd toe dat zij in aparte
coöperaties worden ondergebracht
- spreiding van risico's en spreiding
van werk
- door combinatie van krediet en aan-
en verkoop heeft de bedrijfsleiding be
ter inzicht in de positie van de afzon
derlijke leden; toezicht op de aanwen-