buiten
28
self-reliance
dat vooruitgang vooral bij de afzonder
lijke grondstoffenafspraken zal plaats
vinden. Overigens kan men zich afvra
gen of het wel zo doelmatig is deze on
derhandelingen op een dergelijke brede
basis te organiseren. Al mag de grove
indeling naar rijk en arm in algemene zin
opgaan, de identiteit en de belangen
binnen een groep vertonen allerlei uit
eenlopende karakteristieken. Vandaar
dat gesprekken tussen belanghebbende
partijen in sommige gevallen waar
schijnlijk van beter nut zullen zijn. Im
mers, nog geen derde van de minerale
grondstoffen is in handen van de ont
wikkelingslanden, terwijl vele van deze
landen zelf importeur van agrarische
grondstoffen zijn.
Een systeem dat in de sfeer van een col
lectieve grondstoffenafspraak relatief
naar voldoening werkt is het 'Sta-
bex'-systeem, dat in juli 1976 tussen de
EEG en een aantal ontwikkelingslanden
uit Afrika, in het Caraïbische gebied en
de Stille Oceaan werd overeengekomen
in het kader van de Overeenkomst van
Lomé (1974). Het systeem voorziet in
een compensatie bij daling in de export
opbrengsten van de twaalf betrokken
produkten.
Heel het zakelijke overleg tussen de
ontwikkelingslanden en de industrielan
den werd na de UNO-verklaring tot vor
ming van een Nieuwe Economische Or
de, onder de noemer gebracht van de
Noord-Zuid Dialoog. Ter beoordeling
van de vorderingen van dit overleg is de
commissie-Brandt opgericht, die vol
gend jaar een eindrapport moet afleve
ren.
Al mogen de resultaten van de confe
rentiedriften van de laatste jaren nog
weinig concreets hebben opgeleverd, er
is ongetwijfeld een belangrijke aanzet
ontstaan tot erkenning van elkander als
gelijkwaardige partner. De ontwikke
lingslanden zullen voor de industrielan
den een belangrijke potentiële markt
blijven, mits de industrielanden kwalijke
protectionistische maatregelen zullen
weten te vermijden. Alleen dan zal de
koopkracht in de ontwikkelingslanden
kunnen toenemen. Slagen we er in het
overleg tussen beide partijen vrucht te
doen dragen, dan moeten ook weder
zijdse problemen van werkloosheid
makkelijker kunnen worden opgelost.
Maar bij alle zakelijkheid worde niet uit
het oog verloren dat honderden miljoe
nen mensen nog vele jaren in uiterst be
narde situaties zullen moeten voortle
ven. Willen deze grote groepen van de
wereldbevolking ooit tot self-reliance
komen, dan zullen wij bereid moeten
blijven om een deel van de eigen koop
kracht in te leveren.
Dollars, banken en strategische posities
Simon den Danser ligt op de wal onder sneeuw en ijzel. Tijd om alleen rond
mijn schip te dwalen, in plaats van erop. Inspectie van het onderwaterschip,
de kiel, het roer. De tochten in 1978 op zee hebben heel wat aangroei van
schaaldieren opgeleverd. Hier en daar zal het schip wat onderhoud moeten
krijgen om volgend jaar weer door de golven te snijden. Naast mij ligt in de
steigers een 70-voets trimaran van een Amerikaan, die nog juist voor de
herfststormen de Atlantische Oceaan is overgestoken en met een beschadigd
roerblad in Nederland zal moeten overwinteren. De eigenaar van deze zeil-
reus, een directeur bij een van de grootste Amerikaanse banken, beweegt
zich ook op de werf. In de beschutting van een loods trekken wij een albatros
open en komen aan de praat.
Het huidige monetaire klimaat is net zo kil als het Hollandse winterklimaat,
vindt mijn zegsman. De waardedaling van de dollar maakt van zijn tijdelijk
verblijf in Nederland een dure aangelegenheid. Ook zijn bank heeft van de
dollardepreciatie geleden. Trouwens alle Amerikaanse banken, die tot voor
kort trots het voortouw van de wereldranglijst trokken. Nog steeds voert de
Bank of America als grootste bank ter wereld deze ranglijst aan. Maar bij een
voortgaande daling van de dollarwaarde zal het niet lang meer duren of deze
plaats zal worden ingenomen door de nog vrij onbekende Crédit Agricole in
Frankrijk, de zuster van de Nederlandse Rabobank.
Een ruwe benadering van de balansomvang, in dollars gemeten, komt mo
menteel reeds voor de Crédit Agricole uit op een ex aequo tweede positie met
de Amerikaanse Citicorp.
Wanneer het regime van Giscard in Frankrijk erin slaagt om de Franse econo
mie nieuwe stimulansen te geven, waardoor de franc een appreciatie van
rond 8 ten opzichte van de dollar zou ondergaan, brengt dit de Crédit Agri
cole reeds op de eerste plaats van de wereldranglijst.
Op zichzelf een veelbetekenend feit. Met de waardedaling van de dollar ma
ken vele andere Europese banken op de ranglijst grote sprongen naar boven.
Dan treedt een wet in werking die zegt, dat grote omvang, zaken aantrekt.
Banken in de top van de wereldranglijst nemen strategische posities in. Dit
hebben zij ervaren bij de Herstatt-déconfiture in 1974 en bij de een jaar voor
dien ontstane petro-dollars. Toen pas bleek hoezeer grote banken het ver
trouwen genoten van grote beleggers en grote deposito's konden aantrekken.
In de afgelopen jaren hebben banken in de top van de ranglijst hun zakenvo-
lume zien groeien en hebben bij handhaving van rentemarges hun positie zien
versterken. In feite gaat dit voor de meeste grote Europese banken op.
In 1970 was Chase Manhattan nog driemaal de omvang van de Deutsche
Bank. Momenteel, in de herfst van 1978, is de Deutsche Bank aanzienlijk gro
ter dan Chase. Nog geen acht jaar geleden namen zeven Amerikaanse banken
een plaats in bij de 'top-tien' van 's werelds grootste banken. Thans zijn dat er
nog maar drie, terwijl vier van de tien grootste banken in de wereld hun zetel
in Frankrijk hebben.
De waardedaling van de dollar heeft ook belangrijke gevolgen gehad voor de
omvang van de internationale kredietverlening, welke Europese banken, ge
zien vanuit de optiek van de kapitaalbasis, op hun schouders hebben kunnen
nemen.
Door een beslagen ruit van de loods op de werf overschaduwt de Amerikaan
se trimaran mijn schip. Ik besef dat dit met de dollar ten opzichte van andere
valuta's niet meer het geval is
C. G.Compaen