SSPP
werking derhalve los gezien van de sa
menwerkende partijen. Dit heeft ook
gevolgen voor de samenwerking zelf.
De samenwerking vindt dan niet meer
plaats direct tussen de leden maar, om
een biljartterm te gebruiken, over de
band van de rechtspersoon. De relatie
tussen de partijen onderling wordt ver
vangen door een relatie tussen de indi
viduele partijen en de rechtspersoon.
Het doel van de samenwerking wordt
geformuleerd in de doelstelling van de
rechtspersoon. Daarnaast blijkt de om
vang en de inhoud van de samenwer
king uit de rechten en de plichten welke
iedere partij heeft jegens de rechtsper-
ele leden een gegeven is. Wat de sa
menwerking voorstelt, wordt uitge
maakt binnen de rechtspersoon; daar
over hebben de individuele leden strikt
genomen juridisch niets te vertellen. De
organen van de rechtspersoon maken
uit wat de omvang van de samenwer
king is, welke de rechten en de plichten
zijn van de individuele leden. Hier staat
dan tegenover dat een lid het principiële
recht van uittreden heeft. Het kan niet
tegen zijn zin gedwongen worden te
blijven samenwerken. De door de wet
toegestane praktijk om het uittreden uit
een coöperatie te bemoeilijken, mag
dan ook nooit zover gaan dat uittreden
feitelijk onmogelijk is.
Ook tussen de organen van een coöpe
ratie en de individuele leden dient er
sprake te zijn van een vertrouwensrela
tie. De wetgever heeft deze relatie ook
juridisch inhoud gegeven door te bepa
len dat de leden van de organen te allen
tijde kunnen worden ontslagen door de
genen die hen hebben benoemd. Hier is
sprake van een recht dat uitgeoefend
kan worden zodra de vertrouwensband
verbroken is.
Evenals het staatsrecht worstelt ech
ter ook het verenigingsrecht met de re
latie vertegenwoordigers-vertegen
woordigden. De wetgever heeft zich
zeer wel gerealiseerd dat het systeem
staat of valt met het vertrouwen dat de-
Samenwerking tussen de leden: over de
band van de rechtspersoon!
soon en vice versa. Afhankelijk van het
soort rechtspersoon wordt de relatie
met de rechtspersoon juridisch met een
aparte naam aangeduid. Bij een vereni
ging en dus ook bij een coöperatie
wordt gesproken van het lidmaatschap.
Door de samenwerking los te denken
van de individuele samenwerkenden,
zijn de individuele leden verdwenen
naar het tweede plan. Dit betekent niet
dat zij onbelangrijk zijn geworden. Zoals
hierboven onder 'dualisme' is aange
duid, zijn de leden essentieel voor de
coöperatie. Met het tweede plan wordt
bedoeld dat de omvang en de inhoud
van de samenwerking voor de individu-
De positie van de organen van
de rechtspersoon
De positie van het individuele lid wordt
pas goed duidelijk als we zien wat de
positie van de organen van de coöpera
tie is. Die organen representeren de le
den en in zoverre is er een duidelijk on
derscheid met de nv of bv. Vandaar dat
de wet dwingend voorschrijft dat de le
den direct of via kiescolleges invloed
moeten hebben op de samenstelling
van de organen. Hier is sprake van het
zelfde systeem als in onze parlementai
re democratie. De organen van de staat
worden geacht het volk te vertegen
woordigen. Zij worden dan ook direct of
indirect door het volk gekozen, hetgeen
de vertrouwensbasis vormt voor hun
functie. Zij voeren hun taak echter auto
noom uit, zonder last of ruggespraak.
genen die in de organen zijn gekozen
weten te mobiliseren. Hij kende echter
zijn beperkingen. Ten slotte is een ver
trouwensband niet juridisch te forceren.
Wel bevat de wet een aantal bepalingen
voor het geval deze vertrouwensband
niet meer aanwezig is. Naast het al ge
noemde ontslagrecht kunnen in dit ver
band nog genoemd worden de bepalin
gen volgens welke individuele leden de
besluiten van de organen kunnen be
strijden als men ze in strijd acht met de
goede trouw. Meer positief is de bepa
ling volgens welke de statuten een refe
rendum kunnen toestaan c.q. alle leden
ook buiten een ledenraadsvergadering
unaniem besluiten kunnen nemen. Al
deze bepalingen hebben echter margi
nale betekenis. De jurist kan hier niet
meer dan het beginsel formuleren. Hij