wat ons bezighoudfj Sommigen blijken de opvatting te huldigen, dat goede commerciële resultaten als ons hoogste doel moeten worden beschouwd. Daartegenover stel ik, dat wij, beheerders en personeelsleden van onze organisatie, ons er vóór alles steeds bewust van moeten zijn, dat onze Rabobank een coöperatieve bank is. Als zodanig is ze niet enkel, en zelfs niet in de eerste plaats, een commerciële instelling. Onze bankorganisatie is van en vóór de leden en cliënten: hun belangen moeten uitgangspunten en doel zijn bij alles wat we in ons bedrijf doen. Ik ervaar telkens, dat de coöperatieve beginselen, die in het verleden zo deugdelijk gebleken zijn en die de basiskracht van onze organisatie vormen, allerminst versleten of aftands zijn. Integendeel, als we ze goed verstaan in hun eigentijdse betekenis en juist toepassen vinden we er enorm veel van de tegenwoordige maatschappij-opvattingen in terug! Met veel voldoening zal ieder binnen onze organisatie de benoeming door de laatste Centrale Kringvergadering van een 'Commissie Arbeidsverhoudingen' begroet hebben. Deze zal zich in het komende jaar bezighouden met het opstellen van een advies over de totstandkoming van de arbeidsvoorwaarden, de meest wenselijke medezeggenschap, structuur en de vraag hoe het werknemerselement in onze structuur een geëigende plaats kan krijgen. Het zijn alle zeer belangrijke zaken, die voor ons in de komende decennia van wezenlijke betekenis zullen zijn. Al deze ontwikkelingen, de goede en de minder goede, zullen van ons, beheerders en medewerkers van centrale bank en aangesloten banken in 1979 weer zeer veel werk en inspanning vragen. Maar met eenzelfde inzet als in het aflopende jaar heel duidelijk aan de dag trad, kunnen we het nieuwe jaar vol vertrouwen tegemoet gaan. Ik moge thans alle lezers en lezeressen prettige Kerstdagen en een gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar toewensen. Mertens INVESTERINGSKLIMAAT Toen de vorige regering opdracht gaf voor een onderzoek naar het investe ringsklimaat in ons land in de ogen van buitenlandse bedrijven, zal men mis schien gedacht hebben daarmee te kun nen aantonen dat het met de aantrekke lijkheid van Nederland voor investeer ders niet zo slecht gesteld was als me nigeen ons wel wilde doen geloven. De resultaten van dit onderzoek zijn recent door de huidige minister van Economi sche Zaken openbaar gemaakt. Het rap port 'Aantrekkelijkheid van Nederland voor buitenlandse investeerders' sa mengesteld door het Bureau McKinsey stelt de optimisten niet in het gelijk. De conclusies wijzen onomwonden uit dat Nederland bij veel buitenlandse onder nemers in de huidige positie niet erg hoog staat aangeschreven. Als oorzaken hiervoor werden in het bijzonder ge noemd de kleine thuismarkt, de ongun stige verhouding tussen arbeidskosten en kwaliteit en vergaande sociale ont wikkelingen. Het gaat niet aan om deze uitkomsten louter voor kennisgeving aan te nemen. Buitenlandse investeringen betekenen namelijk heel wat voor ons land. Illu stratief hiervoor is dat ca. 20 van alle werknemers in de nijverheidssector werkzaam is bij in Nederland gevestigde buitenlandse bedrijven en dat buiten landse ondernemingen bijna 25 van de lokale investeringen in de nijver heidssector vertegenwoordigen. Hieruit blijkt dat Nederland niet alleen een open economie is voor wat betreft z'n in- en uitvoer. Ook investeringen door buiten landse bedrijven in ons land zijn van buitengewoon groot belang. De enquêteresultaten zijn eens te meer ook serieus te nemen omdat zij in over eenstemming zijn met de sterke terrug- gang van de buitenlandse investeringen in ons land in de afgelopen jaren: van 2 600 min gulden in 1974 tot 800 min gulden in 1977. Aan een dergelijk ver loop kan moeilijk schouderophalend voorbij worden gegaan gezien de nega tieve consequenties voor de werkgele genheid, de betalingsbalans en de eco nomische groei. We zullen ons er veel aan gelegen moeten laten liggen om de goede reputatie die ons land in het ver leden bij buitenlandse bedrijven genoot weer te herstellen. Dat kan alleen wan neer we in het economische beleid gro te aandacht schenken aan afstemming op ontwikkelingen en opvattingen bij onze voornaamste economische part- nerlanden. Typisch Nederlandse stok-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 5