geld en kapitaalmarkt dat het disconto werd verlaagd, dat de swapfaciliteiten Dat Sinterklaas niet allen vreugde brengt, bleek ook dit jaar weer toen het na allerlei hoopvolle geluiden op 5 december duidelijk werd, dat de regeringsleiders van de EEG-landen er toch niet in konden slagen het Euro pese Monetaire Systeem tot stand te brengen. De pro blemen bleken niet zozeer bij de directe valutaire af spraken te liggen (2 Viz afwijking van de spilkoersen van de slanglanden en een grotere afwijking van de landen met zwakkere munten), maar veel meer bij de overige modaliteiten van het systeem, zoals de bijdra gen ter stimulering van de economie en de oprichting van het Europese Monetaire Fonds. Het enige concrete resultaat tot op dit moment is de toetreding van Frank rijk tot de valutaslang. De koers waartegen dit - per 1 januari 1979 - zal gebeuren, moet echter nog worden bekendgemaakt. Opvallend in de maand november was het koersver loop van de Amerikaanse dollar. In de eerste dagen van de maand doorbrak zij snel de grens van f2,00, terwijl zij aan het eind van de maand vrij stabiel rond f2,09 noteerde. Ten opzichte van de laagste notering f 1,87 op 30 oktober, impliceert dit een koersherstel van bijna 12 Een belangrijke oorzaak hiervoor was het op 1 november door president Carter aangekondigde pakket maatregelen, waarin onder andere werd aangekondigd met West-Duitsland, Zwitserland en Japan zullen wor den uitgebreid, dat de Verenigde Staten in het buiten land zullen gaan lenen en dat de maandelijkse goud verkopen zullen worden verdubbeld. Het herstel van de dollar bracht met zich mee, dat de koersen van de Zwitserse frank en de Japanse yen aanzienlijk teruglie pen en evenzo de goudprijs. Binnen de valutaslang bleef het - in het licht van de totstandkoming van de Europese Monetaire Slang - opvallend rustig. De geldmarkt werd de gehele maand gekenmerkt door geweldige tekorten, welke enerzijds voortvloeiden uit de valuta-interventies in oktober en anderzijds uit de belastingbetalingen. In de eerste helft van de maand konden de tarieven onder invloed van de enigszins te rugkerende rust aan het valutafront dalen. Maar in de tweede helft sloeg deze tendens weer om. Hiervoor zijn een aantal oorzaken aan te duiden, zoals de valu taire onzekerheid, het begin van een nieuwe contin- genteringsperiode, de naderende jaarultimo en de uit latingen van officiële zijde over de ontwikkeling van de Nederlandse betalingsbalans, welke voor 1978 naar verwachting een tekort van f 1 a 2 miljard zal vertonen, terwijl 1 jaar geleden een overschot van f6 miljard werd verwacht. De Nederlandsche Bank heeft het geldmarkttekort in tensief begeleid. Zo werd voor de periode van 27 okto ber tot 16 november een speciale belening ter grootte van f 2160 miljoen (a 10 afgesloten en voor de peri ode van 16 november tot 8 december een belening van f2645 miljoen (a 814 Voorts werd aan het eind van de maand de geldmarkt met ruim een miljard aan dol larswaps verruimd. Bovendien werd de contingenteringsregeling versoe peld. Met de geldmarktrente kwamen er ook verande ringen in de hoogte van de opslagrentes. Nadat deze in de tweede en vierde week van november waren ver laagd met respectievelijk 1 en Vz werden zij begin december weer met één punt tot 2 verhoogd. In het disconto kwam geen verandering. De rente op 3- maands interbancaire deposito's kwam gemiddeld op 9,02 tegen 11,75 in oktober. De rente op de kapitaalmarkt vertoonde een zelfde beeld als de geldmarktrente: een daling tot de medio van de maand en daarna wederom een stijging. De oorzaken hiervan zijn in het bovenstaande al aange duid. Daarbij kwam, dat de termijndepositotarieven Drs. B. J. Kruimel een duidelijk alternatief waren voor het beleggen op de obligatiemarkt en de aandelenmarkt ook een allesbe halve riante ontwikkeling vertoonde. De schommelin gen van de rente op zowel de openbare als onderhand se kapitaalmarkt, waren evenals in de maand oktober nogal fors. Zo liep de rentewijzer na een daling in de eerste helft van de maand met 0,4 in de tweede helft weer op van 7,90% tot 8,46% op 1 december. Het maandgemiddelde kwam op 8,10% tegen 8,21 in oktober. De maand werd ondanks de renteontwikkelingen toch nog gekenmerkt door een redelijke emissieactiviteit. Zo gaven de NMB, de Norges Kommunalbank en de Ennia leningen uit ter grootte van respectievelijk f 125, f75 en f100 miljoen met couponrentes van 8%%, 8I/2 en 8I/4 De ABN kondigde vervolgens een 814 lening aan, met een gemiddelde looptijd van 8 jaar. De belangstelling voor deze lening, welke f150 miljoen groot was, had in eerste instantie nogal te lij den van de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt, maar dit kon worden opgevangen door een verhoging van de couponrente tot 83A Het was de derde keer sinds juli van dit jaar, dat de couponrente van een obligatie lening tussen tijdstip van aankondiging en inschrijving werd verhoogd. Dit uitzonderlijke feit geeft wel duide lijk aan hoe snel de situatie op de kapitaalmarkt op dit moment kan veranderen. Een ander opmerkelijk punt bij deze lening was, dat de crediteur de stortingsdatum naar keus kon bepalen op 21 december of 4 januari. De eerste datum zal de debiteur hebben geprefereerd uit hoofde van de kredietbeperking: naar de tweede da tum gaat in het algemeen de voorkeur uit van de insti tutionele beleggers. Aan de vooravond van de verjaar dag van St.-Nicolaas kondigde de staat haar zevende lening van 1978 aan, met een gemiddelde looptijd van 5V2 jaar. (Van de andere leningen hebben er vier een looptijd van gemiddeld 8 jaar en twee van IOV2 jaar). De couponrente van 8I/2 is dit jaar bij de staat reeds eenmaal voorgekomen en is historisch gezien hoog.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 40