Effectenbezit Heel erg optimistisch en misschien wel bedoeld als het uitgooien van een visje om een kabeljauw te vangen, werd - met één stem meerderheid - besloten om vijf procent van de jaarlijkse winst over te dragen aan de Provinciale Noordhollandsche Boerenbond. Volgens het jaarverslag over 1913 wa ren bij 'Alkmaar' zesendertig banken aangesloten. Naast directeur Jb. Zuur bier werkten de inspecteurs C. Schouten en G. J. Meyer; mr. H. P. M. Kraakman gaf rechtskundige adviezen. De salarissen van directeur en inspec teurs bedroegen in totaal f 1 360,—. Voor reis- en verblijfkosten van de in specteurs moest f127 - worden uitge geven. 'Gelden, niet noodig voor het verleenen j van voorschotten, werden bij soliede In stellingen, grootendeels tegen onder pand uitgezet.' Dat staat er nogal krach tig, maar aangezien de 'winst door het bedrijf' f2 188,09 bedroeg waartegeno ver een afschrijving op effecten moest worden geboekt van f 19 931,76, was het negatieve resultaat over dit jaar niet minder dan f 17 743,67. Die afschrijvingen op de effectenwaarde hebben er flink aan meegewerkt om 'Alkmaar' het leven onmogelijk te ma ken. Nog in 1915 komen onder het effectenbezit fondsen voor zoals Ameri kaanse spoorwegen, fondsen uit Cuba, Brazilië, Mexico, China, Hongarije, Ja pan en Rusland. Beslist geen portefeuil- Ie zonder grote risico's! Men trachtte het schip op allerlei wijze drijvend te houden. Besloten werd dat iedere bank in ieder geval een volge stort renteloos aandeel van de Centrale Bank moest hebben en dat voor iedere f 10 000,- krediet bij de Centrale Bank óók nog een aandeel van f 1 000,- ge nomen moest worden in het opgerichte Waarborgfonds. Omdat diverse aange- j slotenen waarschijnlijk de grond een I beetje heet onder de voeten begonnen te voelen werd voor alle zekerheid ook bepaald dat 'Uittredende Banken wor den verplicht bij eventuele verliezen of nadeelige saldo's bij de Centrale naar evenredigheid bij te dragen.' Wereldoorlog De weerstand van de Centrale werd da nig ondermijnd door het uitbreken van de Wereldoorlog 1914-1918. Op 6 augustus 1914 werd door 'Alk maar' een vergadering belegd met de afgevaardigden der aangesloten banken om 'te bespreken den tegenwoordigen finantieelen toestand, ontstaan door de uitgebroken Europeeschen Oorlog'. Door de banken is zeer veel geld opge vraagd en bij particuliere banken is geen geld beschikbaar. De Nederlandsche Bank heeft zich wel bereid verklaard wanneer dat zeer noodzakelijk is, de Centrale te steunen maar 'door de Cen trale is besloten geen voorschotten meer aan de aangesloten Banken te verleenen en dat aan de Banken welke dat opvragen 20 van tegoedzijnde de posito's zullen worden uitbetaald In het 12de boekjaar van de Coöperatie ve Centrale Christelijke Boerenleenbank moest op effecten f60 509,80 worden afgeschreven. Daar valt tegen in het niet de aankoop van meubilair ad f 179,16. Veelzeggend is het dat onder de post crediteuren een bedrag van f550,- voorkomt wegens kantoorhuur over 1913,1914en 1915. Het verslag 1916 over het dertiende boekjaar van de - nu geheten - Coöpe ratieve Centrale Land- en Tuinbouw- bank, zegt dat het bedrag der voor schotten steeds verre overtroffen wordt door dat der deposito's, maar zegt ook nogmaals dat de overtollige gelden zijn belegd in effecten, schatkistbiljetten, fi nanciële instellingen, gemeenten, kerk besturen en particulieren, meerendeels tegen onderpand. Blijkbaar wijs gewor den, is door aankoop van binnenlandse fondsen het effectenbezit in dit jaar be langrijk vermeerderd en werden som mige daarvan tegen voordeliger koersen weer gerealiseerd: 'Door bedrijfswinst en koersavance op effecten sluit de balans dit jaar met een voordelig saldo van f 36 553,931 Donkere wolken Bij de omzetting van de Centrale Bank te Alkmaar in een Coöperatieve Centrale Land- en Tuinbouwbank moest men er wel aan blijven denken dat deze bank beschouwd moest blijven worden als een instelling van de RK Land- en Tuin- bouwbond. Men ging nog een poosje door met ploeteren. Er hebben blijkbaar ooit plan nen bestaan om naar Leiden te verhui zen. Misschien om ook in Zuid-Holland uitbreiding van het aantal leden-banken te krijgen? Er werd een plan geopperd om de zaken uit te breiden met een kassiersbedrijf, maar het totaalverlies 'is nu zoo groot dat de tijd nodig om het terug te winnen wel aanmerkelijk grooter zal zijn zegt een afgevaardigde en een nieuw benoemd lid van de Raad van Toezicht vond het beter zijn benoeming maar niet aan te nemen. Allemaal vege te kens en donkere wolken aan de horizon. Er moest een steeds groter beroep wor den gedaan op De Nederlandsche Bank door middel van verdiscontering van bank-debiteurenpromessen; mede het gevolg van verminderde deposito's en belangrijke kredietstijgingen. De wagen rende steeds harder van de berg af. Te respecteren is het dat men alle mo gelijke pogingen deed om staande te blijven en om bovendien het Rooms-Ka- tholieke karakter te bewaren. In 1919 werd de naam weer veranderd, nu in 'Coöperatieve Centrale Landbouwbank' die resorteerde onder de RK Land- en Tuinbouwbond in het diocees Haarlem. Er was geen kruid meer gewassen tegen de achteruitgang. In de notulen van de bank Opperdoes (later omgedoopt in Koggenland) van 18 april 1924, lezen we dat De Nederlandsche Bank geen gelden meer aan 'Alkmaar' wil verstrek ken. De Centrale Bank te Eindhoven wil wel helpen mits de lokale banken het verlies der Centrale van Alkmaar geheel voor hun rekening nemen en een uittre- j dend lid zijn deel in het verlies betaalt. Uiteindelijk liepen de verliezen op tot 500 a 600 000 gulden. Men kan zich er geen voorstelling meer van maken hoe veel hoofdbrekens de vereffing van dit bedrag gekost zal hebben. En zo kwam het eind na lang en dapper pogen. In juli 1942 werd aan het Handelsregis ter van de Kamer van Koophandel be- richt dat de Coöperatieve Centrale Land- bouwbank in staat van liquidatie was nadat zij per 11 juli was opgeheven. Vol gens een opgave van 1925 bedroeg het aantal leden dat ook eens 47 groot was - negenendertig banken, waaron der twee uit Zuid-Holland. Na de liquidatie van Alkmaar gingen 19 daarvan over naar de Coöperatieve Cen trale Raiffeisen-Bank te Utrecht en 19 j naar de Coöperatieve Centrale Boeren leenbank te Eindhoven. De bank te Bergen bleef zelfstandig maar moest in 1946 haar bestaan ein digen op advies van De Nederlandsche Bank. De Amsterdamsche Bank nam de zaken over. Andere instellingen Ook in andere plaatsen dan in Alkmaar bestonden en bestaan instellingen die zich in hoofdzaak bezighouden met de agrarische kredietverlening. Zij zijn thans waarschijnlijk op de vingers van één hand te tellen. Ook het voormalige j Noordhollandsche Landbouwcrediet be- hoorde daartoe. De heren Wennink (Coöperatieve Zuivelbank-Rabobank Alkmaar) en Hoogenhout (voorheen bij deze Zuivelbank, thans bij de DSM te Heerlen) waren zo vriendelijk enkele ge gevens over de instelling te verzamelen en aan Terugblikker door te geven. Dit Noordhollandsch Landbouwcrediet, waarvan o.a. mr. Mons en mr. Josephus Jitta directeuren zijn geweest, telde zijn cliënten zowel onder agrariërs als onder middenstanders en ambachtslieden. Het Noordhollandsch Grondcrediet, waarvan de pandbrieven zelfs de beurs notering bereikten, was een tak van deze instelling, die ook al geen lang le- j ven was beschoren. Op 4 december 1939 besloten de aandeelhouders tot ontbinding van de vennootschap, die werd overgenomen door de Amster damsche Bank. Deze opende kantoren in de gebouwen van het NH Landbouw crediet zowel te Alkmaar als te Hoorn, Enkhuizen, 's-Gravenhage, Delft en Rot terdam onder hun 'oude' beheerders. Leiden en Haarlem werden samenge- voegd met de aldaar reeds bestaande J bijkantoren van de Amsterdamsche Bank. De oude panden op de Voordam te Alk maar werden goeddeels gesloopt om plaats te maken voor het kantoor van de Amsterdamsche Bank (AMRO). Genoeg nu over de 'Banken opgericht j tussen twee zeëen'. Aan de overzijde van het voormalige IJsselmeer gaat hij nu een aantal banken bezoeken, die doelwit worden van zijn 'Terugblikken'. Tb.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 39