uit onze historie t 35 Banken, opgericht in een land tussen twee zeeën En omdat belofte schuld maakt nu iets over de in 1942 opgeheven Centrale Bank te Alkmaar. In de notulen van die bank heeft Terugblikker geen inzage gehad. Waar zou hij ze hebben moeten zoeken? Voor dit verhaal werd teruggegrepen op ons maandblad van april 1973, op gegevens die voorkomen in de notulen van enkele 'banken tussen twee zeëen' en op gegevens die enkele jaren gele den werden ontvangen van de heren J. P. M. Vreeswijk en J. F. J. Hof. Het gedenkboek bij het vijftigjarig bestaan van de Centrale Bank te Utrecht en het Handelsregister vulden enkele hiaten aan. Notulen van banken die eertijds bij de Centrale Bank Alkmaar waren aange sloten bevatten nog al eens mondelinge verslagen van afgevaardigden naar de algemene vergaderingen van die Centrale. Voorspel Op 12 juni 1898 werd de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank (zij het onder een andere naam) opgericht. Reeds na weinige jaren werd de eis dat men God, Huisgezin en Eigendom in christelijke zin als de grondslagen van het maat schappelijk leven moest erkennen, ge wijzigd in de voorwaarde van 'te goeder naam en faam bekend zijn'. Deze toch wel zeer ingrijpende verande ring en ook het feit dat de onbeperkte aansprakelijkheid van de ledenbank werd gewijzigd in de beperkte aanspra kelijkheid van de leden t.o.v. de Centrale (1903) brachten enkele aangesloten banken er toe zich van de Utrechtse Centrale Bank af te scheiden. Inmiddels gevoelden enkele, nog piepjonge, ban ken benoorden het IJ de behoefte tot een zekere onderlinge binding. Ook de Boerenleenbank Venhuizen wilde dat wel en stelde voor een bespreking te houden. Die bespreking vond inderdaad plaats. Er kwamen bezwaren naar voren tegen de eis van een gecombineerd lidmaat schap van Bank en Boerenbond die ook nog verlangde dat de boeken van de Boerenleenbanken door haar gecontro leerd moesten worden. Uit de Boerenbond is het initiatief geko men om Boerenleenbanken op te rich ten, dus is het wel te begrijpen dat deze bond, als 'moeder' haar 'kinderen' niet graag los wilde laten. Ook was men het niet eens met het ver langen van de Bond dat de Boerenleen banken een specifiek katholiek karakter moesten dragen. Dit zou immers beslist niet 'voordeelig werken op de oprichting van banken'? Bovendien zou aansluiting bij de Bond zeker f30,- kosten per jaar met zich brengen. Een voor die tijd zeer groot bedrag, nauwelijks te dragen door een moeizaam beginnende bank. De bank Egmond keek de kat uit de boom, maar bestelde wel een aantal exemplaren van de 'Handleiding voor het Beheer en de Boekhouding der Boe renleenbanken' geschreven door Geor- De Accijns-toren te Alkmaar, waarin nu het kantoor van de havenmeester. gius, ofte wel de bekende stimulator van de Boerenbonden, Pater van den Ei sen. Op de eerste uitnodigingen tot verder overleg kwamen weinige positieve reac ties. Toch stelde Egmond-Binnen een concept op voor een op te richten cen trale bank en werd veelvuldig contact opgenomen en overleg gepleegd met 'meer ontwikkelden en deskundigen'. Ook daarbij bleef men verre van een 'specifiek katholiek karakter'. Toch bleef de vraag: Wat nu te doen? Aansluiten bij 'Utrecht' of een nieuwe centrale bank stichten? Men meende in het aansluiten bij 'Utrecht' nadelen te zien zoals: grote kosten voor de lokale banken, gedwon gen controle (vanuit 'Utrecht') en hoof delijke aansprakelijkheid van de leden en dacht het beter zich aan te sluiten bij de - nog op te richten - nieuwe vereni ging. Deze nieuwe vereniging (in oprichting) dacht op 22 maart 1899 in Alkmaar een vergadering te houden maar 'Wie die dag niet reeds 's morgens op weg was gegaan, kon 's middags wel thuis blij ven, want het werd hondeweer'. Blijk baar waren slechts zeer weinigen op tijd van huis gegaan, want de vergadering ging ten minste niet door. Een volgende bijeenkomst zou worden gehouden in Alkmaar ten huize van de heer Conijn. Het had geen resultaat, maar toch liet men het denkbeeld van een eigen cen trale bank niet varen. Daartegenover stond de vraag of er wel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 37