van onderontwikkeling naar 'self-reliance' worden opgelost, dan is alle moeite ruimschoots beloond. Samenwerken De wet noemt de coöperatie een vereni ging. Deze aanduiding maakt ons on derzoek er niet eenvoudiger op. Wat hierboven voor de coöperatieve vereni ging is opgemerkt over het onbehagen met de juridische regeling en over de formele en materiële kenmerken in deze regeling geldt, met wat andere accen ten, ook nog een keer voor het juridi sche begrip vereniging. Dit betekent dat moet worden nagegaan wat de materië le kenmerken van de vereniging zijn. Op deze plaats noem ik de twee meest markante kenmerken t.w. de samen werking van juridisch zelfstandige per sonen en de rechtspersoonlijkheid van het samenwerkingsverband. Voor een goed begrip van de genoemde kenmerken moet men zich realiseren dat samenwerking feitelijk en dus ook juridisch op verschillende wijze kan worden georganiseerd. Enerzijds is er de enkele contractuele samenwerking, waarbij de partijen ook binnen de samenwerking juridisch zelf standig blijven. Wijzigingen in het sa menwerken betekenen een wijziging van de overeenkomst en zal veelal una nieme instemming van alle samenwer- kenden vereisen. Jegens buitenstaan ders heeft het samenwerkingsverband geen zelfstandige betekenis d.w.z. er is geen van de individuele partijen afge scheiden vermogen en er kunnen geen onroerende goederen op naam van het samenwerkingsverband worden verkre gen. Het is duidelijk dat men voor deze kenmerken nogal wat juridische model len ter beschikking heeft. Niet in alle modellen behoeven alle kenmerken aanwezig te zijn. Zo kent de tot deze groep behorende vennootschap onder firma wel een afgescheiden vermogen. Anderzijds is er de samenwerking waar bij de partijen of althans een ervan de judirische en maatschappelijke zelfstan digheid verliest. Het samenwerkingsver band is uit haar aard zelfstandig en je gens derden ontstaat er juridisch iets nieuws, al was het maar dat een van de partijen verdwijnt. De fusie is van een dergelijke samenwerking een voorbeeld. Een ander voorbeeld is de samenwer king in concernverband. Het Nederland se recht is ter zake van modellen als fu sie, overname en concernverhoudingen bepaald onderontwikkeld. Het ziet er echter naar uit dat in het kader van de harmonisatie van de Europese wetge vingen de duidelijke achterstand op de wetgevingen in de ons omringende lan den zal worden weggewerkt. Tussen beide uitersten bevindt zich het gebied dat door de econoom gekarakte riseerd wordt als de onvolkomen inte gratie. Juridisch hebben de hier bedoel de vormen van samenwerking twee hoofdkenmerken. Enerzijds is het sa menwerkingsverband zo hecht, dat het zich als een zelfstandige eenheid in het maatschappelijk verkeer en het recht voordoet. In deze samenwerking zijn de individuele leden niet meer te herken nen. Het samenwerken geschiedt onder naam van het samenwerkingsverband. Wanneer het recht dit aspect een eigen karakter wil geven, spreekt het van rechtspersoonlijkheid. Anderzijds gaan de samenwerkende partijen niet op in de samenwerking. Maatschappelijk en juridisch blijven partijen zelfstandig. Er verdwijnt niemand, om het maar eens zo te zeggen. Juridisch kan dit geformu leerd worden door de individuele partij en als derden tegenover het samenwer kingsverband aan te duiden. Binnen deze vorm van samenwerking kunnen in het kader van ons betoog twee richtingen worden onderscheiden, al naar gelang de samenwerkende par tijen hun bevoegdheden ter zake van de samenwerking hebben geregeld. Zo kunnen partijen de regels welke hun sa menwerking beheersen, neerleggen in een overeenkomst. In dat geval is en blijft de samenwerking een zaak van overeenstemming tussen alle partijen, zij het dat het feit dat partijen hun sa- Dit nu, is in eerste instantie het pro bleem van de landen zelf, maar daar naast zeker ook van degenen, die recht streeks betrokken zijn in theorie en praktijk bij de hulp aan de ontwikke lingslanden. Vast staat immers dat veel van deze noden het gevolg zijn van een gebrek aan kennis en middelen om deze te voorkomen, c.q. het hoofd te bieden. menwerking uitoefenen binnen een rechtspersoon wel degelijk invloed heeft. Jegens buitenstaanders, maar ook intern. Een voorbeeld van deze wijze van samenwerking vormt de joint-ven ture. De andere richting is die waarbij de indi viduele partijen hun bevoegdheden ter zake van de samenwerking verliezen. De regels van de samenwerking zijn niet neergelegd in een overeenkomst maar in statuten en eventuele reglementen. Besluiten ter zake van de samenwerking worden niet meer genomen door de sa menwerkende partijen maar door wat in het juridische spraakgebruik de organen van de rechtspersoon wordt genoemd. In dit artikel zal daarom dit facet ge makshalve overdracht van bevoegdhe den worden genoemd. Binnen de sa menwerking is er geen sprake meer van partijen maar van leden. Overigens gaat de wet er wel van uit dat er consensus is en blijft tussen de leden. De doelstel ling van de samenwerking dient duide lijk omschreven te zijn en de leden heb ben het principiële recht van uittreden. Het zal duidelijk zijn dat de vereniging en dus ook de coöperatie het prototype van deze wijze van samenwerken is. De materiële kenmerken van de coöperatie zullen de volgende keer nader worden bekeken. Hierbij kan worden gedacht aan noodsi tuaties, zoals rond de insectenplagen, epidemieën, hongersnood, overstromin gen, langdurige droogtes, oprukkende woestijnen enz. Het is dan ook een we reldlijk leed om mede in verband met genoemde situaties te moeten consta teren, dat ondanks de vele goede voor nemens om de ontwikkeling geleidelijk IVÏet groeiende regelmaat berichten de media over gebeurtenissen, die op de een of andere wijze de ontwikkelingslanden betreffen. In vele gevallen worden we als publiek dan geconfronteerd met het verslag van miserabele toestanden, die dikwijls als reactie een vorm van solidariteit oproepen, die niet verder reikt dan een corvee-achtige afdracht van een som geld. Het is dan niet zozeer om reden van onverschilligheid, maar eerder van machteloosheid, dat de solidariteitsgedachte spoedig weer wegebt. Want hoe moet je een dergelijke situatie (helpen) verhinderen?

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 29