landbouwcommentaar alleen een kwestie van meer afzet van produkten. Evenals in de rest van de maatschappij, zou nagegaan moeten worden of door een betere verdeling van het bestaande werk het aantal arbeidsplaatsen kan wor den vergroot. De landbouw heeft een verborgen werk gelegenheid doordat er bijvoorbeeld in de veehouderij, voortdurend zeer lange arbeidsdagen worden gemaakt en er nauwelijks sprake is van vakantie. Om deze ver borgen werkgelegenheid vrij te krijgen, zal de overheid bij moeten springen, hetgeen dan hopelijk wordt ge compenseerd door een vermindering van sociale uitke ringen. De zogenaamde bedrijfsverzorgingsdiensten zijn hiervoor de aangewezen organisaties, hoewel mi nister Van der Stee er voorshands maar weinig voor voelt om de reeds bestaande maar aflopende steun te verlengen. De landbouw heeft naast een verborgen werkgelegen heid ook een verborgen werkloosheid - een verschijn sel dat reeds veel langer bekend is. De huidige produk- tie kan namelijk worden verzorgd door veel minder be drijven dan thans. Dat kan wanneer op alle bedrijven de meest moderne manieren van produktie worden toegepast en wanneer het gemiddeld technisch en economisch kunnen van de werkenden verder wordt opgevoerd. Doorslaggevend voor de ontwikkeling in de agrarische sector is echter wat er buiten de landbouw gebeurt. Dat is gebleken toen in de periode van economische groei ook het landbouwbeleid werd afgestemd op ver groting van de bedrijven en verhoging van de produktie per arbeidskracht. Indien de maatschappij zich meer gaat richten naar een meer gespreide werkgelegenheid en kortere werktijden dan zal dat ook de toon bepalen voor het toekomstige landbouwbeleid. Er zullen dan echter nieuwe keuzen moeten worden gemaakt en men mag niet alles wat wenselijk zou kunnen zijn bij elkaar tellen. ff// /eMj/n Daar mag de Commissie Arbeidsverhoudingen ook wel eens naar kijken. De wijze waarop wij telken ja re met bloed, zweet en tranen de spaarzin van het vooral jeug dige volk menen te moeten stimuleren, bedoel ik. Dat ontgaat wellicht de meer gevorderden op de lad der van het balanstotaal, bij wie de arbeidsdeling zo ver is, dat hun bemoeienissen zich nog slechts beper ken tot het plechtig overhandigen van de eerste kalen der aan de burgemeester, met receptie na. Doch ik arme ziel, anders in de gemeenschap min of meer geaccepteerd als notabel, voel me tegen het uit breken van de spaarweek altijd een handelaar in galan terieën met veel onverkocht goed, die het ten einde raad nog eens met stuntwerk gaat proberen. Het begint allemaal zo rustig. Na goed overleg met de dames, die blijken te beschikken over een feilloos in stinct voor wat goed ligt in de markt, bestel ik het no dige materiaal in Best waar ze een heel aardige toko hebben met allerhande fritselfratsels. En voor je het weet, is het zo ver. Begerige handjes, groot en klein, uitgestrekt naar kalender of priktol, naar sleutelhanger of knikkerzak, worden gevuld. Dit alles put mij zeer uit, hoewel mijn medewerksters beweren dat ik mij aanstel. Doch deze keer had zich aan de vooravond van het grote gebeuren iets afge speeld dat mij de toch al wankele moed geheel in de schoenen deed zinken. Toen de bestelde premiums uit Best arriveerden had ik het druk en bleek beneden nog maar weinig plaats. Ik verzocht mijn dames om hier en daar wat ruimte te confisqueren, onder de kreet 'als 't voorlopig maar uit de weg is'. Ook hierin zijn ze handig, zodat het karwei binnen een uurtje was geklaard en ik ongestoord door het uitzicht op lelijke dozen kon voortgaan met mijn leidinggevende arbeid. De dag vergleed en ik bereidde me nog even voor op een gesprek dat ik de volgende ochtend zou hebben met een nieuwe relatie, die belangrijk zou kunnen bij dragen aan de welvaart van het dorp en dus ook van de bank. Hij arriveerde precies op de afgesproken tijd. Een man, die gestoken in een keurig donkerblauw kostuum en voorzien van de juiste maat diplomatenkoffertje, ge heel en al een sfeer van goed decorum stond te ade men. Afgemeten begeleidde ik hem naar de spreekkamer en even daarna bracht een van de meisjes, keurig in de plooi, ons een kopje koffie. Het gesprek vlotte wet en op een bepaald moment wil de ik graag mijn betoog wat extra onderstrepen met een van die mooie brochures, waarin Het Complete Dienstenpakket Voor Al Uw Financiële Zaken zo voor treffelijk uit de doeken wordt gedaan. Ik liep naar de kast en trok de deur open, waarachter ik een stapel van de betreffende boekjes wist. Het resul taat van die simpele armbeweging was verbijsterend, vooral voor de heer achter mij want ik wist wel wat er was gebeurd. Met het geluid van verse koeieplakken stortte zich een hoeveelheid plastic zakken over mijn voeten uit, waarin zich schepjes en zandvormpjes bleken te bevinden. Ze werden gevolgd door een twintigtal doosjes met bel lenblaas, die gelukkig heel bleven, evenals de zakjes met knikkers die zich bij de stroom voegden. Op het moment dat ik de stroom ten einde waande, plofte nog een doos op de grond waaruit een soort vlakgommetjes spatte, dat bij nader onderzoek ook nog een puntenslijper bevatte. Een ervan huppelde tot naast de stoel van mijn bezoeker. Hij raapte het op en zat er de rest van ons gesprek mee te spelen. Dat wil zeggen nadat ik, met een rooie kop doch succesvol, had geprobeerd om de gulle gavenregen weer in de kast te krijgen. Het gesprek werd in een zeer positieve geest beëin digd. Bij het afscheid stak mijn bezoeker het gommetje annex slijpertje omhoog. Mag ikvroeg hij en na mijn bevestiging werd het cadeautje zorgvuldig in de deftige koffer geborgen. Maar wat zou die man nu hebben gedacht toen die stroom premiums uit de kast kwam rollen? Misschien wordt de verhouding later zo goed, dat ik het hem kan vragen. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 20