de ontplooiing van het coöperatieve bankwezen In zijn laatste bijdrage stelt prof. Rijnvos de bancaire verantwoorde lijkheid aan de orde. Verschillen in maatschappelijke visie op het geld komen daarbij onmiddellijk om de hoek kijken. Wij nodigen graag een ieder uit deze beschouwing te lezen en niet terug te deinzen voor de zwaarte van de kost, die de schrijver - hij zinspeelt er zelf reeds op - hier opdist. Voor ons, die dagelijks met 'geld' te maken hebben, is het boeiend het betoog van prof. Rijnvos te volgen: geld is een sociaal fenomeen en dat werkt door in onze verantwoordelijkheid. En dat is een stelling, die zeker ons als coöperatieve banken zal aanspreken. Drie factoren zijn van bijzondere betekenis voor de opmerkelijke groei en bloei van de coöperatieve banken in ons land, welke vooral sinds het mid den van de zestiger jaren waarneembaar is. Het gaat daarbij om de maat schappelijke plaatsbepaling, de wijze waarop de bancaire basisfuncties worden uitgeoefend en het karakteristieke van het gedrag met betrekking tot het geld. Wij vergeleken in dit verband detbank reeds met de groente boer, voor wie de drie aangelegenheden eveneens van fundamentele bete kenis zijn. Een korte repetitie is misschien op zijn plaats. Ook de groenteboer is duidelijk aangewezen op een bepaalde cliënten- groep en de wijze waarop hij zich tegen over deze gedraagt is goeddeels bepa lend voor zijn succes. Tegelijk oefent de man in kwestie een bepaalde functie uit. Hij handelt immers - zo zeiden wij reeds - in appels, peren, prei, komkommers en sla. De wijze waarop hij de werk zaamheden verricht - zoals de in- en verkoop, de administratie, het financiële beheer, enzovoort - is eveneens van doorslaggevende betekenis voor het uit eindelijke resultaat. Ten derde hebben de activiteiten be trekking op produkten met een eigen aard en met specifieke eigenschappen. Er zijn nu eenmaal verschillen tussen selderie en radijsjes. Daarom moet elk produkt steeds met kennis van zaken conform zijn aard worden behandeld. Deze drie aangelegenheden zijn dus ook van belang bij de uitoefening van het bankbedrijf. De maatschappelijke plaatsbepaling en de functie-uitoefe ning kwamen reeds aan de orde. Nu gaat de belangstelling uit naar het spe cifieke van het coöperatieve bankwezen met betrekking tot het geld als bancair produkt. Het is wel zo, dat wij dit onder werp met enige aarzeling aan de orde stellen. Wij snijden immers een thema aan, dat ongetwijfeld voor vele lezers van dit tijdschtift geen alledaagse aan gelegenheid is en daarom misschien wat zwaar op de maag ligt. Het onder werp is echter zo interessant, dat het vooral binnen het coöperatieve bankwe zen toch niet onbesproken mag blijven. Geld en ideologie Bankieren is voorzichtig - oftewel op een verantwoorde wijze omgaan met geld. Dat geschiedt altijd in een sociale Prof. dr. C. J. Rijnvos context. De uitoefening van de bancaire functies is nu eenmaal een maatschap pelijke activiteit bij uitstek. Daarom kan de vraag worden gesteld - en het ant woord daarop loopt vanaf nu als een rode draad door deze beschouwing - naar de verhouding tussen geld en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het algemeen en met betrekking tot het bankwezen in het bijzonder. Op het eerste gezicht lijkt die relatie niet erg in tensief. Wanneer wij de studies over het geld- en bankwezen van de jongste de cennia raadplegen, schijnt het alsof geld en maatschappelijke verantwoordelijk heid tot op vrij grote hoogte een zelf standig leven leiden, waarbij laatstge noemde goeddeels buiten het gezichts veld van de monetaire vakman blijft. In een recente, moeilijke maar boeiende studie van S. Herbert Frankel: 'Money, Two philosophies' is hierop kritiek uit geoefend. Een beperking van de be schouwing tot monetair-technische aangelegenheden betekent - aldus Frankel - dat dan fundamentele eigen schappen van het geld niet of althans in onvoldoende mate aan de orde komen. Daarmee wordt ook - zo willen wij daaraan toevoegen - iets essentieels van de praktijk van het bankwezen over het hoofd gezien. Het een en ander noopt ertoe - voor

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 13