commissie arbeidsverhoudingen gaat aan het werk Een van de kenmerken van de Rabobankorganisatie wordt gevormd door wat wij kunnen noemen een zo goed mogelijk samenspel tussen het beleid van de individuele plaatselijke banken en dat van de organisatie als geheel. Daarbij is de kracht van onze organisatie altijd geweest dat de aangesloten banken, wanneer de omstandigheden dat vereisten, steeds weer zo verstandig waren om die onderdelen van hun beleid, die op een bepaald moment in betekenis gingen uitgroeien boven het plaatselijke belang alleen, te verheffen tot aangelegenheden van de hele organisatie. Daartoe werd dan een gemeenschappelijk beleid tot stand gebracht in de vorm van bepaalde regelingen of bepaalde activiteiten. Zo zijn in de loop der tijden voor de organisatie om wat voorbeelden te noemen bancaire regelingen tot stand gekomen, een eigen interne accountantscontrole en diverse goedkeuringsregelingen. In hetzelfde vlak liggen bijvoorbeeld ook centraal geregelde bedrijfsactiviteiten als publiciteit, opleidingen, automatisering. Uit de laatste jaren kennen wij de gezamenlijk opgezette beleids- en marketingplanning. Het is overigens in dit opzicht niet juist om, zoals men hier en daar nog wel eens hoort, te zeggen dat met dergelijke accentverschuivingen van plaatselijk beleid naar organisatiebeleid in feite een uitholling plaatsvindt van de plaatselijke zelfwerkzaamheid van onze aangesloten banken. Integendeel, want er is op deze wijze voor de aangesloten banken een nieuwe verantwoordelijkheid ontstaan. De aangesloten banken krijgen immers bij de door ons bedoelde accentverschuivingen steeds meer tot Mr. F. H. Brust directeur Werkgebied Sociale Zaken

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 10