wob
wob
kennen, en voorts met name door niet
alleen de aangesloten banken onderling
voor elkaar garant te doen zijn - zoals
nu reeds het geval is - maar hen ook
door de aangesloten banken garant te
doen zijn voor de centrale bank en om
gekeerd. Die 'kruiselingse garantiestel
ling' tussen centrale bank en aangeslo
ten banken, evenals het afdwingbare
recht op uitkering, wordt thans voorbe
reid en zal naar het zich laat aanzien
nog dit jaar in de Centrale Kringverga
dering worden besproken.
Wij menen, dat de regeling die ons voor
ogen staat, niet wezensvreemd is aan
onze structuur en goed aansluit bij de
interne ontwikkelingen die onze organi
satie met name in de recente tijd te zien
gaf.
INSTEMMING EN KRITISCHE
KANTTEKENING
De makelaar in onroerend goed vervult
een maatschappelijke functie. Zeer te
recht werd dit onlangs door de heer
Smit, de nieuwe voorzitter van de Ne
derlandse Bond van Makelaars in Else-
viers Weekblad onderstreept. Hij zag
voor zijn bond een zich steeds uitbrei
dende taak in de verbetering van de
dienstverlening. 'Als het om het belang
van de consument gaat, dan is er maar
één conclusie mogelijk en dat is dat de
consumentenorganisatie en wij hetzelf
de doel nastreven.'
Deze visie heeft onze volledige instem
ming. Teleurstellend was het daarom,
dat deze nieuwe voorzitter zich kenne
lijk tegen ons eigen CMK (Centraal Ma
kelaars Kantoor) meende te moeten af
zetten. Wij hebben geen behoefte aan
polemiek, maar willen wel in het kort op
enkele dingen wijzen. Het CMK is nooit
door de NBM geroyeerd; alleen zijn aan
vraag om gewoon lid te worden is in
1977 afgewezen. Tegen de kwaliteit van
de leiding over de kantoren van het
CMK en zijn onafhankelijkheid zijn nooit
harde, steekhoudende argumenten aan
gevoerd. De wetenschap dat het CMK
een dochter van de Rabobankorganisa-
tie is, blijkt kennelijk al voldoende voor
de houding van NBM. Wij begrijpen
niet, hoe de NBM zonder meer uit de
moeder-dochter verhouding de gevolg
trekking maakt dat 'de band met de
bank te groot was'. Want van de aan
vang af is tussen moeder en dochter
deze afspraak gemaakt: het CMK voert
geheel zelfstandig zonder inmenging
van de Rabobankorganisatie zijn make
laarsfunctie tegenover zijn klanten.
Wanneer de heer Smit opmerkt: 'Het
komt voor dat de klant van het CMK fi
nancieringen moet onderbrengen bij de
Rabo en de Raboklant taxaties moet la
ten doen door het CMK' dan is dat on
juist! CMK en Rabobank laten hun klan
ten in dit opzicht volledig vrij, al advise
ren zij hen wel. Net als iedere andere
makelaar, die als financieringsadviseur
optreedt.
Het zijn onbewezen 'vermoedens' en
'indrukken', die helaas bij de NBM leven
en waarvan ook reeds sprake was in de
brief waarbij de aanvraag tot het ge
woon lidmaatschap werd afgewezen.
De overigens goede strekking van het
betoog van de heer Smit wordt er door
ontsierd. De NBM plaatst het CMK in de
positie van degene, die maar moet be
wijzen dat hij iets niet gedaan heeft.
Echter, juist omdat de heer Smit duide
lijk oog heeft voor de maatschappelijke
functie van de makelaar, mogen wij er
misschien enig vertrouwen in hebben,
dat die functie allengs ook een verande
ring ten goede zal bewerken in de thans
wel erg polariserende houding van NBM
tegenover een vakgenoot, het CMK.
COMMISSIE
ARBEIDSVERHOUDINGEN
Democratische overlegstructuren vin
den bij uitstek een rijke voedingsbodem
in coöperatieve bedrijven. Het woord
'coöperatie', dit is samenwerking, zegt
dit al enigszins.
Deze democratisering, die wij de laatste
jaren steeds meer als een vorm van
maatschappelijke ontwikkeling kunnen
herkennen, moet dan wel vertaald wor
den in een stukje 'beleid'. Vooral in het
sociaal beleid zal deze vertaling op een
zinvolle wijze moeten blijken.
Beleid betekent ook: vooruitzien. We
zullen dus de maatschappij-van-morgen
nu al moeten vertalen. Dan hebben we
de tijd om de voor onze organisatie juis
te - en dus ook zinvolle - beleidsbeslis
singen te formuleren en door te voeren.
Op het eerste gezicht lijken voorgaande
opmerkingen alleen van belang voor be-
leidsvoorbereiders en voor de topfuncti
onarissen, die uiteindelijk de beleidsbe
slissingen moeten nemen. Toch is dat
niet zo. Immers, dergelijke beslissingen
hebben een zodanige draagwijdte, dat
zij betrekkelijk vergaande gevolgen kun
nen hebben voor de aangesloten ban
ken. Zij kunnen, bij voorbeeld, de plaat
selijke bestuurlijke bevoegdheden ra
ken. Deze beleidszaken zullen dan ook
extra zorgvuldig dienen te worden over
wogen.
Er zijn vele voorbeelden van eigentijdse
beleidsaangelegenheden.
Een drietal vraagstukken vraagt echter
onze speciale aandacht.
Het betreft:
1 de wijze waarop de arbeidsvoorwaar
den moeten worden vastgesteld;
2 de vraag hoe de medezeggenschap
van het personeel moet worden gere
geld;
3 de vraag hoe het werknemersele
ment een plaats kan krijgen in de struc
tuur van de coöperatieve banken.
Er is veel wijsheid nodig om voor onze
organisatie het juiste antwoord op deze
drie vragen te geven. Vandaar dat de
Centrale Kringvergadering het zinvol
heeft gevonden daartoe een speciale
commissie in te stellen.
Omtrent de samenstelling van deze
'Commissie Arbeidsverhoudingen' zal in
de Centrale Kringvergadering van 20
november een voorstel worden behan
deld. Spoedig hierna zal de Commissie
met haar werkzaamheden beginnen.
Het spreekt welhaast vanzelf, dat wij op
de werkzaamheden van de Commissie
zullen terugkomen, zodra hiertoe aanlei
ding is.