ken vanuit de drie eerder genoemde in valshoeken, te weten: het marketingge- beuren, de organisatiestructuur en het personeelsbeleid. Ten aanzien van de marketinginvalshoek wordt gekeken naar de marketing-functie in het alge meen, haar verbijzondering naar het bankwezen en haar speciale betekenis voor met name de Rabobank. De werkwijze zoals die overigens ook geldt voor de andere invalshoeken is: een inleiding in de ochtend, praktijkge- val(len) in de middag en een reflectie van een en ander 's avonds in kleine groepen, gebaseerd op de vraag: Welke betekenis heeft hetgeen besproken is in de och- blemen aan? Aan de beantwoording van die vraag worden de laatste twee dagen van deze week besteed. Aan de hand van door deelnemers aan eerdere cursussen binnengebrachte 'probleemsituaties' wordt getracht te komen tot een syste matische benadering hiervan. Langs welke wegen, via welke stappen gaat het oplossen van problemen? Di- lemma-Management is de fraaie titel op deze dagen. Ervaringen van deelnemers Onlangs hebben we enkele deelnemers gevraagd om eens weer te geven, wat er bij hen opkomt wanneer zij terugdenken aan de managementleergang. te beïnvloeden zijn, wanneer daarop op de juiste wijze wordt ingespeeld.' De heer B. van Zeijts, Alphen aan den Rijn, vermeldde die ontwikkelingen ook: 'Daarbij realiseer je je dan dikwijls, dat er met name op het gebied van organisatie, overlegstructuren en maatschappelijke invloeden zoveel ontwikkelingen op gang zijn, dat je eigenlijk bepaalde zaken graag wat beschouwender zou willen aanpakken.' Weer een ander beleefde het belang van de blikverruiming en daarnaast: 'dat ervaring van mensen van buiten de Rabobankorganisatie wordt ingebracht, omdat deze mensen uit de diverse lagen van het bedrijfsleven over ruimere infor matiebronnen beschikken'. Een volgende oud-deelnemer heeft de cursus vooral niet als een 'technische les' gezien. 'De grootste waarde voor mij persoonlijk zat juist in het, geholpen door anderen, met jezelf bezig zijn, waarbij cursusgenoten even waardevol kunnen zijn als docenten. Het viel mij op dat tij dens de cursus dingen aan de orde kwa men, waarvan ik het gevoel heb, dat ze in de dagelijkse gang nogal eens onder ta fel verdwijnen. Doordat je ervaart dat iemands mening je kan helpen, word je ook steeds opener om op die manier met elkaar om te gaan, hetgeen ik een waar devolle zaak vind. Dan zijn ook die con tacten met al die mensen die je ontmoet stuk voor stuk waardevol.' De heer U. de Bruin te Sneek schreef ons: 'Ik kom steeds meer tot de overtui ging, dat deze investering, waarschijnlijk vaak ongemerkt, een goed rendement zal gaan opleveren.' tend en middag voor onze, maar ook ieders eigen, organisatie? De tweede invalshoek is de organisaties tructuur. In de ochtend worden de verschillende ontwikkelingen in de organisatiekunde middels een inleiding aangegeven. Ver volgens bestaat er in de middag tijd en ruimte voor enkele praktijkgevallen waarbij de nadruk valt op de organisato rische momenten (problemen) in een ge decentraliseerde omgeving. 's Avonds wordt weer gekeken naar de betekenis voor de eigen organisatie. De derde invalshoek is het personeelsbe leid. Ook hier: een ochtendinleiding over de ontwikkelingen binnen het personeels beleid en de ontwikkeling van de perso neelsfunctie in een bedrijf en van de plaats die de personele functie inneemt in de organisatie. In de middag en de avond wordt gekeken naar de eigen organisatie: de ontwikkeling en de uit voering van het personeelsbeleid ten be hoeve van en binnen de plaatselijke ban ken. Natuurlijk kan en zal er ook vaak een spanningsveld tussen de drie invalshoe ken bestaan. Hoe pak je nu dit soort pro- Omzien naar de Baak: de 'klas-foto'. De heer J. van Hunen, directeur van de Rabobank Nijmegen, heeft het dan over het zichtkrijgen op de zich steeds veran derende omgeving. Hij schreef ons: 'Om zien naar de Baak: De aangesloten Rabo- banken met hun eigen structuren oefe nen hun werkzaamheden uit in een sterk veranderende maatschappij. De mens van vandaag is beter opgeleid, onafhankelijker, zelfbewuster en kriti scher dan de mens van pakweg 10 a 20 jaar geleden. Enerzijds komt dit tot uitdrukking in de eisen die de cliënt aan de dienstver lening van onze banken stelt, anderzijds in de eisen die de bedrijfsgenoten aan hun werkkring stellen, en daar middenin leven wij als leidinggevende met onze eigen verwachtingen, ambities en gevoelens. Ten einde zinvol in bovenge schetst beeld te kunnen functioneren is het nodig oog en oor open te hebben voor hetgeen in onze omgeving gebeurt. De managementcursus heeft ertoe bij gedragen bewuster te kijken naar de gebeurtenissen welke dagelijks om je heen plaatsvinden, en je geleerd dat met name de sociale processen positief Zowel naar de inhoud als naar de vorm heeft deze cursus aangesproken. Maar, we mogen eigenlijk niet spreken van een cursus. Het was en is een leergang, en wel: om dat met deze activiteit de training van het management niet heeft afgedaan. Maar dat is iets dat de lezer al begreep toen hierboven, in de aanvang van het verhaal, van startactiviteit sprake was. Daarmee wordt dan ook de noodzaak van vervolgactiviteiten gesignaleerd, en dan gaat het er niet om of die 'bijscho ling' danwel 'vervolgcursus' heten. Het leerproces dat in werking is gezet moet blijvend gevoed worden, dat zal duidelijk zijn. Vervolgactiviteiten Wanneer we denken over vervolgactivi teiten, dan gaat het om een verdere uit bouw en verdieping van onderwerpen die in de leergang aan bod gekomen zijn. Ten minste, dat komt het eerste bij ons op. Bij de verdere invulling van het program ma treedt dan wel de moeilijkheid op, dat je vragen krijgt als: Wie gaat bepalen wat de inhoud van een vervolgactiviteit moet zijn? Moet het wel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 37