24
Links: Foto genomen na een door de
heer Mertens aangeboden maaltijd:
v.l.n.r. mevrouw E. Mertens-Kessels, dr.
J. C. M. van den Dries, de heer B. N.
Mukong, voorzitter Acosca, de heer
G. C. A. Mertens, de heer B. E. Quainoo,
algemeen secretaris Acosca, mevrouw
W. Wind-Flach, de heer Ft. E. Fitchett,
adviseur Acosca en dr. D. Wind.
Onder: Enthousiaste stemming voor de
conferentie.
Rechts: Vier heren van de Liberia Credit
Union National Association bespreken
de ontwikkelingsmogelijkheden van de
Credit Unions in Liberia met de heer
Mertens.
coöp. banken in oud afrika
ratieve bank' als wij kennen, is er
bijvoorbeeld nog nergens. Wel heeft
men samen de ACOSCA, als een
overkoepelende vereniging voor Afrika.
Hoe moet dat nu verder? Ik dacht vaak
aan onze eigen begintijd. Dat ging ook
langzaam. De centrale bank kwam ook
pas nadat er al een aantal banken waren
gesticht. In Afrika is het niet veel anders,
alleen zijn de omstandigheden daar veel
moeilijker nog dan hier rond de eeuw
wisseling.
Toch heb ik sterk de indruk dat er een
duidelijke lijn zit in de ontwikkeling. Ook
in Afrika weten ze, dat ze er nog niet zijn.
En daarbij kijkt men - ik heb het telkens
weer gemerkt - heel veel naar ons, de
Rabobankorganisatie, die overal ge
noemd wordt en bekend is. Ik heb wel
eens horen zeggen, dat wij internatio
naal in bekendheid nog wat achter liggen
bij andere grote banken, maar in de krin
gen van credit-unions door heel Afrika
heen weet iedereen wat de Rabobank is.
Ja, men kijkt naar ons, wil van ons leren
hoe we werken, hoe we functioneren,
hoe de structuur is. Wind heeft daarover
op uitnodiging dan ook een inleiding ge
houden voor credit-unionfunctionaris-
sen. Natuurlijk kunnen ze daar niet zo
maar dezelfde structuur als bij ons gaan
toepassen. De plaatselijke spaar- en kre
dietbankjes zijn er weliswaar, die hebben
ook landelijk wel een soort verbinding,
maar daarin zit van land tot land nog veel
verschil. Ik kon echter bespeuren, dat ze
zo langzamerhand naar een structuur
willen die lijkt op wat wij ook hebben op
gebouwd. Zoals ik al zei, ze hebben nog
geen centrale bank, maar hier en daar
merk je toch al aanzetten om bij al die
credit-unions tot een eigen landelijke
centrale bank te komen. Ik geloof, dat ze
daar verder mee moeten gaan, en je
merkt ook dat ze serieus doende zijn dat
op goede wijze te regelen.'
Op twee terreinen een duidelijke
taak voor ons
Wat kunnen wij doen als Rabobankorga
nisatie? De heer Mertens gelooft, dat wij
in de eerste plaats de ACOSCA moeten
blijven steunen bij het werk, dat ze nu
-
doen. 'Ze zijn daar bezig en ze hebben
maar een klein apparaat om al die afzon
derlijke landen bij te staan met advise
ring over opzet en structuur van de ban
ken. Verder geloof ik dat er twee dingen
zijn, die wij vooral moeten doen. Er zal
misschien wel meer te doen zijn, maar
die twee zie ik thans duidelijk vanuit onze
organisatie.
Het eerste is de ACOSCA te helpen met
het vormen van een soort 'revolving
fund'. Daar zijn ze hard mee bezig. De be
doeling is om met zo'n fonds, waaraan
iedere credit-union bijdraagt, de midde
len van de hele credit-unionbeweging te
'mobiliseren'. De 'overschotten' van de
ene kunnen dan gebruikt worden om aan
de te kort komende andere te lenen. Bij
de start moet dit fonds echter stevig op
gezet worden, er moet een gezonde fi
nanciële basis onder. Daaraan zouden
wij wat mee kunnen helpen en ik meen
dat hier ook een heel goede bestemming
te vinden is voor de f 50 000,- die Inter
polis deze zomer ter gelegenheid van zijn
80-jarig bestaan aan de SSR heeft willen
schenken.
Maar we kunnen wel meer doen. De
ACOSCA is al door ons in staat gesteld
een financiële deskundige aan te trek
ken. Deze komt volgend jaar hier om bij
ons een cursus te volgen. In dit vlak ligt
geloof ik voor ons een grote taak in Afri
ka het steunen met onze kennis en erva
ring van de verdere opbouw van de cre
dit-unions ook in de afzonderlijke landen
daar. Voor andere streken in de wereld
zal dat misschien evenzo gelden, maar ik
heb nu zelf gezien en meegemaakt, dat
hulp van onze zijde door de mensen daar
in Afrika zeer warm wordt begroet. Ook
niet-Afrikanen, die bij het ontwikkelings
werk aldaar betrokken zijn, verzekerden
mij dat hier voor de SSR een prachtige
taak ligt. We plegen tal van verschillende
andere ontwikkelingsprojecten te steu
nen, bijvoorbeeld de watervoorziening
die ik al noemde. Daarmee zullen we
moeten voortgaan, maar ik ben wel tot
de mening gekomen, dat de SSR zich
vooral moet richten op het steunen van
ontwikkelingen van credit-unions, zoals
nu in Afrika aan de gang zijn. Dat ligt als
het ware 'dicht bij ons'.'
Een toonbankje als symptoom van
een serieuze aanpak
Als meneer de voorzitter van een steun
fonds van een grote westerse bank daar
in Oost-Afrika verschijnt, krijgt hij het
dan moeilijk met al die mensen die hem
om steun aan zijn jasje trekken? Dat
vroegen we maar even.
De heer Mertens zegt lachend: 'We heb
ben heus geen Sinterklaas gespeeld. Ik
vind het echter logisch dat ze bij je ko
men. Wind en ik hebben met mensen
van verschillende delegaties overleg ge
pleegd, met name ook over reeds inge
zonden aanvragen. Ik moet zeggen, dat
we tot de conclusie kwamen, dat de
meeste van die aanvragen zeer goed on
derbouwd waren en met goede argu
menten werden gestaafd. We hebben
dan ook na onze terugkomst aan het be
stuur van de SSR een aantal voorstellen
kunnen doen, die inmiddels zijn aan
vaard.
Dat overleg met mensen uit verschillen
de afzonderlijke delegaties heeft wel de
grootste indruk op me gemaakt. Het was
voor mij de eerste keer dat ik in Oost-
Afrika was en als je dan ziet hoe hier se
rieuze mensen aan het werk zijn met een
weldadige inzet, dan voel je je beslist
geïmponeerd. Te zien hoe deze mensen
onder toch wel erg primitieve omstan
digheden bezig zijn met de opbouw van
zo'n zaak, doet je goed. Een voorbeeld Ik
heb zo'n plaatselijke credit-union be-