welke in de ontwikkelde landen zelf gezocht moeten
worden, dan de invoer uit de ontwikkelingslanden te
bestrijden, zo stelde hij.
landbouwcommentaar
vende en ontvangende landen ook op korte termijn niet
steeds tegengesteld behoeven te zijn. Het gaat daarbij
niet om de armste landen maar om degene, die reeds
een zekere ontwikkeling hebben doorgemaakt en in
staat zijn van het buitenland te kopen.
In de praktijk betekent dit onder meer dat Nederland
voor leveringen aan ontwikkelingslanden zogenaamde
gemengde kredieten geeft, dat wil zeggen kredieten
met gemakkelijke voorwaarden. Ook voor de bevorde
ring van de Nederlandse export naar ontwikkelingslan
den is minister De Koning bereid een bijdrage te geven
uit ontwikkelingsgelden.
De economische teruggang in het ontwikkelde deel
van de wereld heeft geleid tot een grotere aandrang tot
bescherming tegen invoer uit andere landen en daar
toe behoren ook de ontwikkelingslanden. Minister De
Koning stelt, dat dit protectionisme een veel grotere
schadepost is voor de ontwikkelingslanden dan het
geen met ontwikkelingshulp wordt goedgemaakt. De
directeur van de Wereldbank, McNamara, constateer
de dat de invoer uit ontwikkelingslanden verantwoor
delijk is voor een enkel procent teruggang van de
werkgelegenheid. Het is veel beter alle aandacht te
richten op de andere oorzaken van de werkloosheid,
In een bijeenkomst, die de Landbouwcommissie Ont
wikkelingssamenwerking van het Landbouwschap in
mei van dit jaar organiseerde, sprak minister De Ko
ning onder meer over de invloed van het landbouwbe
leid op de economische groei in ontwikkelingslanden.
Deze invloed is soms negatief of dreigt dat te worden.
Hij noemde groenten en fruit, waarvan de ontwikke
lingslanden in toenemende mate zullen exporteren en
waarbij de bescherming welke de Europese Gemeen
schap aan de grens heeft opgeworpen frustrerend kan
werken.
Men moet het de ontwikkelingslanden niet onmogelijk
maken hun goederen te exporteren, zei de minister. Dit
moet ook in samenhang worden gezien met het ophef
fen van de stagnatie in het Westen. 'Ik denk dat het
primitief is, zoals wij zo vaak doen, enorme inspannin
gen te leveren om onze export te vergroten zonder dat
we tegelijkertijd en in dezelfde mate onze eigen markt
toegankelijk maken voor produkten van anderen,' aldus
minister De Koning.
Over de wereldvoedselsituatie is ook in deze Memorie
van Toelichting weinig goed nieuws te vermelden. De
toename van de voedselproduktie in de ontwikkelings
landen is achtergebleven bij de doelstellingen welke
bereikt moeten worden om aan het voedseltekort een
einde te maken. De directeur-generaal van de FAO, de
heer Saouma, heeft onlangs medegedeeld dat in Afrika
de voedselproduktie per hoofd van de bevolking de
laatste tien jaar zelfs met 1,4 per jaar is achteruitge
gaan. Tijdens de Wereldvoedselconferentie in 1974 is
gesteld dat de hulp aan de landbouw 8,4 miljard dollar
per jaar zal moeten bedragen; hiervan is nog niet de
helft bereikt. Eén derde van de ontwikkelingshulp zou
eigenlijk naar de landbouw moeten gaan, maar de heer
Saouma constateerde dat de westelijke landen slechts
10 tot 15 van hun (teruggelopen) hulp aan de land
bouw besteden. Hoe dat in Nederland gesteld is, valt
uit de begrotingscijfers niet precies op te maken.
Een ieder is er van doordrongen dat de voedselsituatie
in de ontwikkelingslanden alleen kan worden verbeterd
door een vergroting van de opbrengsten van de land
bouw in de derde wereld zelf. Door de oprichting van
het IFAD, het internationale fonds voor landbouwont
wikkeling, zijn daar nog eens apart gelden voor verza
meld, waarbij ook een beroep is gedaan op de olielan
den die in korte tijd de status van ontwikkelingslanden
voor die van rijke landen verwisselden. In de FAO, de
voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde
Naties, zijn reeds lang activiteiten in die richting gaan
de.
Om voor bepaalde verwaarloosde aspecten van het
probleem extra aandacht te krijgen worden door FAO
steeds nieuwe programma's ontworpen. Een nieuwe
loot is het programma ter bestrijding van verliezen van
voedsel na de oogst. Dat betekent een overlapping met
een ander reeds bestaand programma voor de vergro
ting van de voedselzekerheid, dat ook als centraal the
ma heeft dat men er niet is door het verhogen van de
opbrengsten, maar dat deze goed moeten worden ver
handeld. Dat laatste is nodig wil de producent een prijs
ontvangen die hem voldoende stimuleert de produktie
voort te zetten en wil de consument voor een redelijk
en stabiel prijsniveau voedsel ter beschikking krijgen.