Aantal werklozen (procentuele veranderingen, linker schaal) 20- 0- 20- 40- 60- 80- 100- 4 120- 140- IMijverheidsproduktie (procentuele veranderingen, rechter schaal) 8- 7- 6- 5- 4- Conjunctuurindicator (linker schaal) 3- '77 '78 2 J '63 '64 '74 '75 '66 '70 '71 '72 '73 '67 '68 '69 '76 indicator tot en met februari worden be rekend en het blijkt dan, dat in januari een omslag heeft plaatsgehad. Op dit moment bevindt de conjunctuur zich dus in een opgaande fase. Vanaf 1958 zijn in de indicator 6 onder ste omslagpunten opgetreden. Steeds kon hierbij geconstateerd worden, dat een eenmaal opgetreden stijging het be gin was van een tamelijk langdurig her stel. Wanneer dit ook nu weer het geval is, kan voor de komende maanden ver wacht worden, dat de procentuele ver schillen ten opzichte van vorig jaar in de nijverheidsproduktie en in het aantal werklozen zich gunstig zullen ontwikke len. Omdat de 'werkloosheidslijn', zoals grafiek 1 laat zien, zich zo dicht bij de nul lijn bevindt, zal een gunstige ontwikke ling betekenen, dat het aantal werklozen onder het niveau van een jaar geleden komt te liggen. Natuurlijk kan men opmerken: zo'n indi cator is heel mooi en aardig, maar naar mijn gevoel vindt er momenteel geen conjuncturele opleving plaats, kijk maar naar het grote aantal werklozen. Het is mijns inziens echter belangrijker, dat men kan aangeven hoe in de komende maanden de produktie en de werkloos heid zich waarschijnlijk zullen ontwikke len, dan dat men het er over eens is, hoe zo'n ontwikkeling moet worden ge noemd. De indicator heeft betrekking op verbeteringen of verslechteringen ten opzichte van een bepaald recent niveau en dit niveau kan hoog of laag zijn verge leken met zo'n 10 jaar terug. Gemeten naar de in de indicator opge treden omslagpunten, vond er vanaf 1963 de ontwikkeling plaats welke te be zien is in bijgaande tabel.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 15