11 banken. En zij namen tevens het initiatief tot de verkoop van vakantiereizen binnen het bankgebouw; in feite hebben de ove rige sectoren van het Nederlandse bank wezen vooral uit concurrentie-overwe- gingen deze activiteit ook ter hand geno men. Daarom rijst de vraag of de toe komst als uitdaging niet met enige over moed is tegemoetgetreden, als gevolg waarvan bij de afbakening van de werk zaamheden een iets te ruime grens in acht is genomen. Evenwichtig De wijze waarop het coöperatieve bank wezen de vier functies in de loop van de tijd uitoefende is vrij duidelijk de tweede specifieke factor, die de grote ontplooi ing mogelijk maakte. Dit leidde zelfs tot een toekomst als 'a challenge'. Het is van belang om juist in zo'n situatie het even wicht te bewaren, oftewel het juiste mid den tussen expansie en solidariteit. Het coöperatieve bankwezen heeft in het al gemeen de toekomst als uitdaging goed tegemoet getreden. Het heeft de 'chal lenge' aanvaard met - onder andere een voorbeeldige vernieuwing van de bankgebouwen, als trekpleister voor de nieuwe cliënt en een snelle invoering van de administratieve automatisering. Daarbij werden - geheel passend in de groei en bloei - opmerkelijke initiatieven genomen, zoals het instellen van een eigen postdienst. Een enkele keer was er van een lichte overmoed sprake, zoals- geheel niet passend in de historische ontwikkeling het aanvankelijk pogen om de Centrale Rabobank in Amsterdam te vestigen. In een grootse expansieperi ode is dat echter te begrijpen. Van groter betekenis is niet te vergeten dat in de 'salad years' van het coöperatieve bank wezen zeer grote eisen zijn gesteld aan het personeel. Dat bood aan personeels leden - mede door opleidingsfaciliteiten - vele ontplooiingsmogelijkheden. Maar was voor een aantal van hen - begrijpe lijk in het licht van het traditionele milieu en het opleidingsniveau - de snelle over gang van een gemoedelijke dorpsbankje naar een modern, gecompliceerd bancair bedrijf niet te veel? Dit is waarschijnlijk de belangrijkste indicatie, naast een mo gelijk identiteitsverlies voor de nogal rui me grens die de Rabobanken bij de re cente ontplooiing met betrekking tot hun werkzaamheden hebben getrokken. Multipele schaarste Simon den Danser ligt in het najaar van 1978 in Hellevoetsluis om getuigd te worden voor één van de laatste tochten, voordat hij de wal op gaat. Een zeer dichte mist hangt over het water en het is windstil. Ik wijzig het plan om bij Stellendam door de sluizen te gaan. Het weerbericht belooft voorlopig geen verbetering. Omdat de bemanning uit alle windstreken is gekomen wordt toch uitgevaren, maar besloten wordt binnengaats te blijven en in de richting van de Haringvlietbrug de tonnenlijn te koersen; op motor, kaart, kompas en log. Dit is moeilijk varen; nauwkeurige berekeningen van tijd en snelheid gepaard aan grote oplettendheid en behoedzaamheid reduceren echter de gevaren van aanvaring en vastlopen tot aanvaardbare risico's. Dit is de ware betekenis van het begrip 'calculated risk'. Het managen van het schip bij windstilte, geen zicht en een, op zichzelf, be perkte brandstofvoorraad is wezenlijk anders dan onder normale omstandig heden. Het moeilijke in deze situatie is, te maken te hebben met een aantal schaarse factoren die tegelijkertijd optreden. Deze situatie is vergelijkbaar met die van de ondernemer van vandaag. Vroe ger had de ondernemer in de regel te maken met één relatief schaarse produk- tiefactor; grond, kapitaal of arbeid. De schaarse factor kreeg een extra belo ning. Grond, lucht en water zijn thans echter niet meer overvloedig voorhan den. Deze factoren maken nu een prijs. Het bedrijfseconomisch theorema van de vrije vestigingsplaats is vrijwel uit de handboeken verdwenen. De produktieprocessen zijn zo kapitaalintensief geworden dat de middelen voor uitbreiding of vervanging niet zomaar voorhanden zijn op de financiële markten. De factor arbeid is onder de werking van een ongekende groei, een hoge scholingsgraad en begunstigd door een progressief sociaal klimaat se lectief schaars geworden. De factor management mag evenmin buiten be schouwing blijven. Goed management is in ons land ook niet makkelijk te vin den. De onderneming van vandaag en morgen werkt derhalve onder bedui dend complexer omstandigheden dan vroeger. Steeds meer wordt duidelijk dat ons economisch bestel niet meer zo is dat één van de produktiefactoren schaars is en daardoor, om met Ricardo te spreken, een 'rent' maakt, maar dat meerdere produktiefactoren gezamenlijk schaars zijn en gezamenlijk een claim op extra beloningen leggen: de gemeenschap die grond, lucht en water beschikbaar stelt, de kapitaalverschaffers, de factor arbeid en het manage ment van de onderneming. Eén lichtpunt in dit beeld is dat een dergelijk bestel gunstig genoemd zou mo gen worden in zoverre het appelleert aan het verlangen naar onderlinge sa menwerking van alle, binnen de onderneming, werkzame factoren. Een sa menwerking welke volgens democratische beginselen zou kunnen worden verwezenlijkt. Het is te overwegen om de discussie omtrent de democratise ring van de onderneming, de uitbreiding van de rol van de Raad van Commis sarissen en de ophanden zijnde uitbreiding van bevoegdheden van de Onder nemingsraad tegen deze achtergrond van een 'multipele schaarste' van pro duktiefactoren verder te voeren. Op het moment dat deze verheven gedachten worden uitgesproken rappor teert de uitkijk op de boegspriet van Simon den Danser dat hij de VG 1 ton vlak voor Tiengemeten heeft gemist. De snelheid van het schip wordt terugge bracht tot één mijl per uur, de zoekactie wordt begonnen. De bemanning tuurt stil naar de watten op zoek naar een zwarte stip. In dichte mist is ook de beton ning schaars C. G.Compaen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 13