sss» s&^sA;'Ste? zien we een deel van de 'pandvoorraad'. En in het midden twee pandbriefjes: het w"'fof,ds«s; iP O" -rh»Óe zorgd. Daarbij bevindt de bank zich steeds in een spanningsveld, met ener zijds de noodzaak te streven naar expan sie en vernieuwing, terwijl tegelijkertijd anderzijds de solidariteit en de betrouw baarheid goed moeten worden bewaakt. Wij zijn nu eenmaal - voor wat het eerste punt betreft - steeds bezig, zoals de ge schiedenis van het geldwezen leert, met - creatief denkend en handelend - het aanpassen en verbeteren van de mone taire verhoudingen. Hierdoor wordt het bankwezen continu geconfronteerd met nieuwe zaken, welke het inventief ter hand moet nemen. Wanneer daaraan gevolg wordt gegeven, biedt het een en ander ontplooiingsmogelijkheden, maar teiten; echter in 1977 was dat reeds 70 De tweede functie heeft betrek king op het uitoefenen van het actieve bankbedrijf. Het gaat hierbij om het uit zetten van middelen. We spraken in dit verband over 'het actieve bankbedrijf, omdat met de desbetreffende werk zaamheden een directe invloed wordt uitgeoefend op de actieve zijde van de bankbalans. Het is daarbij opmerkelijk dat de laatste tijd het aantal kredietvor men nogal sterk is uitgebreid, zowel naar looptijd als naar bestemming. Hierin beïnvloeding van de bankbalans. Traditi oneel gaat het hierbij in hoofdzaak om de bemiddeling bij emissies en bij beleggin gen in effecten. Gedurende het jongste decennium vond evenwel een opmerke lijke uitbreiding van het dienstenpakket plaats. Dit geschiedde vooral door be middeling bij het afsluiten van verzeke ringscontracten en de verkoop van va kantiereizen. Deze opsomming van functies bevat een specificatie van de financiële dienstver- We hebben nu wel iets anders aan ons hoofd, maar ook onze banken hebben de tijd van louche pandjeshuizen met woekerpraktijken nog meegemaakt. De foto's zijn alle in 1913 gepubliceerd in het vóór 1940 befaamde/verguisde tijdschrift Het Le ven. Links twee 'voorschotbanken', de een noemt zich modern 'Discretia', de ander wijst erop dat er ook een achterdeur is (om ongemerkt binnen te glippen!). Rechts bovenste van een particuliere pandge ver, het onderste van een model-pand jeshuis, dat de pandgever een veel bete re bescherming geeft. De foto's zijn ons ter beschikking ge steld door uitgeverij Spaarnestad te Haarlem. n„ricM'"9 tJ«n Gt» Hoo«" «O* y impliceert ook nieuwe risico's, waarmee op een juiste wijze rekening gehouden moet worden. Want - lettende nu op het tweede punt- de bancaire betrouwbaar heid mag, vooral voor wat de liquiditeits positie betreft, nooit in gevaar komen. En dan nu de vier bancaire basisfuncties. Op de eerste plaats fungeert een bank als intermediair in het betalingsverkeer. Terwijl het chartale geld slechts via ban ken en girodiensten in circulatie komt, wordt het girale verkeer geheel door deze instellingen verzorgd. De werk zaamheden op dit punt zijn de laatste ja ren sterk uitgebreid, hetgeen onder an dere blijkt uit de relatieve toeneming van het girale geld. In 1965 bedroeg dit nog maar 54 van de totale primaire liquidi- komt tot uitdrukking dat de banken at tent en concurrerend pogen om aan de gevarieerde kredietbehoeften van de ge differentieerde cliëntengroep zo goed mogelijk te voldoen. De derde bankfunc tie heeft betrekking op de uitoefening van het passieve bankbedrijf - passief vanwege de directe invloed op de rech terzijde van de bankbalans - en waarbij het gaat om het aantrekken van de beno digde middelen. Men denke hierbij niet aan passiviteit. Bij de uitoefening van deze functie is de concurrentie om spaargelden en deposito's tussen de on derscheiden bancaire instellingen juist merkbaar verscherpt. De vierde en laat ste functie bestaat in een dienstverle ning op het financiële vlak zonderdirecte lening oftewel een typering van de aard der specifiek bancaire werkzaamheden, die wij in de omschrijving van Gans zo node misten. Tevens werd impliciet een grens voor deze werkzaamheden aange geven. Bij de vierde functie ontstond im mers een duidelijke behoefte aan terrein afbakening. Want een al te zwaar ac cent op semi-bancaire werkzaamheden betekent dat de bank als zodanig voor een goed deel haar identiteit verliest. Dat kan een rechtgeaard bankier uiteraard niet accepteren. Flexibiliteit Vanaf het midden der zestiger jaren geeft het bankwezen vooral op twee terreinen een grote expansie te zien. Het gaat

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 11