toekomst van de slijtersbranche Het eerste negatieve keerpunt vormde de afschaffing van het vergunningsys teem, gevolgd door het verschijnsel van het wit gedistilleerd en het loslaten van de verticale prijsbinding. In kranten en tijdschriften verschijnen regelmatig hoogst alarmerende be richten over de slijters. Men zou bijna het idee krijgen dat hét met deze bedrijfstak afgelopen zou zijn. Beziet men de ont wikkelingen van het aan tal verkoopplaatsen tot 1976 dan lijkt het alle maal nogal mee te vallen. Sinds twee jaar is daar echter verandering in ge komen en treedt een ver snelling op in het aantal bedrijfssluitingen. Vergeleken met de daling van het aantal verkoop plaatsen in het levens middelenkanaal waar de zelfde verschijnselen voorkwamen, zelfbedie ning en discounting, gaat het nog tamelijk rustig. Of dat zo blijft is een groot vraagteken. Globa le berekeningen wijzen uit dat een groot aantal slijters in de nabije toe komst de deuren zal moeten sluiten. Waar het eerder genoemde levens middelenkanaal 25 jaar over deed zal hier in de komende 5 jaar zijn be slag krijgen. Met deze problematiek geconfron teerd en met het naderen van de maand oktober, de wijnmaand, wilden we met de hulp van deskun digen uit de branche eens nagaan, hoe de toekomst eruitziet. Hiervoor zijn onderne mers van vier bedrijven benaderd. De heren M. Hoozemans en G. J. Ph. Boonekamp, respectieve lijk president-directeur en directeur van de Inkoop combinatie Delcave BV te Delft en de heer G. N. van Splunter, directeur van het Coöperatief Wijn- kopersgilde te Heerde. Ook hebben we nog ge sproken met de heren W. G. J. Copier, lid van het Wijnkopersgilde, en A. M. van Zuijlen, lid van Delvace. Positieve ontwikkelingen voor de slijtersbranche Er is in ons land een duidelijk groeiende belangstelling te constateren voor wijn. Wijn is lang een drank geweest die bui ten het bereik lag van de gemiddelde Nederlander. Dat kan men nog steeds waarnemen bij de taal die wordt gebe zigd. Het lijkt erop dat men een nieuwe taal moet leren, om de wijn naar beho ren te kunnen genieten: neus, bouquet, afdronk, dakpannenrood, op dronk zijn, enz. zijn geheel nieuwe begrippen. En ook nieuwe gewoonten: bij wijnproe verijen hoort men de deskundigen met slurpende geluiden proeven en daarna de wijn uitspuwen I Dit soort gebruiken geeft het wijnge bruik een speciaal aureool, het staat op een ander plan. In zuidelijker landen gaat men er minder hoogdravend mee om. De wijn hoort daar tot het dagelijkse menu. In Frank rijk drinkt men per hoofd meer wijn dan wij bier. De groeiende belangstelling voor wijn kan dan ook voor een deel verklaard worden door de toegenomen trek van de vakantiegangers naar het zuiden. Ook de kennismaking met de buitenlandse keuken vindt zijn weerslag in het wijngebruik. Verder heeft met name Albert Heijn veel bijgedragen tot de popularisering van de wijn. De toename van het verbruik be draagt afgelopen twee jaar 7 per jaar. Maar niet alleen het wijnverbruik neemt toe: we mogen niet vergeten, dat ook andere alcoholica een toenemende be langstelling ten deel valt, het bierge bruik stijgt met zo'n vier liter per jaar (5 het gedistilleerd stijgt jaarlijks met 2,5 Negatieve ontwikkelingen Er is een aantal oorzaken aan te wijzen die ertoe hebben bijgedragen, dat de slijtersbranche in korte tijd zo in het on gerede raakte. De heer Copier, lid van het Wijnkopersgilde, gaf als zijn mening dat in de bedrijfstak te lang is vastge houden aan een te grote brutowinst marge waardoor de weg voor nieuwe, J. M. Meienhorst Drs. J. C.van Egmond goedkopere winkeltypes werd gepla veid. Dit laatste bracht een forse klap toe aan de zelfstandige slijter. Gedistilleerd is of liever gezegd was de kurk waarop de slijter dreef, niet alleen uit een oogpunt van rentabiliteit, maar vooral omdat gedistilleerd de binnenko mer is voor andere produkten. Door deze ontwikkelingen is de omzet in ver gelijking met de kosten veel te weinig gestegen. Een gemiddeld bedrijf in 1972 met een omzet van f400 000, behaalde toen een economisch resultaat van f 13 000,-. In 1975 was bij een omzet van f700 000,- het economisch resultaat gedaald tot 0. Momenteel is een omzet van ten minste f 1 000 000, noodzake lijk om niet in de min te belanden. Een economisch resultaat van nul bete kent voor de ondernemer, dat hij geen beloning ontvangt voor specifieke on dernemerswerkzaamheden en risico's en tevens dat er niet of nauwelijks gere serveerd kan worden voor toekomstige investeringen. Met deze feiten in het achterhoofd wil-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 24