wat ons bezighoudt^
wob
BEVORDERING ECONOMISCHE
GROEI
Bevordering van de economische groei
wordt steeds meer aangeprezen als het
belangrijkste middel om de werkloos
heidsproblemen in de westerse landen
en de armoede in de derde wereld te
helpen verlichten. Deze groei zou vooral
kunnen worden bevorderd door een op
voering van de bestedingen in de landen
met een overschot op de betalingsba
lans. Met name wordt daarbij gedacht
aan West-Duitsland en Japan.
Opmerkelijk is dat deze aanbeveling in
druist tegen de enkele jaren geleden
overheersende opvatting dat enige te
rughoudendheid met betrekking tot het
streven naar economische groei op z'n
plaats zou zijn. De nadelen en bedrei
gingen van een alsmaar verder uitbrei
dende produktie werden destijds breed
uitgemeten.
Komende generaties zouden de dupe
worden van een uitputting van de
grondstoffenvoorraden en een verdere
aantasting van het milieu. Deze beden
kingen hoort men thans steeds minder.
We zijn ons er nog wel van bewust dat
we geen grondstoffen te licht mogen
verspillen en ook de zorg voor het milieu
is niet plotsklaps omgeslagen in zorge
loosheid, doch onder druk van de eco
nomische omstandigheden lijkt er op de
genoemde punten toch wel een grotere
tolerantie te zijn ontstaan zoals ten aan
zien van de energieproblematiek.
Met de verwijzing naar de positieve in
vloed van een sterkere economische
groei op de situatie in de ontwikkelings
landen wordt een aspect ter tafel ge
bracht waar we moeilijk omheen kun
nen. Men mag zich echter afvragen of
dit aspect niet teveel als dekmantel
wordt gehanteerd voor het streven naar
meer welvaart in het Westen. In ieder
geval ontstaat gemakkelijk de indruk
dat we wel oog hebben voor de positie
van de armste volkeren in de wereld,
doch dat we daaraan pas wat kunnen of
misschien beter gezegd willen doen in
dien we er ook zelf beter of althans niet
slechter van worden.
Slechts via een betrekkelijk lange en
vage omweg kan opvoering van de be
stedingen in de westerse landen bijdra
gen tot een verzachting van de ergste
noden in de derde wereld. Als alterna
tief voor meer directe vormen van steun
aan de ontwikkelingslanden kan een sti
mulering van de economische groei in
het Westen in ieder geval niet in aan
merking komen. Waarom zou het niet
even goed mogelijk zijn om allereerst
meer ruimte te creëren voor opvoering
van de bestedingen in de derde wereld?
Immers wordt ook niet op de eerste
plaats toevlucht gezocht tot het middel
van opvoering van de bestedingsmoge
lijkheden van de werkenden om langs
deze omweg iets te kunnen bereiken
voor degenen die zonder werk zijn. De
werklozen ontvangen rechtstreeks een
uitkering die niet of nauwelijks achter
blijft bij de arbeidsinkomens. Juist langs
de weg van de sociale uitkeringen verlo
pen de voornaamste impulsen om de
bestedingen op peil te houden. Naar
analogie hiervan lijkt er heel wat voor te
zeggen om de wereldeconomie in het
bijzonder aan te zwengelen door opvoe
ring van de kapitaalhulp aan ontwikke
lingslanden, vooral voor verbetering van
de infrastructuur en voorziening in pri
maire behoeften en minder nadruk te
leggen op stimulering van de bestedin
gen in het Westen.
OP RECEPTVAN DE SUBCOMMISSIE
Het moge ons en de Subcommissie
inzake Financiële Verhoudingen veel
voldoening geven, dat onze organisatie
het niet bij lovende woorden over haar
rapport heeft gelaten, maar gezwind tot
concrete toepassing van haar aanbeve
lingen is overgegaan. Na het positief ad
vies van de jongste Centrale Kringverga
dering, die eind vorige maand werd ge
houden, zullen namelijk per 1 januari
a.s. c.q. op basis van gegevens per ulti
mo 1977 een aantal ingrijpend gewijzig
de of ook geheel nieuwe regelingen van
kracht worden, waardoor een belangrijk
deel van de aanbevelingen van de Sub
commissie is 'afgewerkt'.