23 ÜS frank, de gulden, de Belgische/Lux, frank en de Deense kroon - en welke in waar de zijn gedaald - het Engelse pond en de Italiaanse lire. Deze constructie lijkt erg veel op bijvoorbeeld de samenstel ling van de Speciale Trekkingsrechten (SDR's) van het Internationale Monetai re Fonds, met dien verstande dat het aantal deel uitmakende munten in het SDR-mandje veel groter is. Doordat de sterkere en zwakkere valuta's elkaar min of meer in evenwicht houden, is het resultaat dat de 'koers van het mandje' een vrij stabiele waarde heeft. De koers afwijkingen van de valuta's van de EEG-landen ten opzichte van de 'Europa' zijn dan ook beduidend minder dan ten Drs. A. H. A. van der Meer Internationaal economisch onderzoek (studiedienst) opzichte van de SDR of de Amerikaanse dollar. Onderstaande tabel brengt dit in beeld. Een uitzondering vormt de Italiaanse li re, die in 1977 ongeveer gelijk met de dollar in waarde daalde. Recentelijk kwam dit voordeel van de stabiliteit dui delijk naar voren bij de plannen van de landen van de OPEC-groep om in de toekomst de olie in SDR's te willen afre kenen in plaats van in Amerikaanse dol lars. Door de forse koersdaling van de dollar de laatste 12 maanden zou ver rekening in SDR's, waarin het gewicht van de dollar ongeveer 33 is, voor de OPEC tot minder verlies leiden. Het oorspronkelijke idee om tot creatie van de 'Europa' over te gaan, dateert uit 1975. In die tijd lanceerde 9 economen, onder wie prof. R. Triffin, het voorstel in 'The Economist'. Thans doet de voorzit ter van de Europese Commissie, Roy Jenkins, pogingen dit min of meer ge strande initiatief opnieuw van de grond te krijgen. Door nu ook de particuliere instellingen hiervoor te interesseren, hoopt hij dat de te Bremen gemaakte afspraken om tot een nieuw Europees monetair stelsel te komen, een betere kans van slagen zullen krijgen. Europese Monetaire Stelsel Ten einde tot een grotere mate van koersstabiliteit te komen, hebben de Europese landen afspraken gemaakt om op economisch en monetair terrein an- I dermaal nauwer te gaan samenwerken. Wanneer de wisselkoersen een stabie- Ier verloop gaan vertonen, zal het moge lijk zijn dat ook de internationale aan passing van de verschillende nationale economieën op gang komt. Om dit te bereiken, wordt er een Europees Munt- fonds opgericht, waarin alle landen van de EEG een deel van hun officiële mone taire reserves zullen storten en een be drag in de vorm van de eigen valuta. Het fonds zal ongeveer f100 miljard groot worden en voor de ene helft uit goud en dollars bestaan en voor de andere helft uit de verschillende nationale valuta's. Als tegenwaarde voor de stortingen in het Muntfonds wordt Europese Reken eenheid gecreëerd: de ERE I is geba seerd op de goud- en dollardeposito's en de ERE II op de stortingen in nationa le valuta's. Wanneer nu een wisselkoers meer dan slechts 1 van de waarde van het mandje gaat afwijken, kan het fonds interveniëren via de ERE I of door kredietverlening steun geven aan de in moeilijkheden verkerende valuta via de ERE II. Aangezien de veelvuldig noodza kelijke interventie - een marge van 2 is immers niet veel in de praktijk gro- 1 tendeels door middel van aan- en ver koop van dollars zal geschieden, is de Amerikaanse reactie op het Europese 1 plan tot nu toe gematigd positief, daar de dollar een belangrijke rol zal blijven spelen. Huidig gebruik Europese Rekeneenheid Tot nu toe wordt de Europese Reken eenheid vooral gebruikt als referentie- munt bij de emissie van internationale obligatieleningen. De ERE-bond market is zelfs iets ouder dan de eurodollar- bond market, welke op 15 juli jl. 15 jaar werd. Sacor plaatste in 1961 de eerste internationale obligatielening, welke in de ERE was uitgegeven. De lening had NOMINALE MAANDELIJKSE KOERSAFWIJKING TUSSEN DE VALUTA'S VAN DE EEG-LANDEN EN RESPECTIEVELIJK DE 'EUROPA', SDR EN IN PROCENTEN B.frs. D.mark Gulden Pond St. D.kr. Fr.frs. It. lire 1976 Europa 2,74 3,58 2,28 6,57 3,97 3,77 8,80 SDR 2,87 3,43 2,42 6,07 3,03 3,95 9,35 US 3,25 3,80 3,80 5,78 3,41 4,00 9,71 1977 Europa 1,78 0,97 1,49 2,60 2,66 1,42 4,00 SDR 3,68 2,93 2,91 3,24 3,52 1,19 1,91 6,17 5,43 5,41 4,90 6,01 3,01 0,79 een looptijd van 17 jaar en werd door een internationaal syndicaat van banken geplaatst. Het motief om een lening in de ERE te emitteren is allereerst dat de internationale financiële transacties welke in Europa worden afgewikkeld niet moeten afhangen van het wel en wee van een bepaalde Europese munt. Op de tweede plaats wordt op deze wij ze voorkomen, dat noch de geldgever noch de geldnemer de dupe wordt van schommelingen in een bepaalde wissel koers, daar het koersverloop van de ERE veel stabieler is. De actualiteit van het tweede motief nam later toe, toen het Europese wisselkoersarrangement van de grond kwam, waardoor de koers schommelingen van de deelnemende valuta's nog meer werd beperkt. Aange zien deze koersstabiliteit vooral op lan gere termijn van belang is, zien we dan ook dat de emissies luidende in de ERE een langere gemiddelde looptijd hebben dan de leningen welke in andere valu ta's luiden. Sedert 1961het jaar van de eerste emissie, zijn er 78 internationale obligatieleningen verstrekt, welke luid den in de ERE. Het totale emissiebedrag is ERE 1,2 miljard en debiteuren uit 15 landen maakten gebruik van deze mo gelijkheid. Het feit dat deze marktsector zich niet sneller heeft ontwikkeld, ver sterkt de Europese Commissie in haar j overtuiging dat een herbezinning op het gebruik hiervan is gewenst. Toekomstig gebruik Europese Rekeneenheid Zoals de zaken er thans voorstaan, zou het Europese Monetaire Fonds eind 1978 in werking moeten treden. Het is nog onduidelijk hoe het in dit verband verder zal gaan met het Europese Valu ta-arrangement, ofwel de slang. De Chase Manhattan Bank noemt het nieu we monetaire stelsel wel de 'supersna- ke', maar qua opzet is het nieuwe sys teem duidelijk afwijkend van de slang. Volgens de plannen wordt de maximale afwijking van een munt ten opzichte van een groep valuta's, inclusief de eigen 1 valuta, beperkt in plaats van de koersaf wijkingen tussen twee valuta's, zoals bij de slang het geval is. Opvallend is, dat het zogenaamde plan-Duisenberg niet verder is besproken. Volgens dit plan I zouden er voor de niet-slanglanden doelzones worden vastgesteld, waar- binnen de valuta's van de deelnemende landen mogen variëren. Deze marge zou ruimer zijn dan de maximale 4V2 koersafwijking van de huidige slang. Duidelijk is evenwel, dat de praktische uitvoering van een en ander nog veel hoofdbrekens zal kosten. Dit alles neemt niet weg, dat de pogingen de Europese Rekeneenheid nieuw leven in 1 te blazen alle steun verdienen. De parti culiere financiële instellingen kunnen dit bevorderen door in ruimere mate dan voorheen het geval is geweest, interna- Bron: ELEC paper no. 2819

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 25