11 betreft de totale politieke, sociale en economische beoordeling van een land. Hiernaar worden uitgebreide studies in gesteld, alvorens een land of een bedrijf in dat land een lening krijgt. Voorts wil ik graag benadrukken dat nogal eens vergeten wordt dat het bui tenlands bedrijf ook aanmerkelijke ba ten met zich meebrengt. Een uitbouw hiervan past in het voorgenomen actie vere beleid ten aanzien van provisie-op brengsten. Het is te verwachten dat in de toekomst, juist door de uitbouw van het buitenlands bedrijf, de totale baten van onze organisatie iets onafhankelij ker zullen worden van de ontwikkeling van de rentemarge. Een zaak die wei altijd actueel zal blij ven is de afweging tussen het binnen- en buitenlands bedrijf. U hebt daar reeds het nodige over gezegd. Toch zal het velen nog niet duidelijk zijn waarom in een periode van kredietbeheersing door de centrale bank bijvoorbeeld f 150 miljoen aan Australië wordt uitgeleend. Ik ben blij dat u mij deze vraag stelt. Het afwegen tussen activiteiten in het bin nenland en in het buitenland gebeurt al tijd zeer zorgvuldig. Zo kan het uit hoofde van rentabiliteit in bepaalde pe rioden gebeuren dat een deel van de li quiditeiten in het buitenland wordt uit gezet. Ons buitenlands bedrijf heeft der halve ook een positieve invloed op het liquiditeitsbeheer van onze organisatie. Ten aanzien van de lening aan Australië moet ik u de regels van de kredietbe heersing in herinnering roepen. Er wor den namelijk alleen beperkingen gesteld aan de korte binnenlandse kredietverle ning aan de private sector en aan de lange binnenlandse uitzettingen. Kre dietverlening aan het buitenland valt derhalve niet onder de restrictie. Evenzo kunnen wij ook geen doorgeefbare pas siva in het buitenland aantrekken. Een dergelijke lening heeft dus geen enkele invloed op de aan onze organisatie, uit hoofde van de kredietbeheersing, ter beschikking staande expansieruimte. Voorts heeft een dergelijke lening het voordeel dat zij in de laatste 2 jaar van haar looptijd als bedrijfseconomische li quiditeit kan worden aangemerkt en dat zij (buitenlandse overheid) solvabiliteits- vrij is. Valutarisico wordt door ons niet gelo pen, aangezien het krediet te zijner tijd ook weer in guldens zal worden terug betaald. Mede in het licht van wat ik u reeds ge zegd heb over de reciprociteit geloven wij dat een dergelijke lening goed past bij de verdere uitbouw van ons buiten lands bedrijf. Ten slotte zouden wij van u graag het hoe en waarom vernemen van buiten landse samenwerkingsverbanden als UNICO en van het opzetten van eigen kantoren in het buitenland. Binnen onze organisatie is in het verle den besloten dat onze internationale dienstverlening zou worden versterkt door de opbouw van een eigen volwaar dig internationaal bankbedrijf. De grote verschillen tussen de coöpera tieve organisaties in de diverse landen maakten het destijds moeilijk om het buitenlands bedrijf uitsluitend op te bouwen via permanente samenwer kingsverbanden met andere instellin gen. In een latere fase is wel de Unico Banking Group opgericht. Deze heeft een complementaire rol bij ons eigen internationale beleid. De voordelen hiervan zijn met name de mo gelijkheden tot een voortdurende uit wisseling van informaties en samen werking bij de kredietverlening aan de gezamenlijke cliënten. Ten aanzien van eigen kantoren in het buitenland zijn nog niet veel beslissin gen genomen. Bij het afwegen of eigen kantoren in het buitenland zullen worden opgericht, zal met name worden gekeken naar het po tentiële zakenvolume dat een dergelijke vestiging kan verkrijgen. Voorts spelen tal van politieke en fiscale aspecten een rol. U moet dan ook niet verwachten dat wij stormenderhand de wereld gaan veroveren. Veel eerder ligt een zeer geleidelijke uitbreiding in de loop der tijd te verwachten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 13