wob
dan zal zij deze cliënt moeten wijzen op
andere mogelijkheden die binnen de
bank aanwezig zijn.
Voor de grotere en grote portefeuilles
kennen we reeds geruime tijd de moge
lijkheid om deze meer continu aan de
bank in beheer te geven. Middels onze
activiteit Vermogensbeheer worden die
cliënten die hun effectenbezit op deze
wijze in beheer hebben gegeven, regel
matig geadviseerd omtrent hun bezit en
de eventuele wijzigingen welke daarin
aan te brengen waren.
Deze advisering is gebaseerd op eigen
research waarbij gebruik gemaakt
wordt van de modernste hulpmiddelen.
Tijdens de laatstgehouden Algemene
Vergadering op 8 juni was in de 'effec-
tenkraam' kennis te maken met enige
van de bij dit onderzoek ten dienste
staande hulpmiddelen.
Voor de groep tussen de in beheer ge
geven vermogens en de zeer kleine
effectenbezitters zouden specifieke mo
gelijkheden geboden moeten kunnen
worden. Een vorm van advisering welke
voor hen, ook gezien de tariefstelling,
aantrekkelijk is zonder dat de daaraan
verbonden kosten onevenredig hoog
zijn voor de bank.
Binnen het effectenbedrijf van de cen
trale bank wordt op een aantal moge
lijkheden gestudeerd om ook voor deze
groep tot aangepaste en verantwoorde
begeleidingsmogelijkheden te komen.
Het streven is erop gericht tegen het
einde van dit jaar met voorstellen op dit
terrein te komen.
SLAGVAARDIG BELEID MEDE DOOR
MANDATERING
Bij onze banken is het bestuur statutair j
belast met het besturen van de bank.
'Onder gezag en verantwoordelijkheid
van het bestuur' is de directeur c.q. zijn
de directeuren belast met de leiding van
het bedrijf van de bank. Daar de be-
drijfshandelingen vlot en gedekt door de j
nodige bevoegdheden moeten verlopen,
kan het bestuur volmacht c.q. procuratie
verlenen om namens de bank te hande
len of te tekenen. Bovendien kennen de j
statuten de zogenaamde mandaatverle-
ning: het bestuur kan met name te noe
men daden van bestuur of beheer over
laten en opdragen aan een of meer be
stuursleden, of - en daar gaat het thans
om - aan de directeur, zulks evenwel
onder handhaving van de eigen verant
woordelijkheid van het bestuur.
De Structuurcommissie heeft indertijd
in haar rapport een vrij uitvoerige be
schouwing gewijd aan het bij mandaat
'overhevelen' van eigen bevoegdheden
aan de directeur. Gezien de ontwikkelin
gen in het bankbedrijf is deze mandate
ring ook zeer gewenst, want een slag
vaardige beleidsvoering vereist een soe
pel gebruik van bevoegdheden. De
Structuurcommissie nam als vuistregel,
dat wel de uitvoerende bestuurshande
lingen via mandatering onder de eind
verantwoordelijkheid van het bestuur
aan de directeur overgelaten mogen
worden, maar dat het bestuur de werke
lijke beleidsbepalende bestuurlijke
werkzaamheden geheel aan zichzelf
moet voorbehouden. Op basis daarvan
werd door de Structuurcommissie ook
aangegeven op welke bedrijfsgebieden
de mandatering betrekking zou kunnen
hebben, rekening houdend met de ver
schillen in aard en omvang van onze
banken.
Mandatering van bestuursbevoegdhe
den als hier bedoeld vindt ongetwijfeld
bij vele van onze banken plaats. Ze
kwam ook vóór het Structuurrapport
reeds voor. Toch hebben de aanvullin
gen van de Structuurcommissie inzake
mandatering tot op heden niet het
effect gehad dat verwacht mocht wor
den. Er zijn banken waar mandatering
van de directeur door het bestuur tot nu
toe achterwege is gebleven en er zijn
ook banken waar misschien praktisch
wel een 'mandaat-situatie' is, maar
waar eigenlijk geen regeling aan ten
grondslag ligt.
Een andere zaak, die steeds belangrijker
wordt, hangt samen met het statutaire
voorschrift, dat mandatering van be
stuursbevoegdheden alleen mag ge
schieden aan een bestuurslid dan wel
aan een directeur. Daardoor is het niet
mogelijk, dat naast de directeur ook een
of meer andere personeelsleden krach
tens mandatering bestuurshandelingen
verrichten. Vooral bij grote banken,
waar een deel van die bestuurshande
lingen in de praktijk een uitvoerend ka
rakter hebben, bijvoorbeeld het ver
strekken van persoonlijke leningen, kan
die bepaling hinderlijk zijn voor de slag
vaardigheid. Een directeur zou daarom
in deze gevallen onder bepaalde voor
waarden zijn bij mandaat verkregen be
voegdheden weer moeten kunnen dele
geren aan andere personeelsleden.
Bestudeerd wordt thans op welke wijze
aan die delegatie door de directeur aan
andere functionarissen vorm en inhoud
kan worden gegeven.
Delegatie is een juridische materie,
maar het is niet minder een zaak die het
goed functioneren van de bank in de
praktijk raakt. Daarom is het nodig er op
bedacht te zijn, dat ieder bestuur tijdig
de mandatering zo regelt, dat het be
drijfsbeleid en de uitvoering daarvan er
gezien de omstandigheden van de bank
er het best door worden gediend.