geld- en
kapitaalmarkt
De verslagperiode, zijnde de tweede helft van de
maand juni en de maand juli, is voor de gelddisponen-
ten een onbehaaglijke periode geweest. Eerst kon wor
den geconstateerd dat de seizoenmatige verruiming dit
jaar erg is tegengevallen en vervolgens dat mede onder
invloed van een zwakkere gulden en de te verwachten
seizoenmatige krapte in de komende maanden bij een
beperkt geldmarkttekort de tarieven voor de termijn-
gelden fors opliepen.
Op valutair gebied mocht de inmense belangstelling
voor goedkopere reizen naar de Verenigde Staten de
dollar niet helpen. Wereldvaluta nummer één ging met
name eind juli weer sterk in koers omlaag, hetgeen
duidelijke gevolgen had voor de yen, de Zwitserse
frank en de valutaslang. Binnen de laatste was de Duit
se mark steeds zeer sterk. De gulden was daarentegen,
met de Belgische frank, de zwakste munt van het ar
rangement.
Van groot belang waren de uitkomsten van de econo
mische topconferentie in Bonn. De belangrijkste resul
taten hiervan waren een goede verstandhouding tus
sen de deelnemende landen en een pakket voorne
mens, waarvan - als ze worden uitgevoerd - een posi
tieve invloed zal uitgaan op de wereldeconomie. Veel
maatregelen moeten nog verder worden ingevuld, het
geen vermoedelijk nog de nodige problemen zal geven.
Op een andere conferentie, in Bremen, kwamen de
EEG-regeringsleiders een nieuw Europees monetair
stelsel overeen. Daarbij zullen deze landen in de toe
komst 20 van hun dollar- en goudreserves in een
fonds stoppen dat moet dienen om de koersfluctuaties
van de munten van de lidstaten te beperken. Er wordt
naar gestreefd de koersen van de verschillende valuta's
aan 'de Europese valuta-eenheid' te koppelen. Dit sy
steem zal de komende maanden door de specialisten
uit de verschillende landen verder worden uitgewerkt.
Het is de bedoeling dat het in 1979 operatief zal zijn. Of
dit zal lukken, lijkt vooralsnog de vraag. In vele landen
heeft men op tal van punten nog de nodige amenderin
gen voor handen, welke de nodige problemen kunnen
geven.
Op de geldmarkt leidde de situatie, dat de tarieven
voor termijndeposito's aanzienlijk boven die van inter-
bancaire deposito's lagen, ertoe dat sinds 13 juli weer
een opslagpercentage (14 werd ingevoerd. Daarna
liepen de tarieven echter nog verder op. De Nederland-
sche Bank heeft toen per 26 juli haar tarieven met V2
punt verhoogd zodat het wisseldisconto op 414
kwam, de voorschotrente op 5 en het promesse
disconto op 514 Door deze maatregel vond niet al
leen een (geringe) aanpassing aan het binnenlandse
renteniveau plaats, maar werd ook enige steun gege
ven aan de zwakke positie van de gulden in de slang.
De motivering van de vorige discontoverandering (een
verlaging met V2 op 17 april), namelijk een aanpas
sing aan het inflatietempo, was nu minder van toepas
sing aangezien dit sindsdien nog verder is afgenomen.
De onzekerheid op de geldmarkt leidde in de loop van
juli tot flink hogere tarieven. Zo kwam de rente op
3-maands interbancaire deposito's op 5,73 in juli te
gen 4,68 in juni.
In tegenstelling tot wat meestal het geval is, wees
deze ontwikkeling niet op een erg krappe geldmarkt.
Zo maakten de banken geenszins een volledig gebruik
van de hen ter beschikking staande contingenten.
Voorts vond ondanks een forse tariefdiscrepantie met
euroguldens geen aanzienlijke repatriëring van het bui
tenlands actief plaats.
Ook op de kapitaalmarkt trad een forse rentestijging
op. Zo kwam de rentewijzer op gemiddeld 7,68 in juli
tegen 7,34 in juni en 7,32 in mei. Daarbij konden
de meeste emissies op de lijst van minder succesvol
geplaatste leningen worden bijgeschreven. Deze lijst
heeft sinds de mislukte Staatslening van 26 april een
aanzienlijke omvang gekregen. In dit verband dient
overigens te worden opgemerkt dat het publiek om
trent deze zaken best wat beter zou kunnen worden
voorgelicht.
Het sinds 1 januari geheel achterwege blijven van -
overigens cryptische - communiqués kan nauwelijks
een verbetering van de toch al gebrekkige voorlichting
worden genoemd. Sinds medio juni werd geëmitteerd
door:
Slavenburg's Bank 60 miljoen, coupon 714 uitgif-
tekoers 9914 gemiddelde looptijd 514 jaar);
N.V. Export Financierings Maatschappij (ƒ30 miljoen,
714 99,5 514 jaar).
de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal 100
miljoen, 714 99 1014 jaar);
Pierson, Heldring Pierson (ƒ60 miljoen, 714%,
9914 8 jaar);
Amfas Groep N.V. (ƒ75 miljoen, 73A%, 100%, 514
jaar) en de Nationale Investeringsbank 100 miljoen,
7% 9914 514 jaar).
Bij de laatste lening was het noodzakelijk de coupon
rente van 714 tot 7% te verhogen. Dit is voor Ne
derland een vrij uitzonderlijke zaak. Voor het laatst was
dit in 1976 gebeurd. De rij werd gesloten door de Staat
der Nederlanden, welke door middel van het tender
systeem een 8-jarige 8 lening uitgaf. De voorgaande
Staatslening (eind april) had nog een couponrente van
63/4 bij een gemiddelde looptijd van 1014 jaar.
Ten einde in de financieringsbehoefte te voorzien,
heeft de Agent op 22 juli 5-jaars schatkistpapier ge-
emitteerd. Tegen een rente van 513/ie werd toen voor
624 miljoen door het bankwezen ingeschreven (toe
wijzing 100%). Dat een dergelijk groot bedrag tegen
een dergelijke rente werd afgenomen, was met name
te danken aan het feit dat het Nederlands voetbalelftal
zich de voorgaande avond voor de finale van het we
reldkampioenschap wist te plaatsen.
De Staat heeft voorts op de onderhandse markt haar fi
nancieringsmiddelen aangetrokken. Ook op deze markt
viel een forse rentestijging te constateren. Zo liepen de
tarieven voor leningen aan de lagere overheid op van
7% naar 814 Die voor de andere notoire geldvra-
gers als hypotheekbanken lagen daar aanzienlijk bo
ven.