nieuws
van her
en der
Y
Pas
Hotel Boekaresti was ingenomen. Bij
de hand van een tiental stellingen.
Ongeweten hebben we er weer een
bankdienst bijgekregen. De heer W. A.
H. C. Boellaard maakte er als eerste ge
bruik van en beschreef het gebeuren in
een verslag aan zijn Rabobank, dat we
hier graag overnemen.
'Niet lang geleden was ik in Moskou
met een groep oud-strijders. Het was
een tegenbezoek aan enkele Russische
partisanengeneraals, die op 4 mei een
bezoek hadden gebracht aan ons land
en onder meer door onze Koningin en
de Prins werden ontvangen.
Aangezien onze ambassadeur in Mos
kou een zoon is van een gestorven goe
de vriend, vroeg ik hem wanneer ik mijn
opwachting bij hem en zijn vrouw
mocht komen maken. Heel vriendelijk
vroeg hij mij te eten, maar aangezien
onze groep dat altijd gezamenlijk deed,
zou het een kopje koffie na tafel wor
den. De groep verdeelde zich die avond
voor circus- en balletbezoek.
Ik nam een taxi en liet de chauffeur het
adres zien.
Hoewel ik een beetje Russisch spreek
deed ik dat met opzet niet, want na en
kele woorden krijg je een stortvloed van
Russisch over je heen, waarvan je maar
weinig begrijpt. Taxi's zijn goedkoop in
Rusland, twintig minuten rijden kostte
f 1,25 I
Voor de deur van de ambassade ston
den twee politieagenten, een jonge en
een wat gezette oudere man. Grijze uni
formen en petten met een brede, rode
band. Ik had dat kunnen weten, want
Nederland vertegenwoordigt Israël in de
Sowjet-Unie en er komen steeds Russi-
sche joden, die willen emigreren bij de
kansalarij.
Ik zei goedenavond en deed een stap
naar de deurbel:
Halt, pasport!
Als een schok ging het door mij heen,
dat mijn paspoort bij aankomst in het
het vertrek zou ik het terugkrijgen.
Pasport, hotel, probeerde ik.
Pasport!
Ambassador, invitation, kamerad?
Pasport!
Zo ging het een tijdje heen en weer. Ik
zag mij nog geen kopje koffie drinken
want ik ken de eerbied voor formalitei
ten van de Russen en begreep dat de
ambassadeur mijn sprong van anderhal
ve meter naar de verlossende bel met
alle gevolgen van dien, niet zou waarde
ren.
Wat te doen. Ik gebaarde dat zij voor
mij moesten bellen.
Njet. Pasport!
Langzaam en waardig trok ik mijn porte
feuille en haalde er eerbiedig een docu
ment uit. Vol verwachting keken zij toe.
Wat zou het zijn?
Het was de betaalpas van de Rabobank
De Bilt.
Ernstig bekeek ik het nog even al was
het moeilijk ervan te scheiden en gaf
het toen met een lichte buiging aan de
dikke.
Hij bekeek het langdurig met gefronste
wenkbrauwen, van dichtbij en van ver
der af. Daarna gaf hij het aan de jonge
agent, die het ook met respect bekeek.
Deze knikte de dikke toe. Zij salueerden,
gaven de bankpas terug, maakten front
en wezen zwierig naar de deur.
Ik belde en de butler deed open. Ik
stond weer op Nederlandse bodem
dank zij de Rabobank.'
Boer worden
In De Landbode lazen we een verslag
van het ZLM-Congres, dat op 22 juni
werd gehouden over het thema 'Heeft
het nog zin om boer te worden?' De
heer Wien van de Brink woog in zijn in
leiding pro en contra af en deed dit aan
De eerste luidde:
Het ondernemerschap in de landbouw
houdt in, dat je naar eigen vrije wil je
tijd mag indelen, op voorwaarde dat je
30 juni en 31 december de rente bij de
bank (Rabo) betaald hebt.
Centen
Maar bankieren is ook niet zo leuk meer.
Je moet op de kleintjes passen en zelfs
dat is tegenwoordig bijna onmogelijk.
De dagbladen maakten in juni gewag
van de centenactie van de Rabobanken
in Zeeland, die iedereen f 1,50 uitbetaal
den, die honderd losse centen inleverde.
De actie had groot succes, overal wer
den kaartpotjes en spaarpotjes leegge
maakt. De kinderen haalden soms huis
aan huis de losse centen op om zich te
verzekeren van de snelle winst. Het ge
volg was echter dat vooral in de kleinere
dorpen de particulieren geen losse cent
meer bezaten en de winkeliers om aan
wisselcenten te komen al heel snel
weer bij de bank aan moesten kloppen.
Ook in Amstelveen werd enkele weken
geleden in het grote winkelcentrum een
centenactie gevoerd met extra aanbie
dingen, zoals een ons ham voor 19 cen
ten of watergolven voor 500 losse cen
ten.
Grote winkelconcerns, zo lezen we in
Het Parool, kampen ook met een tekort