buitem, nederlandse kottervisserij voor de visserijbedrijven worden op die manier duidelijk zichtbaar. Slotopmerkingen De heer Davidse heeft in zijn artikel er ook reeds op gewezen dat een handha ven van een stringent scholquotum bio logisch geen enkele zin heeft. De schol stand is nog nimmer zo sterk geweest 1 en de vooruitzichten voor de nabije toe komst zijn allerminst alarmerend. Steeds weer blijkt dat de vis in de Noordzee alles met elkaar te maken heeft. Als de ene vissoort afneemt, neemt de ander toe. Door de eeuwen I heen is dit gebleken. Ook de biologen kunnen voor plotselinge raadsels komen te staan. Daarom is het goed dat wij duidelijk onderkennen, dat we niet bij iedere verandering in de visstand in pa niek moeten raken. Ook de kredietverle- ners moeten niet bij ieder wolkje aan de visserijlucht de paraplu optrekken. Na de toch voor de visserij ernstige oliecri- sis is alles weer grotendeels op zijn pootjes terecht gekomen. Als wij blijven waken voor overinveste- ring en als goede rentmeester van de in de Noordzee aanwezige visstapels op treden, dan zal ook de toekomst voor de visserij er een zijn met voldoende per spectief. Inschepen op 'Simon den Danser' Voorspelindustrie Mijn fokkemaat op 'Simon den Danser' was iaatst een computerdeskundige. Onder het matte maanlicht en in een matig aan de winds rak stal hij de show bij de bemanning. Wie heeft er immers verstand van dat rekentuig? Slechts onze roerganger, een fluitist in het Utrechts Symfonie Orkest, bleef nuchter onder zijn verhalen. 'Computers kunnen erg gevaarlijk zijn,' vond hij. Er is de laatste jaren een complete voorspelindustrie op basis van rekenmachines ontstaan. Daaronder zijn grote organisaties die uit ontwikkelingen in het verleden en uit met het menselijk verstand onnavolgbare trendberekeningen, voorspellingen kunnen toveren over produktie, consumptie, prijsontwikkelingen enz. Op de diensten van deze organisaties kunnen bedrijven en overheidsinstellingen zich abonne ren en de voorspellingen rollen binnen. Instanties en bedrijven maken met be hulp van eigen computermodellen ook zelf voorspellingen. De roerganger vindt, dat de computer langzamerhand de intuïtie en het ge zonde verstand uitschakelt. Zolang de gegevens die in de 'zwarte doos' worden ingevoerd (de input, zeg gen de vakmensen) goed zijn, zijn de resultaten (de output, volgens de vak mensen) ook goed. Het gaat dus eigenlijk om de kwaliteit van de input. Waar komt die input vandaan? Een belangrijk deel komt van de prognose-industrie en van andere voorspellende instanties, die op hun beurt weer met hetzelfde inputprobleem zitten. En omdat slechts een betrekkelijk gering aantal instel lingen en bedrijven over zulke rekenmachinerie beschikt, is er in feite sprake van een soort uitwisseling van voorspellingen binnen een kleine groep. Aldus is het proces van de zichzelf bevestigende voorspellingen (de self-fulfilling prophecies, in het dieventaaltje) bijna geïnstitutionaliseerd. Binnen dit 'insti tuut' behoeft maar één prognose-autoriteit, bijvoorbeeld Chase Econometrics Inc., de OESO of de Amerikaanse regering een wat pessimistische voorspel ling te produceren en de sneeuwbal begint te rollen. Een dam tegen die lawi ne wordt opgeworpen als de andere voorspellers de input zouden narekenen. De bemanning van Simon den Danser knikt. Bedenkelijk worden deze com putervoorspellingen echter wanneer hun uitkomsten een groot aantal instel lingen en bedrijven bereiken, die daarop hun investeringsplannen, hun perso neelsbeleid, hun marketing enz. gaan richten, niet beschikken over eigen voorspeltechnieken en, wat nog veel erger is, hun intuïtie niet meer volgen en zelfs het gezonde verstand niet meer gebruiken. Dan blijken voorspellingen na verloop van tijd nog uit te komen! Wordt de wereldeconomie niet 'naar beneden' gerekend? Op dat moment roept de navigator van 'Simon den Danser' dat de roerganger moet oploeven. Hij voelt aan de helling van het schip dat de wind flink ge draaid is. 'In zo'n geval moet je niet alleen op het kompas blijven kijken maar je verstand gebruiken en een beetje bijkoersen 'Ik voelde het ook, maar de opgegeven koers was toch 2 30,' sputtert de roer ganger. Intussen corrigeert hij op 2 40 westzuidwest. C. G. Compaan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 18