IA7// ff// /ffïMf7 13 De minister legt in zijn nota heel duidelijk het verband tussen zijn voorstellen tot prijsverlaging en de algeme ne aanpak van landbouwproblemen. Hij stelt dat de maatregelen moeten passen in een 'goed' structuurbe leid, hetgeen betekent dat hij te kleine eenheden wil tegengaan en ook zekere bovengrenzen stelt. Ook hier is, zeker waar het kleinere eenheden betreft, het suc ces van een prijsdaling niet verzekerd. Het Landbouw schap voelt overigens niets voor dit structuurbeleid langs een omweg. Afstand Soortgelijke problemen doen zich voor bij de discussie over de invoering van een zogenaamd afstandscriteri- um. Dit houdt in dat een bedrijf geen grond mag aan kopen dat verder weg ligt dan een bepaalde afstand welke bij wettelijke regeling is vastgelegd. De Minister spreekt zelfs in bepaalde gevallen van een voorkeurs positie van aanliggend land. Dit afstandscriterium vergroot niet de hoeveelheid grond welke in totaal beschikbaar is, het aantal moge lijke kopers wordt niet verminderd noch wordt hun kooplust geringer. Gemiddeld genomen zou er aan het grondprijsniveau door het afstandscriterium niets ver anderen. Per geval kunnen er natuurlijk wel wijzigingen optreden, hoewel de Minister nog eens onderstreept dat zijn voorstel bij de bestaande praktijk aansluit, waaruit men dan weer moet afleiden dat er ook vol gens hem weinig veranderingen in de prijsvorming te verwachten zijn. Al met al is het beeld nog niet erg helder. Of het in de komende herfst zal opklaren is nog zeer de vraag. Het blijft onmogelijk om tijdens het gebruik een tube tandpasta volkomen recht op te rollen. Dat is een van de dingen, die ik tijdens mijn welverdiende vakantie opnieuw ontdekte. Ik bracht mijn vrije weken door aan de Middellandse Zee in het land waar de citroenen bloeien en waar men zich, dank zij het aantal nullen op het bankbiljet waarmee je een rondje koffie betaalt, schatrijk kan wanen. Aan het strand was het lieflijk en vreedzaam. De kinde ren speelden er een geheimzinnig spel met plastic bal letjes in het zwarte zand. Wij dronken wat en praatten wat en verdreven de tijd tussen de ploeterpartijen in het azuren water met het lezen van de oude ochtend bladen. Zo las ik dat een groep collega's in ons land een grote centenactie voerde en ik verbaasde me erover dat ik nog niet had opgemerkt dat er iets veranderd was op de boulevard en in het stadje. Ik bedoel het wisselgeld probleem. Goed, men kijkt je nog wel aan alsof je een overval komt plegen als je met een groot biljet wil be talen, maar de wilde wisseltonelen blijven achterwege. De doe-het-zelf-biljetjes van de plaatselijke banken zijn bijna verdwenen. Kauwgum, snoepjes, lucifers en an dere apocriefe betaalmiddelen uit het jongste verleden komen niet meer voor. Alleen een enkele telefoonmunt herinnert nog aan de pasmuntnood van weleer. Maar ach, wat een problemen hebben ze ervoor in de plaats gekregen! Het vaderland was ver weg als je na een overvloedig maal met lekkere wijn wat in je strandstoel zat te dut ten. Toch gingen we niet geheel en al ledig. Eenmaal per dag immers wandelde elke vaderlander met ferme pas in de richting van het station om er de kranten te halen. Na twee, drie dagen wist je al precies met welke trein die kwamen. In diezelfde krant van daareven las ik ook, dat knappe bollen overwegen om ter wille van de mooie, groene grasmat de koe uit ons landschap te verwijderen. Ma chines maaien beter dan koeien en het is dan meteen afgelopen met die onhygiënische toestanden van koeieplakken tussen de boterblommen. Ook econo misch schijnt het wel interessant te zijn om de beesten voortaan in de stal te houden. Milieubeschermers, natuurminnaars en landschaps deskundigen maken zich daarover zorgen. Ik kan me dat voorstellen en zag in mijn verbeelding al van die door Jan Cremer beschilderde houten koeien in het landschap. Opklapbaar en verplaatsbaar, gesponsord door plaatselijke VVV of Rabobank. Het zal wel zo'n vaart niet lopen. Bepaalde dingen kunnen gewoonweg niet. Koeien horen in ons landschap en zelfs het ge spetter dat ze met opgestoken staarten en kromme ruggen van tijd tot tijd produceren, kun je niet missen. Net als de krant, die je zelfs duizend kilometers van huis tegen een gigantische prijs elke dag trouw gaat halen om toch maar te weten hoe het ginds toegaat. De koeien blijven wel. Ze doen me denken aan die an dere soort. De naam schiet me even niet te binnen. Ze hadden een persoonlijke relatie met al hun klanten, waren in hun eentje verantwoordelijk voor de afzet van alle bankdiensten. Bij hen voelde iedereen zich thuis en kon iedereen terecht met alle vragen. Men dacht dat ze overbodig zouden zijn en vervangen konden worden door specialisten en elektronika. Men dacht dat ze langzaam maar zeker zouden uitsterven, maar ziet ze komen weerom. Weliswaar met een andere naam en toegerust met eigentijdse bekleding. Hoe noemde je ze toch ook alweer. Enfin, ik kom er nog wel eens een keertje op. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 15