wob Dr. W. F. Duisenberg wob ningen in een tijd van stijgende rente soms sneller zou worden aangepast dan in een tijd van dalende rentestand, met andere woorden of de cliënt soms het nadeel van een hogere rente eerder krijgt toebedeeld, dan het voordeel van een lagere rente. Onze cliënten kunnen in dit opzicht ge rust zijn. Het bij ons onderzoek opge stelde overzicht over het enorme terrein van woningbouwleningen wijst uit, dat in die vijf jaar wijzigingen in de rente voet, dat wil zeggen in ons rente-advies voor nieuw te verstrekken leningen, ge middeld even vlug bij verlaging als bij verhoging zijn toegepast op bestaande leningen. Het tijdsverschil tussen de ge wijzigde rente voor nieuwe leningen en de aanpassing daaraan van de rente op bestaande leningen bedroeg zowel in de gevallen van verhoging als die in verla ging gemiddeld 3Y2 maand. Derhalve, wie mocht beweren, dat in het recente verleden de rente sneller bij een stijging werd aangepast dan bij een daling, ver gist zich. Juist de afgelopen periode met zijn vele veranderingen in rentevoet, toont dat ons systeem van variabele rente niet scheef getrokken is, noch naar de ene noch naar de andere kant. Het neveneffect: de cliënten zijn ge spaard voor vele rentewijzigingen, waardoor hun rust is bewaard gebleven. Zo hoort het ook! Wij hebben immers vanwege het redelijke voor dat systeem gekozen, want het komt in feite neer 'op een tariefstelling, waarbij bank en cliënt allebei aan even lange tarieven trekken'. Dat is een typering van hoofddirecteur mr. Klarenbeek die hij in ons februari nummer gaf. Zij wordt door de uitkomst van het zeer recente onderzoek ge staafd. BEHANDELD ALS SPAARGELD Het spaargeldbegrip is gewijzigd, althans het begrip dat banken van deze gelden moeten hebben. Het hoe en het waarom van deze begripswijziging legt drs. Kruimel elders in dit nummer uit. We ontdekken dan dat we als we pre cies willen zijn het woord spaargelden eigenlijk helemaal moeten vermijden en in plaats daarvan moeten spreken over 'tegoeden met spaargeldbehandeling'. Dat zijn tegoeden bij banken, die aan de nieuwe door De Nederlandsche Bank gestelde voorwaarden voldoen. Ter geruststelling, wij en de andere ban ken zullen het spraakgebruik niet verla ten. Het woord spaargeld heeft zowel bij de spaarder als bij de banken een te vertrouwde klank, dat het zich ooit zou laten overvleugelen door de nieuwe vaktechnische term 'tegoed met spaar geldbehandeling'. Ook spaarboekjes, spaarweken of spaaracties zullen de zelfde klank behouden. Maar het bedrag De Raad van Toezicht van de Centrale Rabobank heeft op voorstel van de Raad van Beheer dr. W. F. Duisenberg met ingang van 1 januari 1979 be noemd tot lid van de Hoofddirectie en hem tevens aangewezen tot plaatsver vangend voorzitter van dit college. In deze hoedanigheid zal de heer Duisen berg tevens deel uitmaken van het Presidium van de Hoofddirectie. Met ingang van 1 augustus 1978 zal de heer Duisenberg als algemeen advi seur van de Hoofddirectie in dienst treden. De heer Duisenberg is 42 jaar, gehuwd en vader van drie kinderen. Na te Hee renveen het diploma Gymnasium B te hebben behaald, studeerde hij econo mie aan de Rijksuniversiteit te Groningen, waar hij in 1961 cum laude docto raal examen deed. In 1965 promoveerde hij tot doctor in de economie. Van december 1965 tot maart 1969 was de heer Duisenberg staflid bij het In ternationaal Monetair Fonds in Washington. In maart 1969 trad hij in dienst van De Nederlandsche Bank als adviseur van de directie. Daarop, in septem ber 1970, volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de macro-economie aan de Universiteit van Amsterdam. Een functie, die hij neerlegde toen hij in mei 1973 werd benoemd tot Minister van Financiën, welke post hij heeft bekleed tot december 1977. Door onze Algemene Vergadering van 8 juni, is de bekendmaking door de heer Mertens van deze benoeming met warme instemming ontvangen. De heer Mertens zei in zijn korte toelichting: 'Wij wilden het presidium verster ken met een deskundig, integer man, die in onze organisatie past en gevoel heeft voor het coöperatieve bankbedrijf.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 6