worden, moesten Italië en Frankrijk eerst een onderlin
ge twist beslecht zien. Frankrijk wilde paal en perk stel
len aan de import van goedkope Italiaanse wijnen, ter
wijl er ook meningsverschillen waren over de toepas
sing van andere onderdelen van de marktordening voor
wijn. Er werden oplossingen gevonden, maar Frankrijk
kreeg geen zogenaamde bodemprijs voor wijn, omdat
daarmede een reservering van een deel van de Franse
markt voor Franse wijnen zou worden bereikt en voor
dat beginsel voelde geen enkel ander lid-staat.
langrijker dan een douceurtje uit de EG-fondsen. Hij
probeerde de Benelux en Duitsland op één lijn te krij
gen, hetgeen op het laatst wat scheen te lukken. De
compensatie welke voor België bedacht werd, zou ove
rigens ook voor Nederland gelden. Toen er eenmaal
een formule werd gevonden volgens welke de Benelux
extra zou worden bedacht bij de subsidies voor de ver
betering van de marktstructuur, zei minister Van der
Stee uiteraard geen nee. Het zal overigens nog van de
uitwerking van deze tegemoetkoming afhangen wat
het werkelijk zal betekenen; een bedrag is niet ge
noemd. In Nederland zal nog wel apart aan de orde ko
men wat er moet worden gedaan aan de concurrentie
positie van de Nederlandse landbouw om aan de ge
volgen van de geringe prijsstijging het hoofd te kunnen
bieden.
Andere belangen
Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk hadden geen
belang bij een forse verhoging van de EG-prijzen maar
meldden wel enkele andere belangen aan welke zij be
hartigd willen zien ter gelegenheid van de prijsdiscus-
sie. Frankrijk maakte een groot punt van de herbereke
ning van de monetair compenserende bedragen voor
varkensvlees, die wat dat land betreft neerkomen op
een subsidie bij import en een heffing bij export. Dat
laatste betekent dat deze bedragen de prijs van var
kensvlees in Frankrijk drukken. Al voor de verkiezingen
probeerde de Franse minister Mehaignerie de hoogte
van deze bedragen te verminderen, maar hij koos daar
bij een systeem dat niet waterdicht was; toen de Fran
se franc in waarde ging stijgen, werd het behaalde
voordeel weer teniet gedaan en werkte het systeem
zelfs nadelig voor Frankrijk. Ditmaal deed hij het beter
en er kwam een onmiddellijke vermindering. Voor de
Nederlandse export naar Frankrijk is dit niet zo plezie-
rig, maar aangezien het ten dele een algemene Europe
se maatregel betreft, kan het nadeel enigszins worden
opgevangen door een gemakkelijke export naar Duits
land.
Minister Silkin van het Verenigd Koninkrijk hield zich
ditmaal nogal op de achtergrond. Aan prijsverhogingen
had hij geen behoefte en daarin had hij vele medestan
ders. Zijn zorg was de redding van de Britse 'Milk Mar
keting Board'. Met zijn instemming nam het Britse par
lement vlak voor de onderhandelingen een motie aan
waarin, behalve voor gematigde prijsverhoging, ook
gepleit werd voor het voortbestaan van dit aankoop
monopolie van alle vloeibare melk. De Board kan door
dit monopolie en doordat er geen consumptiemelk van
buiten de Britse eilanden wordt toegelaten om phyto-
sanitaire redenen, de markt voor consumptiemelk ge
heel naar zijn hand zetten. De Britse overheid heeft
daaraan overigens wel een grens gesteld door een
maximumprijs voor consumptiemelk.
Board gered
Een wettelijk aankoopmonopolie is volgens de EG-re-
glementen niet mogelijk; waar zij in het verleden be
stonden moesten zij worden afgeschaft. Het Verenigd
Koninkrijk zou dat ook moeten doen, maar de Britse re
gering meent dat de afschaffing van dit instituut, waar
mede iedereen in het land content is, onnodig en scha
delijk voor de afzet van melk zou zijn. De andere EG-
landen hebben op het ogenblik geen last van het mo
nopolie op de markt voor consumptiemelk want zij mo
gen toch niet aan de Britse markt leveren. Er bestaat
wel de mogelijkheid, dat de relatief hoge prijs voor
consumptiemelk de Engelsen in staat stelt andere pro-
dukten als boter en kaas goedkoper te leveren. Dit laat
ste wordt als concurrentievervalsing gezien en daar
concentreerde de discussie zich ten slotte op. Er werd
een formule bedacht die deze overheveling van gelden
naar andere produkten als consumptiemelk aan ban
den legt. En daarmede mogen de Engelsen voorlopig
doorgaan met hun geliefde 'Milk Marketing Board'.
Een groot deel van de tijd van de discussies in en rond
om de Raad, werd in beslag genomen door de proble
men van de zuidelijke landen van de Gemeenschap:
Italië en Frankrijk. Deze landen maakten zich sterk om
met een uitbreiding van de EG in het zicht financiële
hulp van de Gemeenschap te verkrijgen voor de struc
turele verbetering van de landbouwgebieden aan de
Middellandse Zee en enige versterking van de marktor
deningen voor produkten uit deze gebieden. Aanvanke
lijk maakte Duitsland bezwaar tegen een grote finan
ciële overdracht maar minister Ertl wist zijn chef,
bondskanselier Schmidt, tot een meer meegaande
houding over te halen.
Voordat echter spijkers met koppen geslagen konden
Nederland klem
Tijdens de onderhandelingen werd ons land enige tijd
klem gezet bij het bepalen van de hoeveelheid suiker
waarvoor een prijsgarantie bestaat. In het eerste com
promis van de heer Gundelach, stelde hij een geringere
teruggang voor van deze garantiehoeveelheid dan door
de Commissie in het oorspronkelijke voorstel was op
genomen. Dit werd gedaan op aandringen van vooral
Frankrijk en met het argument dat in het verleden het
toegestane kwantum volledig was gebruikt en men de
investeringen daarvoor gedaan niet overbodig mag
maken. Voor ons land werd de volledige vermindering
voorgesteld, want daar gold dit motief niet.
Dat was erg zuur voor Nederland want de suikerprodu
centen en de suikerindustrie hadden zich net met de
nodige moeite geschikt in het gelid van de z.g. con-
tingenteringssysteem van de Gemeenschap. Daarmede
werd afstand gedaan van het mengprijssysteem, dat
minder strikt de beperking van de gegarandeerde hoe
veelheid naar de producent door laat werken dan de
contingentering die elders wordt toegepast. Het meng
prijssysteem werd verlaten omdat de EG de in verband
met dat systeem bestaande korting op het voor de Ne
derlandse fabrieken beschikbare kwantum, nog dreig
de te vergroten in het kader van de algemene verlaging
van de garantiehoeveelheid.
Het liep met een sisser af. Het argument van de een
maal gedane investeringen in een bepaald land had
geen lang leven. Wellicht bedacht men dat in de toe
komst dit argument weieens op een minder gelegen
moment gebruikt zou kunnen worden, bijvoorbeeld in
de zuivelsector. Nu kreeg Nederland een vermindering
van de hoeveelheid suiker met een gegarandeerde prijs
die even groot is als voor de andere landen.
Vergulde pil
De prijs voor melk is relatief ook van groot belang voor
ons land. Om de bittere pil van de geringe prijsverho
ging te vergulden, werd de heffing 1,5 op de melk