algemene
vergadering
Toespraak van ir. P. J. Lardinoïs,
voorzitter
van de Hoofddirectie
meewerken aan de ontwikkeling van
onze coöperatieve bankorganisatie.
Voor zover thans daarover reeds een
uitspraak mogelijk is, verwachten wij
dat het uiteindelijke resultaat over 1978
- althans nominaal - zeker niet achter
zal blijven bij dat van 1977.
Niettemin zal, nu de rentemarge
structureel op een wat lager niveau
lijkt te komen, de noodzakelijke ver
sterking van onze relatieve vermo
genspositie afhangen van de mate
waarin wij er gezamenlijk in zullen
slagen de kosten te beheersen. Uiter
aard hangt de kostenontwikkeling van
een groot aantal posten samen met de
algemene economische ontwikkeling in
ons land, o.m. het inflatiepercentage.
Dat mag ons echter niet de ogen doen
sluiten voor al die posten, die vrijwel
automatisch, jaar in jaar uit, met 10-
20% stijgen en dat zijn niet alleen de
kleine posten. Ook met de allergrootste
- de loonkosten - is dit het geval.
Ook dit jaar zal ons personeelsbestand
met een kleine duizend man toenemen.
Gecombineerd met de invloed van de
loon- en salarisstijgingen, volgens de
normen van de Bank-CAO 1978, bete
kent dit dat we dit jaar voor een uitgave
staan aan personeelskosten die het ma
gische getal van 1 miljard gulden zal
overtreffen!
Laten we er allen goed van doordron
gen zijn ondanks soms reële proble
men bij de werving van goed perso
neel - dat het nog steeds gemakkelij
ker is deze post te laten stijgen dan te
laten dalen, of zelfs de stijging goed
onder controle te houden.
Toch is dit laatste voor een bank abso
luut noodzakelijk om ook blijvend de
werkgelegenheid te kunnen garanderen
voor al die medewerkers die reeds sinds
jaar en dag hun beste krachten aan onze
organisatie hebben gegeven.
In het perspectief voor de komende ja
ren passen ook onze activiteiten in het
internationale vlak. De UNICO-groep
van Europese coöperatieve banken
speelt daarin een belangrijke rol.
Met onze zusterorganisaties in Dene
marken, Duitsland, Finland, Frankrijk en
Oostenrijk wordt er naar gestreefd met
een breed scala van bancaire en overige
dienstverlenende activiteiten, zoals im
port- en exportfinanciering, bedrijfs- en
projectfinanciering en internationale
kredietverlening het dienstbetoon aan
onze gezamenlijke cliënten te intensive
ren.
De London Continental Bankers Ltd.-
de LCB - waarin de genoemde banken
te zamen met enkele andere Europese
bankinstellingen deelnemen, is het be
langrijkste bancaire instrument gewor
den van de UNICO-groep.
Akkoord in onderhan
delingen over partici
patie in Van Lanschot
Het deed de heer Lardi-
nois veel genoegen, dat
hij in de Algemene Ver
gadering kon mededelen,
dat de onderhandelingen
over een minderheidspar
ticipatie in het kapitaal
Automatisering: aandacht voor de
sociale aspecten
Ook op andere terreinen is onze Rabo-
bankorganisatie in ontwikkeling. In mijn
toespraak vorig jaar voor deze vergade
ring heb ik gezegd dat wij de komende
tien jaren op automatiseringsgebied
voor grote veranderingen zullen staan.
Ik heb toen gesteld dat door de ontwik
kelingen in de techniek het stadium is
aangebroken waarin ernstig dient te
worden overwogen de uitbouw van een
netwerk van regionale computers, dat
uitmondt in z.g. terminals binnen onze
lokale banken.
Deze uitspraken waren gebaseerd op
een toen in de maak zijnde voorstudie
inzake onze toekomstige automatise-
ringsopzet.
Sinds juni vorig jaar zijn de gedachten
ten aanzien van de toekomst van de
automatisering binnen onze organisatie
verder gerijpt. Er bestaat nu een stuur
groep en een werkgroep (manage-
ment-team) binnen de Centrale Rabo
bank die de concretisering van opvol
gende fasen moeten voorbereiden.
Op de technische kanten daarvan wil ik
hier niet ingaan.
Wel wil ik er met klem op wijzen dat
daarbij de gevolgen op het sociale
vlak - die vooral liggen bij de plaatse
lijke banken - de grootst mogelijke
aandacht zullen krijgen. Bovendien wil
ik benadrukken dat we de automatise
ringsplannen ook anderszins niet alleen
in het licht van de technische mogelijk
heden en uit kostenoogpunt mogen be
oordelen.
De plannen dienen tegelijkertijd in een
veel ruimere samenhang te worden be
schouwd. Met name bestaan nauwe
verbanden met beleidslijnen op andere
terreinen. Zoals ten aanzien van de per
soonlijke bankconceptie en de regionali
satie van onze organisatie.
Het persoonlijke element in een
drieluik
Deze trits van beleidslijnen op het ge
bied van: de automatisering, de per
soonlijke bank én de regionalisatie, zou
Lardinois. Hij kon reeds
berichten dat de Raad
van Toezicht van de Cen
trale Bank onze deelna
me in Van Lanschot de
vorige dag formeel had
goedgekeurd.
ik een samenhangend drieluik willen
noemen.
Een verder voortschrijdende automati
sering wordt doorgaans beschouwd als
iets dat gepaard gaat met aantasting
van het persoonlijke element.
Mensen krijgen een nummer toegewe
zen en worden op dat nummer geadmi
nistreerd in de computer. Alle nummers
in een bepaald systeem worden vervol
gens over één kam geschoren. Voor per
soonlijke service lijkt dan steeds minder
plaats. Dit is beslist niet hetgeen wij
willen. Integendeel, op grond van ons
coöperatieve karakter heeft het per
soonlijke dienstbetoon aan leden en
cliënten altijd hoog in ons vaandel ge
prijkt. Wij willen dat dit in de toe
komst zo blijft en stérker nog, dat dit
persoonlijke dienstbetoon, indien
enigszins mogelijk, wordt uitgebreid.
In plaats van tegenwerking verwachten
wij te dien aanzien van de kant van de
automatisering belangrijke bijdragen.
Waar de computer routinewerk uit han
den kan nemen, kan de vrijkomende ca
paciteit ten dele worden aangewend
voor opvoering van de persoonlijke
dienstverlening. In de computer mag
de cliënt rustig een nummer zijn, als
hij aan de balie maar persoonlijk
wordt gekend en behandeld. En als hij
bij belangrijke financiële beslissingen
een werkelijk vertrouwelijke ontmoe
ting met zijn bank kan hebben.
Wij hebben te zorgen dat hij daarvoor te
allen tijde bij ons terecht kan.
Onze organisatie met haar ruim 1000
van Van Lanschot's Be
leggingscompagnie in de
voorafgaande week tot
afronding waren geko
men.
Het is nu aan de verschil
lende partijen om dit ak
koord te bevestigen en
aan de monetaire autori
teiten om het goed te
keuren, aldus de heer