welkom in het hart van utrecht! algemene vergadering Openingsrede van C. G. A. Mertens, voorzitter van de Raad van Beheer financiering verzorgt, de agrarische sec tor en die van het niet-agrarische mid den- en kleinbedrijf, dan zien we zoals meestal het geval is grote verschillen in bedrijfsresultaten. Die verschillen doen zich voor tussen de verschillende secto ren, maar bij nadere beschouwing be staan er ook grote verschillen in resulta ten tussen de individuele bedrijven in dezelfde sectoren. Ik ga op de oorzaken van deze verschillen nu niet nader in, maar ik wil slechts constateren, dat, uit gezonderd de akkerbouwsector, het jaar 1977 in het algemeen niet als een on gunstig jaar zal blijven geboekstaafd. Gelet op de eveneens bevredigende ontwikkelingen in onze bankorganisatie wil ik namens de Raad van Beheer al len, die aan dit resultaat hun bijdrage hebben gegeven, danken. Dat zijn vele duizenden bestuurders, directeurenen medewerkers van onze aangesloten banken, dat zijn ook de voorzitter en de leden van de Hoofddirectie en al hun medewerkers bij de centrale bank. Door goed beleid, hechte samen werking, grote toewijding en inzet is dit resultaat bereikt. Dat stemt ons dank baar voor het verleden en geeft vertrou wen voor de toekomst. Dames en heren. Ik schetste u van bin nenuit de toestand, waarin wij ons als organisatie vandaag bevinden. Ik meen, dat het een gunstige toestand is. En als, wat ongetwijfeld zal gebeuren, in de naaste en verre toekomst nieuwe vraagstukken opkomen, dan behoeven we daar niet bang voor te zijn. Wij zul len die aanpakken met de wijsheid en bezonkenheid van een 80-jarige en te gelijk met de ondernemingslust en vindingrijkheid van onze nog heel jon ge Rabobankorganisatiel Hiermee verklaar ik deze Algemene Ver gadering voor geopend. Voorzitter Mertens richtte zich in zijn welkomst woord tot de gasten het eerst tot burgemeester Vonhoff van Utrecht, die getooid met ambtsketen voorde eerste keer onze Algemene Vergadering bij woonde. De heer Mertens roemde de al vanouds be staande vruchtbare samenwerking met het gemeen tebestuur en zijn ambtenaren en hij hoopte dat dit in de toekomst zo zou blijven vooral in verband met de voorgenomen bouwactiviteiten van de centrale bank. We zijn' als Centrale Ra bobank weliswaar in twee steden gevestigd, maar Utrecht is natuurlijk voor ons toch wel iets bij zonders. Burgemeester Vonhoff, in een kort woord tot de vergadering, liet merken, dat de centrale bank ook bij de gemeente een bij zondere plaats inneemt. Hij feliciteerde met het 80-jarig bestaan en vond het vooral verheugend dat de centrale bank zich in haar nieuwe levensjaar in het hart van Utrecht vestigt, daarmee doelend op de recente verhuizing en concentratie in het Gildenkwartier van Hoog Catharijne. 'U bent wel kom in het hart van Utrecht niet alleen in fy sieke zin, maar ook psy chisch.' Burgemeester Vonhoff zei te weten dat ook uit 'Haagse kringen' velen zich in Utrecht thuis voelen en het deed hem goed, dat Utrecht er getuige van is, hoe onze organisatie, voortgeko men uit het verlangen de mensen te helpen en mee begonnen in Utrecht, zich in steeds bredere kring voortzet. 'Als we straks herdenken, dat 400 jaar geleden de Unie van Utrecht de grondslag van Nederland legde, zult u daar ook aan deelnemen. Voor uw bij drage daartoe zeg ik u dank. Dat is een bevesti ging van de band die er tussen uw organisatie en de gemeente Utrecht be staat.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 20