algemene vergadering Geen botte bezuiniging, maar ombuigen naar het goede spoor Zaak van heel ons volk! Rede van minister mr. F. H. J. J. Andriessen voor onze Algemene Vergadering net reeds een aanzet heeft gegeven en die wij nu versterkt willen doorvoeren, is een noodzakelijke voorwaarde voor het weer gezond maken van de Nederland se economie op middellange termijn. Met andere woorden: Ombuigen nu is werken aan de wel vaart en werkgelegenheid van straks. Of zoals ik het bij een andere gelegen heid heb genoemd: de ombuigingsope ratie is een meer-werk-plan. De ombui ging op zichzelf zal overigens niet altijd voldoende zijn om de nodige investe ringsactiviteiten uit te lokken. Maar op wat verder nodig is en gedaan wordt (zoals de WIR) zal ik om der tijdswille thans niet verder ingaan. Ik ben ervan overtuigd, dat het beleid tot afremming van de groei van de col lectieve sector in zeer brede lagen van ons volk wordt ondersteund. En wel om dat het voor de meeste mensen duide lijk is, dat het hier niet gaat om een bot te bezuiniging op overheidsactiviteiten, maar om een streven de Nederlandse economie weer in het goede spoor te krijgen. En dat is geen door 'rechts' be dachte besnoeiing van collectieve uitga ven en beperking van de loonstijging ten gunste van de werkgevers als groep, maar een ook door 'links' erkende nood zaak tot bijsturing van de scheefge groeide verdeling van het nationale in komen tussen lonen en collectieve be stedingen enerzijds en ondernemingsin komen, die de bron voor investeringen en werkgelegenheid vormen, anderzijds. Zoals ik al eerder heb gezegd: ombuigen nü is werken aan de welvaart en werk gelegenheid van straks. Dit is middel lange termijnbeleid in de echte zin van het woord. Ook het vorige kabinet voer de zo'n beleid. De omvang van onze voorstellen echter wijkt daarvan af. Dat houdt vooral verband met het inmiddels verslechterde economische perspectief op middellange termijn. Waar mijn voorganger, de heer Duisenberg, de uit gavenstijging wilde beperken tot een ni veau waarbij circa 80 van een groei van 33A voor de collectieve sector werd gereserveerd (hij noemde dat 'een linkse norm') moeten wij er nü van uit gaan dat een zelfde uitgavenstijging de gehele groei en méér dan dat van het nationale inkomen zou opsouperen. Ten slotte nog één opmerking over het verband dat vaak wordt gelegd tussen de ombuigingsoperatie en de verschil lende voorstellen voor maatschappelijke hervorming, zoals de wet op de onder nemingsraden en de wet op de vermo- gensaanwasdeling. Ik wil er van mijn kant graag met nadruk op wijzen, dat ik dit verband in deze vorm onjuist gelegd vind. De ombuiging, het weer in het goede spoor brengen van de Nederland se economie en de genoemde hervor mingsplannen zijn zaken die elk op hun eigen merites moeten worden beoor deeld. Ook als er géén aanleiding zou bestaan voor inkomensmatiging en de ombuiging van de groei van de collec tieve uitgaven, dan zou er toch aanlei ding zijn om een voor alle partijen aan vaardbare regeling voor de verdeling van de groei van het produktieve ver mogen te treffen. De regering doet terzake dan ook geen voorstellen om op die manier loonmati ging af te kopen, maar omdat we me nen dat een regeling voor de verdeling van de groei van het ondernemingsver mogen nodig is op grond van rechtvaar digheidsoverwegingen. Maar dat staat, ik herhaal het ten overvloede, los van de ombuigingsoperatie en los van de nood zaak van loonmatiging. En dat is wat de voorzitter van het FNV, de heer Kok, be gin deze week uit het oog verloor toen hij dreigde dat looneisen zouden wor den gesteld als het ingediende VAD-ontwerp zou worden aangenomen. Wat de heer Kok in wezen zegt is, dat als er niet een VAD-ontwerp volgens zijn inzichten tot stand komt hij ook niet mee wil doen aan het veilig stellen van de collectieve voorzieningen en een ver mindering van de werkloosheid. Met dit alles wil ik overigens in het geheel niet ontkennen dat een vermogensaanwas- deling het klimaat kan verbeteren zodat de - overigens noodzakelijke - loonma tiging gemakkelijker kan worden gerea liseerd. Ik hoop, dat ik er vanmiddag in geslaagd ben u de grote lijnen van de ombui gingsoperatie en de daaraan ten grond slag liggende economische overwegin gen te schetsen en daarmee het inzicht in en het begrip voor dit belangrijk stuk economisch beleid te vergroten, want dat is een voorwaarde voor de instem ming met dit 'ruimte voor werk'-plan die de regering van alle groeperingen in ons volk hoopt en ook verwacht te verkrij gen. Omdat men beseft dat tegenover de in veel gevallen begrijpelijke bezwa ren van afzonderlijke groepen het be lang van de werkgelegenheid voor allen en het veilig stellen van noodzakelijke voorzieningen zwaarder, het zwaarst, moeten wegen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 14