wob wob op het begrotingsbeleid en we herinne ren ons nog levendig hoe dr. Zijlstra ons vorig jaar met zijn 'vier geboden' voor het economische beleid boeide. een traditie te spreken, er zijn dit jaar belangrijke bouwstenen aangedragen om tot een goede traditie van sociale verslaggeving te komen. VREUGDE BIJ EN MET INTERPOLIS-BTL Een aantal verzekeraars heeft een aparte plaats in onze assurantiebemid delingsactiviteiten. En nu één van deze een bijzondere reden tot vreugde heeft, laten we op deze plaats gaarne blijken dat wij ons meeverheugen. De leven-tak van Interpolis, Interpolis BTL, bereikte vorige maand het bedrag van 10 miljard verzekerd kapitaal I Een mijlpaal, waarmee wij haar hartelijk ge lukwensen. Een gebeurtenis die, zo ver nemen wij, een feestelijk accent zal krij gen op een aantal bijeenkomsten met tussenpersonen. De Rabobanken zullen daar zeker uitge breid vertegenwoordigd zijn. Hiermee behoort Interpolis BTL tot 'de top 10' van de in ons land werkzame binnen- en buitenlandse levensverzekeringsmaat schappijen; gemeten naar verzekerd be drag is ze de 9e in grootte. Van het verzekerde bedrag is ongeveer een vierde deel verzekerd in het pensi- oenbedrijf en drie vierde deel valt onder individuele verzekeringen. Dat pensi- oenbedrijf voert en administreert voor namelijk de pensioenverzekeringen van een groot aantal agrarische instellingen. Het is de rechtstreekse erfgenaam van het in 1918 door de Zuid-Nederlandse Zuivelbond opgerichte 'Jan Truyen- fonds'. Een fonds, genoemd naar een van degenen die aan de wieg van de vroegere Eindhovense Boerenleenban ken hebben gestaan. Later, in 1953, toen de naam BTL, d.w.z. Boeren en Tuinders Levensverzekeringsmaat schappij, werd aangenomen, is deze maatschappij zich ook op individuele verzekeringen gaan toeleggen. Eerst hoofdzakelijk alleen onder de agrariërs, vervolgens echter onder de hele bevol king. Een belangrijk deel van de produk- ten aan inviduele verzekeringen - vooral overlijdensrisicoverzekeringen - is in 1977 tot stand gekomen via het inter mediair van de Rabobanken. Interpolis BTL, nu een deel van het In terpolis concern, gebruikt haar winst in eerste instantie om de ingegane pensi oenen waardevast te houden of om pre mierestituties te geven. Dat past bij het coöperatieve karakter van een maat schappij, die het motto uitdraagt 'Van oorsprong agrarisch, nog steeds coöpe ratief. Wij bespeuren die sfeer van coöperatie ve bedrijfsvoering ook in de wens van Interpolis BTL om aan haar vreugde ui ting te geven door een gift ten behoeve van medemensen. Zij zal - in overleg met de centrale bank - dat doen door middel van een substantiële bijdrage aan de Stichting Steun door Raboban ken. Daardoor zal het, hopen wij, moge lijk worden iets extra's te doen voor b.v. het bevorderen van credit-unions in ont wikkelingslanden, waar de omstandig heden nog te vergelijken zijn met die uit de tijd, dat onze eigen coöperaties uit nood werden geboren. Dit gebaar van Interpolis BTL is door ons zeer op prijs gesteld. Nu zal iedereen, ook het ULG, wel be grijpen dat met een zo grote organisatie als de onze, met zovele banken en zove le medewerkers, het onmogelijk is er voor in te staan, dat iedereen zich in alle gevallen en altijd perfect aan de regels van 'het boekje' houdt. Dat neemt niet weg, dat wij dit met het ULG een verve lende zaak vinden. Wij zijn blij te lezen, dat de kwestie tot tevredenheid van het ULG is opgelost. Dit geval houdt een waarschuwing in: ook de handelwijze van één personeels lid van welke bank dan ook kan een on gunstige en onjuiste indruk vestigen ten nadele van 'de' Rabobank in het alge meen. Bij een omvang als die van onze organisatie is dat misschien nooit hele maal te voorkomen, wij moeten er voortdurend op bedacht blijven. Wat heeft kredietverlening met verzeke ring te maken?, vraagt het ULG zich iet wat oratorisch af. Wij antwoorden: heel veel, want de risico's - in casu ging het om financiering van een boerderij - moeten goed gedekt zijn. Dat blijve ons terrein, maar of de kredietnemer die risi co's bij deze dan wel gene wil verzeke ren, is primair zijn eigen beslissing, al staat ons intermediair hem steeds gaar ne met advies en daad ten dienste. Evenmin willen wij verhelen, dat wij het een goede zaak vinden dat de aangeslo ten banken bij hun advisering op het ge bied van financieringen tevens de assu rantiebemiddeling betrekken en dat zij het voeren van deze bankdienst actief uitdragen. Dat laat overigens onverlet dat gedwongen koppelverkoop geen goede zaak is. NOGMAALS: GEEN KOPPELVERKOOP 'Volstrekt onjuist en een bank onwaardig,' zo luidt ons oordeel naar de woorden van mr. J. G. van Mameren in ons januarinummer over de koppelver koop bij assurantiebemiddeling. Koppe larij in de vorm van 'geen verzekering dan ook geen krediet' wordt door ons in beginsel afgewezen. Wij brengen dit nog eens met nadruk naar voren, want de voorzitter van het Utrechts Landbouwgenootschap, jhr. J. W. Steengracht van Oostcappelle, sig naleerde onlangs in zijn blad het geval van een lid van het ULG dat van een medewerker van een van onze banken te horen kreeg, dat een lening alleen verkregen kon worden, als ook de verze kering via de bank zou lopen. MINISTER ANDRIESSEN SPREEKT OP ONZE ALGEMENE VERGADERING Onze algemene vergadering is niet alleen de grote jaarlijkse bijeenkomst van onze organisatie, zij is ook een ge schikt forum gebleken voor het bespre ken van de landelijke financieël-econo- mische toestand. Zo heeft in 1975 mi nister Duisenberg zijn visie ontvouwd Het doet ons veel genoegen te kunnen mededelen, dat de minister van Finan ciën, mr. F. H. J. J. Andriessen, bereid is gevonden dit jaar als spreker op te tre den voor onze Algemene Vergadering, die op 8 juni te Utrecht zal worden ge houden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 7