het vorig jaar zag het er even naar uit
dat de patiënt herstellende was. De in
flatiekoorts liep duidelijk verder terug en
de (bloed)druk van de werkloosheid, die
sinds 1970 alsmaar was opgelopen, gaf
eveneens een lichte verbetering te zien.
Vorige maand hebben de knapste dok
toren van de CPB-kliniek de patiënt op
nieuw onderzocht. Nog voordat de re
sultaten van dit onderzoek officieel be
kend werden gemaakt had de voorzitter
van het overkoepelend bestuur waaron
der deze instelling valt al laten door
schemeren, dat het er toch minder goed
uitzag dan men had gehoopt. Met de in
flatiekoorts ging het weliswaar nog
steeds de goede kant op, maar met de
bloeddruk van de werkloosheid was het
nu weer wat slechter gesteld.
Sommige buitenlandse doktoren schrij
ven de ziekte toe aan het tot voor kort
onbekende aardgasvirus. Zij spreken
daarom gemakshalve van Dutch Dis-
ease.
Van eenstemmigheid is wat dit betreft
echter geen sprake. Anderen denken
dat het veel meer gaat om een geval
van besmetting die van over de lands
grens tot ons is gekomen. Het zou niet
gaan om een typisch Hollandse kwaal.
De meeste andere landen vertonen na
melijk vergelijkbare symptomen. Ver
schillen zouden slechts gradueel van
aard zijn.
In de medische wereld zal het waar
schijnlijk niet vaak voorkomen dat bij
twee verschillende diagnoses de waar
heid ergens in het midden ligt. Hier lijkt
dit echter wel het geval. De problemen
waar de Nederlandse economie mee te
kampen heeft zijn deels aan binnenland
se en deels aan internationale factoren
toe te schrijven. Het deel waarvoor we
de hand in eigen boezem kunnen steken
heeft met name betrekking op de volle
dige aanwending van de aardgasbaten
in de collectieve sfeer, zonder dat dit
gepaard ging met tegemoetkomingen
naar de kant van de toch al belangrijk
verzwakte sector van de bedrijven.
Langs een omweg kregen de bedrijven
het hierdoor extra moeilijk.
De uitvoer van aardgas en de geringe
behoefte aan energiebronnen uit het
buitenland maakten dat de gulden inter
nationaal alsmaar duurder werd, deels
als gevolg van het overschot op de lo
pende rekening van de betalingsbalans
en deels als gevolg van het hieraan ont
leende vertrouwen in de gulden door
buitenlandse beleggers. Voor de bedrij
ven werd het daardoor steeds moeilijker
om te concurreren op de exportmarkten.
Dit euvel had kunnen worden verholpen
door hiervoor compensatie te bieden
aan de bedrijven uit de aardgasbaten.
Dit is evenwel volstrekt niet gebeurd.
Moeilijker is de kwaal te bestrijden voor
zover deze voortkomt uit de algemene
malaise in de wereldeconomie. Tot deze
malaise hebben bijgedragen de liquida
tie van het systeem van vaste wissel-
De traditionele voorjaarscyclus van
kring- en centrale kringvergaderingen
ligt weer achter ons. Het is mij persoon
lijk, evenals mijn collega's in de Hoofd
directie, opgevallen dat de sfeer in deze
vergaderingen evenals het niveau van
de discussies, zakelijk open en overwe
gend positief, ja soms zelfs hartelijk kon
worden genoemd. Voor alle betrokke
nen is het op deze manier wei een groot
genoegen zote mogen functioneren. Ve
len zeggen mij dat dit het beste bewijs
is dat de fusie-weeën achter de rug zijn
en de organisatie in haar totaliteit haar
nieuwe eenheid definitief heeft gevon
den. Ik ben geneigd deze stelling te on
derschrijven, onder voorwaarde dat het
onze voortdurende zorg zal dienen te
zijn om gevoelige verhoudingen - voort
komend uit de lange historie van beide
moeder-organisaties - blijvend te ont
zien.
De behandeling van het rapport Van
Maldegem inzake de financiële verhou
dingen binnen de organisatie vormde de
hoofdschotel in onze kring- en centrale
kringvergaderingen. Het resultaat was
zonder meer schitterend. De hele orga
nisatie heeft zich, na wikken en wegen,
hierin kunnen vinden. Een prachtig stuk
werk heeft hierbij zijn afsluiting gevon
den.
We moeten echter verder. Dat wil ook
zeggen dat we blijvend moeten bezig
zijn met bijstellen om de organisatie en
de banken 'bij de tijd' te houden. De
ontwikkelingen rondom ons dwingen
ons hier toe. Hoe wij er over tien twin
tig jaar zullen voorstaan wordt nu be
slist. Verstaan we onvoldoende de 'te
kenen des tijds', ook in ons bancair ope
reren, dan wordt daar straks voor be
taald, maar ook omgekeerd: de lijnen
die wij nu trekken en de investeringen
die wij nu voorbereiden kunnen ook op
termijn een bloeiende organisatie dich
terbij brengen. De sterke onderlinge
band in de organisatie en het behoud
van een solide nuchterheid zal onze be
langrijke troef daarbij blijven.
Wat die 'onderlinge band' betreft, dit is
een meervoudige relatie: tussen plaat
selijke banken onderling én tussen de
plaatselijke banken en de centrale bank.
Bij de centrale bank wordt dit dikwijls
uitgelegd als de houding van de plaat
selijke banken tegenover de centrale.
Zeer dikwijls vergeet men dat dit óók en
vooral afhangt van de houding van de
centrale bank juist tegenover de plaat
selijke banken. Misschien moet ik zeg
gen tegenover de mensen in en bij de
plaatselijke banken, want alleen men
sen kennen onderlinge verhoudingen en
niet de instituten.
Welnu, ik geloof dat we hier een aantal
knelpunten beginnen te onderkennen.
Knelpunten, die we moeten verhelpen
a/s we ten minste een groot deel van
het profijt dat een geslaagde fusie ons
heeft opgeleverd, niet weer willen ver
liezen.
Ik doel hier in het bijzonder op de klacht
van vervreemding, ja, van bureaucrati
sering bij de centrale bank, waar velen
bij de plaatselijke banken over klagen
als je je oor goed te luisteren legt. Wij
mogen dit soort klachten niet voorbij
gaan met onverschilligheid of zelfs al
leen maar verontwaardigd van de hand
wijzen. Deze klacht hoor ik te dikwijls
om ze niet zeer serieus te nemen en de
Hoofddirectie is het ook op dit punt
eens. Bureaucratie en vervreemding zijn
begrippen die elkaar voor een groot deel
dekken. Het is een wezenlijke bedrei
ging in elke grote organisatie en blijft
niet beperkt tot staatsinstellingen. Ook
bij ons kén deze mentaliteit binnenslui
pen, geholpen door een explosieve groei
aan personeel, dat voor een groot deel
vreemd was en soms nog is, van wat ei
genlijk deze organisatie steeds heeft be
wogen en voortgedreven. Dit gevaar
kón worden afgewend, ja, moet worden
voorkomen of - als het er al is - de kop
worden ingedrukt.
ik hoop in een latere fase terug te ko
men op welke manier dit kan gebeuren.
Een eerste remedie echter is het onder
kennen van het verschijnsel. Ik hoop bij
de verdere aanpak op hulp en steun van
allen bij de centrale bank én bij de aan
gesloten banken, die zich helemaal her
kennen in de doelstellingen van onze
organisatie en in een werkwijze die we
zenlijk tot de huidige bloei heeft geleid.
Lardinois