heeft de, Rabobarikorganisatie ook in de
ogen van de ondernemer - van klein tot
heel groot - de laatste jaren echt het
imago gekregen van een bank waar hij
zaken mee kan doen. Dat kunnen we
terdege merken en dat is belangrijk.'
Vanouds reeds sterk zijnde op de parti-
culierenmarkt, voelt de Apeldoornse
bank zich ook zeer intensief bij het be
drijfsleven betrokken. Dat kan ook niet
anders. De heer Beun: 'Apeldoorn kent
op het ogenblik ook al werkloosheid, in
de ene bedrijfstak meer dan in de ande
re. Er moet echter de komende jaren
werkgelegenheid voor ongeveer 4 500
mensen bijkomen. Wij ondersteunen
daarom het initiatief van het gemeente
bestuur om bedrijven aan te trekken en
hopen dat dit in de naaste toekomst
succes zal hebben. Wel vraag ik me af
of het een oplossing is om het in depen
dances van reeds elders gevestigde be
drijven te zoeken. Naar onze smaak
heeft een gemeente van straks 160 000
inwoners toch echt behoefte aan een zo
groot mogelijk aantal volledige bedrij
ven, die ook hun hoofdkantoor en hun
lokale bedrijfsgebeuren in Apeldoorn
hebben gevestigd.
Ook dit jaar zullen bedrijfsrelaties van
de bank gelegenheid krijgen een of
meer door de bank georganiseerde 'se
minars' bij te wonen. Dat zijn bijeen
komsten, waar door een of meer des
kundigen actuele zaken uit het bedrijfs
leven worden ingeleid en waar men in
ongedwongen sfeer van gedachten kan
wisselen. Apeldoorn is hier, evenals de
Rabobank Den Bosch, vorig jaar in over
leg met de centrale bank mee begon
nen. Diverse deelgroepen zijn al aan de
beurt geweest, detaillisten, kleine on
dernemers en agrariërs. De ervaringen
van vorig jaar zijn zodanig positief, dat
er voor 1978 een vrij uitgebreid pro
gramma van 'seminars' is opgesteld.'
Vanuit het heden, zich richten op
morgen
Met een paar honderd medewerkers
heeft de bank intern natuurlijk ook volop
de invloeden ondergaan die met name
in het moderne personeelsbeleid zijn te
ontwaren. 'Ik zie,' zegt de heer Beun,
'ons personeelsbeleid als een geïnte
greerd deel van ons totale bedrijfsge
beuren. De aanbevelingen die de cen
trale bank in dit opzicht aan onze orga
nisatie gegeven heeft, onderschrijven
wij helemaal. Ze zijn een goed uitgangs
punt voor het sociale beleid.'
Hier komt ons gesprek ook even op de
automatisering. Voor het bedrijfsgebeu
ren heeft die ontegenzeglijk gevolgen.
Dank zij de computer kan de nog steeds
doorgaande groei van de banken wor
den opgevangen, niet alleen doordat
boekhoudkundige gegevens verwerkt
worden, maar ook omdat er commercië
le en managementsinformatie ter be
schikking komt, waardoor die groei kan
worden begeleid en gestimuleerd.
Dat raakt natuurlijk ook, zoals de heer
Beun het noemt, het personeelsgebeu-
ren. 'Echter niet op de overtrokken wijze
als de Mercurius-publikatie van vorig
jaar het voorstelde. Daar hebben we
dan ook hier in de pers op gereageerd.
We hebben ook niet gemerkt dat er on
rust onder ons personeel is ontstaan. De
automatisering zal echter allengs wel
een verandering in de personeels-
Een bijkantoor in bedrijf: 'een min of
meer zelfstandig bankje binnen het
geheel, maar dan wel een compleet
bankje
stellen dat onze OR in haar functioneren
in goede zin in ontwikkeling is.' Op onze
vraag hoe hij thans midden in zijn direc
teursloopbaan, persoonlijk al die recen
te moderne ontwikkelingen van onder
nemingsraad, werkoverleg e.d. ervaart,
krijgen we een eerlijk antwoord: 'Ja, je
bent veel meer bij zulk soort overleg be
trokken dan vroeger. Vóór er een beslis
sing genomen wordt, komt er tegen
woordig heel wat inbreng van anderen
aan te pas. Dat is goed, maar het kost je
toch veel tijd. Ik vind, dat je bereid moet
zijn je daarbij aan te passen. Dat lukt je
de ene keer beter dan de andere, maar
dat zal iedereen wel ervaren. In ieder
geval, hou voor ogen dat de dag van
samenstelling bewerken. Er komt een
verschuiving van de administratieve
sector naar meer commercieel ingestel
de medewerkers en medewerksters.
Een absolute vermindering in aantal
medewerkenden mag je er echter niet
direct uit concluderen, vooral niet als je
aanneemt dat de groei van de bank zal
doorgaan. Positief daarbij is, dat de
bank meer dan voorheen haar mensen
de gelegenheid zal kunnen bieden zich
zelf te ontplooien.
De medewerk(st)ers mogen daarbij op
steun van de bank rekenen. De heren
Beun en Maas zien opleiding als een
van de gewichtigste taken in de komen
de jaren. 'Voor de bank betekent oplei
ding eigenlijk een permanent proces. Er
is een zeer gevarieerde behoefte aan
kwaliteit en kwantiteit en het is dan ook
geboden dat we daar met een weldoor
dachte personeelsplanning rekening
mee houden. Onze opleiding wordt met
kracht ter hand genomen zowel intern
deze maand komt er een aparte oplei
dingsfunctionaris, die uit het onderwijs
afkomstig is - als met steun van de cen
trale bank. In incidentele gevallen ma
ken we van een extern bureau gebruik.
En dan is er de Ondernemingsraad.
Deze werkt thans ruim een jaar. De heer
Beun is positief: 'Ik kan volmondig vast-
gisteren niet terugkomt en dat de dag
van morgen niet mag worden overge
slagen!'
Een zegswijze, die we in breder verband
typerend vinden voor wat onze beide
gesprekspartners over hun Rabobank
Apeldoorn vertelden!
JRH