weerzien met apeldoorn
De bank blijkt even geestdriftig met toe
komstplannen bezig te zijn als vijf jaar
geleden toen de fusie net achter de rug
was. Hoe komt dat? Heeft de fusie sti
mulerend gewerkt? De heer Beun ant
woordt eerst wat relativerend: we zijn er
ten slotte voor ingehuurd en zonder de
fusie waren we ook wel aan het denken
geslagen. Maar hij en de heer Maas er
kennen, dat de fusie invloed heeft ge
had. 'Zo'n vijf jaar geleden zijn we lang
zaam begonnen, je groeit als het ware
mentaal naar planning toe, want we
hebben nu eenmaal allemaal een tijdje
nodig om er aan te wennen.' De heer
Maas kan zich voorstellen, dat voor een
bedrijven in ons werkgebied. Dat is naar
mijn mening,' aldus de heer Beun, 'ook
de taak van de coöperatieve bank. De
samenstelling van ons bestuur geeft
daar een aardige weerspiegeling van:
twee boeren, een directeur van een
bouwbedrijf, een bedrijfsadministrateur
en een veearts.'
Net als zoveel andere plaatsen in ons
land kent ook de stad Apeldoorn zijn
problemen. Vergeleken met de ver
wachtingen van ongeveer tien jaar gele
den stagneert de ontwikkeling zelfs wat.
In die tijd rekende men op 18 a 20 mil
joen inwoners in ons land en de over
heid had Apeldoorn met enkele andere
Van losse verhouding naar 'vaste
verkering'
Apeldoorn is de grootste bank van onze
organisatie, ze is ook de grootste bank
ter plaatse en met een balanstotaal, dat
in vijf jaar bijna verdubbeld is, mag je
haar zeker een snelgoeiende bank noe
men. Toch waarschuwt de heer Maas
ervoor de groei als zodanig niet te abso
luut te zien. 'Het gaat er om de groei
percentages te relateren aan de markt
aandelen. Het is immers gemakkelijker
te groeien bij een relatief klein markt
aandeel dan bij een relatief groot markt
aandeel als het onze. Ik denk dat bij
onze bank de groei, als ik die toespits op
het particuliere marktaandeel, vooral zal
Apeldoorn heeft zijn
nieuwe wijken, zijn
moderne kantoor
gebouwen en zijn
bedrijfshallen, maar er
zijn ook nog tal van
straten waar het oude
dorpskarakter bewaard is
gebleven.
bank, die zo'n (fusie) ontwikkeling niet
meegemaakt heeft, de stap ineens naar
volledige planning soms groot is. 'Onze
ervaring is echter, begin maar te plan
nen op onderdelen, zeker op commer
cieel gebied. Het went snel en gaat je
vanzelf pakken. Vergeet echter nooit,
dat zo'n plan er niet is voor bestuur of
directie, maar voor de mensen die er
mee moeten werken: deze moeten het
produkt uiteindelijk in de winkel verko
pen.'
Dorp werd stad
Wat is Apeldoorn voor een bank? Hoe is
ze te typeren? De heer Beun aarzelt om
zijn bank in een van de bekende hokjes
in te delen. 'We zijn vanaf 1909 steeds
centraal in Apeldoorn gevestigd ge
weest. Dat was vroeger een groot Ve-
luws dorp, met niet-agrariërs in de kom
en agrariërs eromheen. Van het begin af
aan heeft onze bank beide sectoren als
haar cliënten en potentiële cliënten be
schouwd. Zo is het gebleven en in de
loop der jaren is er een verstrengeling
gekomen tussen de ontwikkeling van
onze bank en die van Apeldoorn. Het
dorp groeide uit tot een stad en onze
bank die al heel vroeg in het totale
dorpsgebeuren functioneerde groeide
mee. Agrariërs zijn nog steeds onze
goede cliënten en dat zullen ze blijven,
maar met de ontwikkeling van ons eco
nomisch geografisch gebied zijn er van
zelfsprekend ook veel meer banden ge
komen met het midden- en kleinbedrijf,
dat wil zeggen met het niet-agrarische
bedrijfsleven. In beginsel staan wij open
voor relaties met alle inwoners en alle
plaatsen of streken in Gelderland een
'overloopfunctie' toebedacht om de
groei uit het westen op te vangen. Voor
Apeldoorn als gemeente werd een in
wonertal van ongeveer 250000 voor
speld. Groei leek er aanvankelijk inder
daad te komen, Apeldoorn werd ge
zocht als 'schrijftafel' en ook de indus
trie bleef niet achter. Al gauw bleken
echter de prognoses te hoog gegrepen
te zijn, vooral omdat de bevolkingsgroei
veel geringer zal zijn, dan oorspronkelijk
gedacht werd. Ook de verwachte uit
breiding van Apeldoorn moest grondig
herzien worden. Thans wordt aangeno
men dat de gemeente Apeldoorn rond
1990 pakweg 160 000 inwoners zal
hebben, dat betekent in de komende
vijftien jaar een groei van 'slechts'
25 000.
Natuurlijk moeten al die mensen hun
plaats vinden. Apeldoorn heeft dan ook
zijn plannen voor nieuwe woongebie
den. Maar ontegenzeglijk is waar, dat
de komende groei van de stad veel min
der groot zal zijn dan waarop men in het
nog tamelijk recente verleden rekende.
'Kijk,' zegt de heer Beun, 'dat zijn van
die externe ontwikkelingen waar je als
bank voortdurend rekening mee moet
houden. Telkens ervaar ik, dat er een
heel nauwe relatie is tussen het gebeu
ren buiten je bedrijf en het gebeuren
binnen je bedrijf. Je moet je, denk maar
aan de plannen die je maakt, voortdu
rend aanpassen aan wat er in de maat
schappij om je heen gebeurt. Dat geldt
ook intern voor je bank zelf, maar daar
kom ik straks nog even op terug.'
moeten komen uit een stuk relatiever
dieping en niet primair uit een uitbrei
ding van het aantal relaties. Daar is de
koek praktisch al aardig over de bank
instellingen verdeeld, bijvoorbeeld met
privérekeningen. Wij mikken op een to
tale relatie met onze cliënten. Privé
rekeningen vormen daarvoor een aan
zet. Want de cliënt kan ook met andere
produkten gediend worden: consump
tief krediet, verzekeringen, reizen enz.
Ook daarom is ons Leitmotiv de bank
meer naar de cliënt, zowel de particulier
als de bedrijfscliënt, toe te brengen.
Voor ons is een bankrelatie nog iets
meer dan 'thuis formuliertjes' invullen.
De Postbank zal best een concurrent
worden, maar door de persoonlijke rela
tie, die wij met al onze cliënten nastre
ven, en die we ook door een zekere
kleinschaligheid willen bevorderen, zal
het met die concurrentie heus zo'n vaart
niet lopen.'
De heren Beun en Maas zijn verheugd,
dat zij ook in de bedrijvensector de
'wholesale', een volledig dienstenpakket
kunnen aanbieden. Zij juichen het toe,
dat de centrale bank zich met name op
dit punt zo snel en krachtig heeft ont
wikkeld tot een steun voor de lokale
banken. 'Plaatselijk kun je natuurlijk
heel wat doen, maar vooral in de sfeer
van het buitenlandsbetalingsverkeer,
onderhandse leningen, grote object
financieringen is het toch zo, dat we
daar de organisatie, zeg maar de centra
le bank, bij moeten hebben. Vooral door
dit samenspel tussen lokaal en centraal,
die zich beide zeer krachtig ontwikkelen,