I I I T T T VISIE KOMENDE JAREN wikkelingen in de afgelopen vijf jaar be slist niet ontevreden zijn. Door hergroe pering van onze bijkantoren is er wat het coöperatieve bankwezen in Apel doorn betreft nu geen overbanking meer. We hebben de mogelijkheid ge kregen om in beginsel naar omvang ge meten aanvaardbare bijkantoren te exploiteren. In dit opzicht heeft de fusie zeker kostenbesparend gewerkt.' 'Er zijn een paar kantoren gesloten,' ver telt de heer Maas, 'maar belangrijker is dat we zijn begonnen met het maken van 'volwassen' bijkantoren. Na vijf jaar is nu nagenoeg bereikt dat het particu liere pakket volledig op de bijkantoren V wordt verzorgd. Dat sluit, denk ik, ook aan bij de 'persoonlijke bank'-gedachte. De functie van bijkantoorhouder heeft daardoor aanmerkelijk aan inhoud ge wonnen. Vroeger beperkte het zich vaak tot spaarbank en rekening-courant, nu heb je het hele dienstenpakket, inclusief verzekeringen en financieringen. Denk ook aan het opstellen van een planning per kantoor en je ziet dat zo n bijkantoor een min of meer zelfstandig bankje ge worden is binnen de bank, maar dan wel een compleet bankje.' Links: De heren Beun en Maas voor de 'zakenhoek' in de bankhal. Boven: Een ander gedeelte van de bankhal, met o.a. de plekken, waar men voor be talingen buitenland en effecten terechtkan. Op pagina 24 zien we het drukke marktplein van Apeldoorn, vanouds het centrum van Apeldoorn waar ook het hoofdkantoor van de Rabobank gevestigd is. Het ge bouw met het torentje is het pas gerestaureerde raadhuis, dat voornamelijk een re presentatieve functie heeft. En daardoor hebt u ook symptomen van onpersoonlijkheid en verambtelijking - vaak een schaduwzijde van een grote fusie - kunnen vermijden? 'Inderdaad,' zegt de heer Maas. 'Als ik naar onze bijkantoren kijk, zie ik dat onze mensen meer het gevoel gekregen hebben met hun eigen kantoortje bezig te zijn. Dat mag u best een 'kleinschalig heidsgedachte' noemen.' Ergens in een interne nota schrijft de heer Beun: 'We staan nog maar aan het begin van een veranderingsproces bin nen onze bank.' Hij onderstreept dat als we verder praten: 'We staan aan de be ginfase en we hebben nog een aantal jaren nodig om onze gedachten uit te la ten kristalliseren en in de praktijk te gaan toepassen.' Die gedachten zijn er zeker, de heer Maas vertelt er enthou siast over. 'We zitten nog met een specifiek hoofd kantoorprobleem. Onze mooie bankhal is, ondanks de geslaagde verbouwing, eigenlijk toch een overgangsfase. We stellen ons, verderdenkend, voor dat we in de komende jaren uitgroeien naar een situatie, dat via kantorennet en ook via hoofdkantoor de particuliere markt be- werkt wordt door mensen, die ook ver antwoordelijk zijn voor de afzet en dat de bedrijvenmarkt door accountmana gers bewerkt wordt, die eveneens ver koopsverantwoordelijkheid dragen. Daarnaast zien we afdelingen, die pro- duktverantwoordelijkheid dragen: speci alisten die het produkt bewaken en de 'persoonlijke bankiers' en de account managers ondersteunen. Die filosofie zijn we momenteel aan het uitwerken. Onze bijkantoren zullen hun activiteiten richten op de particulieren en misschien een groepje uit de wholesale, ik denk aan de detailhandel, maar voor de bege leiding van de bedrijfsrelaties denken wij aan een centraal op het hoofdkan toor gevestigde groep accountmana gers. Zo'n zakenrelatie zal dan als het ware zijn eigen contactman op ons hoofdkantoor krijgen. Een soort per soonlijke bankier voor zakenmensen.' 'Zover is het nog niet,' waarschuwt de heer Maas, 'maar in die richting denken we: een 'huisdokter' voor particulieren, een 'huisdokter' voor bedrijven en 'spe cialisten' in huis om op terug te vallen.' Zijn visie voor de komende jaren geeft hij ons in een duidelijk schemaatje mee: COMMERCIËLE ORGANISATIE COMMERCIËLE ONTWIKKELING ACCOUNT MANAGERS KANTOREN BANKZAKEN PARTICULIERE MARKT BEDRIJVEN MARKT SPECIALISME VERKOOP VERANTWOORDELIJKHEID PRODUCT VERANTWOORDELIJK HEID

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 27