gewijzigd, maar dat moest volgens de groep toch al
gebeuren in het belang van de landbouw zelf. Er wordt
dan aangeknoopt bij het verzet dat ook wel in land-
bouwkringen is waar te nemen tegen een voortgaande
schaalvergroting en modernisering van landbouwbe
drijven. Ook de overschotten van landbouwprodukten
worden ten tonele gevoerd als bewijs dat het eigenlijk
veel kalmer aan zou moeten met de ontwikkeling van
de landbouw. Het inkomensprobleem moet dan via di
recte toeslagen dus door de belastingbetaler worden
opgelost.
Door afremming van de schaalvergroting en moderni
sering zal ook de werkgelegenheid in de landbouw
worden behouden; dat argument wordt in het rapport
in deze tijd van werkloosheid nog eens goed onder
streept.
Werkgelegenheid
Naarmate de Leidse groep zich in details van de land
bouwkundige ontwikkeling begeeft, konden tegenstrij
digheden kennelijk niet worden voorkomen. Zo wordt
gesteld dat de glastuinbouw en de intensieve veehou
derij vanwege de besparing op energie en grondstoffen
teruggedrongen zouden moeten worden en de akker
bouw moet worden bevorderd. Hiermede wordt echter
de werkgelegenheid niet gediend. Zou de Nederlandse
landbouw de beschikbare grond voor akkerbouw ge
bruiken, dan zouden er 50 000 arbeidsplaatsen minder
zijn, ongerekend degenen die bij de toelevering en af
zet zijn betrokken. Het kan overigens toch niet, want
niet alle grond is geschikt voor akkerbouw.
In het rapport wordt ook de vraag gesteld hoe de z.g.
beheersvergoedingen te rijmen zijn met het beginsel
van 'de vervuiler betaalt'. Volgens dit beginsel moet ie
der bedrijf dat het milieu schaadt, daarvoor betalen. Bij
de beheersvergoedingen daarentegen, waarmede nu
op experimentele basis een begin zal worden gemaakt,
krijgt een landbouwbedrijf een vergoeding voor het feit
dat hij het milieu niet aantast.
Dit laatste is te verklaren met de constatering dat het
landbouwgebied niet alleen wordt gezien als een
woon- en recreatiegebied maar ook als het eeuwenlan
ge werkgebied van de landbouw. Voor de werkfunctie
van de landbouw blijkt bij 'de anderen' niet steeds vol
ledig begrip te bestaan, om het maar zacht uit te druk
ken.
Overigens zal ook de landbouw zelf het werkklimaat zo
goed als mogelijk willen houden, maar daarvoor is een
goed economisch klimaat onontbeerlijk.
Dagenlang al zat de ideeënman te piekeren en te pein
zen over de nieuwe premium, die alles wat er ooit door
anderen was bedacht voorgoed in de schaduw zou
stellen. Een premium dat een stormloop op de banken
zou veroorzaken en de spaarstroom zou doen aanzwel
len tot een geweldige onvergetelijke banjir. Hij keek
nog eens wat aanbiedingen door. Half automatische
kinderfietsjes, broodroosters met een speelwerkje, een
fleurig verpakt zaadje van de broodboom. Te duur, of te
ingewikkeld en bij dat zaadje duurt het veertien maan
den voor er iets boven de grond komt.
Verstrooid rommelde hij wat tussen de tijdschriften op
zijn bureau. Buiten bleef het rode stiltelampje fel bran
den. Terwijl hij met zijn ene hand de zesenveertigste si
garet van die dag opstak, bladerde hij met de andere
het decembernummer van dit blad door. Aardig, een
foto bij een verslagje over de spaarweek. In de hal van
een aangesloten bank stonden vijf biggen in een hokje.
Een heel vernuftig idee om de aandacht te trekken.
Maar wel stank en lawaai.
Biggen, varkens. Zou eigenlijk wel wat zijn, spaarvar
kens uitdelen. Hij verwierp het alweer voordat het
goed en wel uit zijn gemoed omhoog geborreld was.
Wie geeft er vandaag de dag nog spaarvarkens. Dat is
hoogstens een hobby voor verzamelaars. Nee, je moest
meegaan met je tijd, zoals onlangs die bank met haar
zakrekencomputertjes en dat bedrijf met die leuke radi
ootjes. Radiootjes, varkens. Dat was het natuurlijk,
dat-ie daar niet eerder op was gekomen. Combineren
moest je. Inspelen op de hang naar vroeger, naar rus
tiek en bruin, naar nostalgisch en kleinschalig, naar de
herinnering aan de eerste spaarpot met de kwartjes en
guldens van opa en opoe. Maar tegelijkertijd, whaaam,
keihard aansluiten bij de allerlaatste trends en er dus
een stuk technische vooruitgang bij leveren, elektroni
ca, geluid, lawaai, dynamiek, leven. Een spaarvarken
met een radio, dat zou het helemaal worden.
Enthousiast knorrend wierp hij zich op zijn blocnoot
Zo zou het best begonnen kunnen zijn. Op die publici-
teitsboot had ik dat destijds niet zo in de gaten en
trouw heb ik meegedaan aan het schatten van mijn
persoonlijke behoefte aan muzikale zeugen.
Toen leken ze nog zo ver weg, maar nu ze keurig in de
hal liggen opgestapeld, is het anders geworden. Er
staat er één op mijn bureau en gluurt wat kwaadaardig
naar me. Ik draai een knop om en ijle viooltonen komen
op om bijna direct weer weg te sterven. Een mevrouw
met een zoele stem vertelt dat ik heb geluisterd naar
het adagio uit het vioolconcert in A grote terts van
Wolfgang Amadeus Mozart, Köchels Verzeichnis twee
honderd negentien. Op dat moment hebben de meisjes
op het kantoor hiernaast ook de aan/uitknop gevonden
en proberen gelijktijdig af te stemmen op de Top Zo-
veul.
Hallo, hallo, er zijn weer rustige tijden op komst voor
deze arme directeur met zijn muzikale varkenskot. Het
lawaai buiten mijn deur neemt toe, want de dames
hebben uitgevonden dat het ook leuk kan zijn verschil
lende zenders tegelijk te proberen. De radio-oorlog is
bij mij uitgebroken. Ik besluit om mijn gezag maar eens
te doen gelden en begeef me naar de deur.
Op de zoveelste etage van een hoog gebouw zit in de
serene stilte van zijn kantoor de ideeënman te piekeren
en te peinzen. Buiten zijn deur flikkert het rode lampje.
Stilte alstublieft!
Cas Sier