wob
en temperament. Daar mogen niet te
rende afspraken gemaakt, afgemeten
naar het nationaal belang.
En toch is het voor ons een belangrijk
gebeuren.
Enerzijds omdat de gemaakte (materië
le) afspraken, die formeel slechts voor
de centrale bank gelden, door de cen
trale bank in het algemeen ook worden
geadviseerd aan de aangesloten ban
ken, maar anderzijds - en dat is ons in
ziens veel belangrijker - omdat aan de
onderhandelingstafel een toetssteen ligt
voor de richting waarin maatschappe
lijke ontwikkelingen kunnen gaan. De
vakbonden vragen de werkgevers het te
voeren sociaal beleid in hoofdlijnen dui
delijk aan te geven en nader uit te wer
ken. Rechtszekerheid voor en persoon
lijke ontplooiingsmogelijkheden van de
personeelsleden spelen hierbij een be
langrijke rol. En natuurlijk wordt nadruk
kelijk aandacht gevraagd voor de (ont
wikkeling van de) werkgelegenheid. Dat
bij het recente CAO-overleg de afspraak
gemaakt is om periodiek, zowel in een
vaste commissie voor de gehele be
drijfstak als per onderneming in een te
vormen z.g. kerncommissie, beraad te
plegen over de werkgelegenheidsont
wikkeling, heeft onze instemming.
Daarnaast denken wij binnen onze Ra-
bobankorganisatie vanzelfsprekend ook
zelfstandig over deze ontwikkelingen.
Prof. dr. N. H. Douben wees onlangs in
ons blad nog op de noodzaak om in de
naaste toekomst de bedrijfsdemocratie
in de coöperatieve organisatie dichterbij
de verenigingsdemocratie te brengen.
En in ons vorige nummer gaf mr. F. H.
Brust in zijn artikel 'Van medewerkers
naar bedrijfsgenoten' wegen aan die
deze bedrijfsdemocratie wellicht een
stevige formele basis kunnen gaan ge
ven binnen onze gecompliceerde
coöperatieve Rabobankorganisatie. Het
eigen denken over sociaal beleid ge
toetst aan wat ter tafel komt in soms
zeer uitvoerige gedachtenwisselingen,
ook rond de onderhandelingstafel in
verschillende commissies verrijkt het in
zicht en sluit het risico uit van denken
vanuit een te geïsoleerde positie: ook
dat is maatschappelijke verantwoorde
lijkheid.
Met het ontluiken van de lente plegen
ook de jaarverslagen in bloei te schie
ten. Letterlijk, want hoe droog of som
ber de beschouwingen ook mogen zijn -
en hoe dor ook de cijferreeksen de il
lustraties worden met het jaar kleuriger.
De bankverslagen voorop. De meeste
grote financiële instellingen hebben hun
prentenboek 1977 nu het licht doen
zien. En als we de zakelijke inhoud daar
van op hoofdpunten vergelijken mogen
we bescheiden vaststellen dat de Rabo
bank haar bedrijvigheid het vorig jaar
aanmerkelijk heeft kunnen uitbreiden,
óók gemeten aan de groei van concur
rerende banken. De Rabobank heeft de
actieradius van haar financiële dienst
verlening fraai verruimd. Te meer stemt
dat tot voldoening omdat deze groei, de
krachtigste sinds veie jaren, misschien
zelfs een record, werd verwezenlijkt on
der een regiem van directe kredietbe
perking.
Intussen is 1978 alweer enkele maan
den oud. Het lijkt erop dat de groei on
verminderd doorgaat. Maar we leven
snel en de omstandigheden zijn inmid
dels ingrijpend gewijzigd. Nieuwe
spaargelddefinitie, nieuwe omschrijving
van 'neutrale doorgeef passiva', nieuw
systeem van kredietbeperking, dus ook
nieuwe interne regels voor de aangeslo
ten banken. En nu maar afwachten hoe
het verder gaat, zou men geneigd zijn te
zeggen. Ik ben bang dat ons die tijd niet
zal zijn gegund. Rustig achteroverleu
nen is een houding, waarin de bankman
zijn werk vroeger nog we/eens kon ver
richten - maar dat tijdperk is al enige
tijd passé. De wijze waarop De Neder-
landsche Bank de nieuwe kredietbeper-
kingsnormen heeft bepaald, wettigt de
verwachting dat de groei van de uitzet
tingen voor het overgrote deel zal moe
ten worden gevonden in de aanwas van
de zogenaamde neutrale doorgeefpassi-
va, lees: spaargelden en langere deposi
to's. En omdat alle banken in ons land
zowat in datzelfde schuitje zitten, zullen
zij elkaar nog wel tegenkomen: met z'n
allen op visite bij spaarders en deposan
ten bij voorkeur van de concurrent-
bank) om te zien of daar nog niet iets
extra's valt te halen. Kortom: oppassen
en wegwezen.
ONZE DEELNAME IN BRUNS,
TEN BRINK CO.
In ons januarinummer was 'Verzeke
ringen' reeds in het nieuws omdat in
1977 voor meer dan 500 miljoen gulden
aan verzekeringspremies werd omgezet
door de Rabobankorganisatie.
De zetduivel maakte er in het kopje wel
iswaar een half miljoen van, maar het
was werkelijk een mijlpaal van een half
miljard.
Ondertussen kwam de afgelopen
Het volgen van onze balansontwikkeling
zal nóg meer dan vorig jaar gaan lijken
op het volgen van een tafeltenniswed
strijd: in snel tempo beurtelings kijken
naar rechts en naar links, credit en de
bet.
Aan spanning zal het niet ontbreken; de
vaart moet erin blijven. Maar vaart ver
eist scherp sturen. En scherp sturen ver
eist een goed inzicht op de weg en een
wagen met betrouwbaar en gediscipli
neerd weggedrag. Twee voorwaarden
die ook van toepassing zijn, wil de orga
nisatie bij het nieuwe stelsel van kre
dietbeperking haar vaart behouden of
zelfs nog wat opvoeren. Ik bedoel daar
mee dat we op elke aangesloten bank
moeten aankunnen als het gaat om haar
inspanningen aan de creditzijde van de
balans, maar óók wanneer het aankomt
op een verstandig uitzettingenbeleid
met een zuiver gevoel voor de grenzen
waaraan we nu eenmaal met elkaar zijn
gebonden. De grote wagen van onze
organisatie wordt getrokken door zo'n
dikke duizend paarden, van allerlei ras
veel kwaaie tussen zitten, of de kar zal
moeilijk zijn te houden. En stuurman-
schap is nodig.
Wees er intussen van overtuigd dat de
opzet blijft gericht op een zo krachtig
mogelijke groei. Het jaar 1977 heeft bij
uitstek bewezen dat we heel wat weten
te verzetten, in goed samenspel. Zo
konden we in ademnood terugvallen op
de Rabohypotheekbank, die op haar
beurt alle zeilen bijzette. Dat doet ze
nog steeds en ze zal zeil maken wat ze
kan. De nieuwe regels stellen de aange
sloten banken in staat nu zelf hun groei
meer rechtstreeks te organiseren door
het bevorderen van de geschikte midde-
lenaanwas. Ook daarbij is stuurkunst
vereist. Want alle groei vindt zijn beper
king, vroeg of laat, in de aanwezigheid
van voldoende reserves. En het is beter
die, al groeiende, op te bouwen. Dat be
tekent voor de balansverhoudingen:
geen te grote brokken of te zware kost.
Evenwichtige voeding houdt het kind
gezond.
De lente mag dan zijn aangebroken, de
tijden zijn er niet eenvoudiger op gewor
den. Maar dat is geen nieuw geluid. Eén
troost: tegen de verdrukking in zijn we
op ons best. Dat is de coöperatie eigen.
Klarenbeek