f7 wat ons bezighoudt^! wob AFLOSSING EN BOETE Boetebepalingen zijn nooit sympathiek, maar ze wekken vooral weerstand als de boetes onredelijk hoog zijn of als er geen redelijk motief achter zo'n bepa ling te ontdekken valt. In dit opzicht is er, zoals uit een recente publikatie van de Vereniging Eigen Huis blijkt, tegen onze Hypotheekvoorwaar- den geen enkel bezwaar in te brengen. Het verwondert ons echter niet, dat de conclusie die in deze publikatie getrok ken wordt uit een vergelijkend onder zoek van de boetebedingen die een groot aantal financiële instellingen (ban ken en anderen) bij hypothecaire wo ningfinanciering plegen te maken, in de pers de aandacht heeft getrokken. Er komen in geval de eigen woningbezitter tot gehele of gedeeltelijke aflossing wil overgaan boetebedingen voor, die een exorbitante last op de geldnemer leggen en die een redelijke grondslag blijken te missen. De Vereniging Eigen Huis komt dan ook tot de algemene conclusie, dat het de hoogste tijd wordt, dat de hypo- theekverstrekkende instellingen hun boetebepalingen eens verbeteren. Een hypothecair gefinancierde eigen wo ningbezitter, die zijn schuldenlast door extra aflossing wil verminderen, moet daarbij niet onnodig door een, soms zeer forse, boete bij worden belemmerd. Vooral bij verhuizing moet het sluiten- van een hypotheek op de nieuwe wo ning gelijktijdig de oude hypotheek op de bestaande woning kunnen worden afgelost. Zonder boete, want anders wordt de verhuizer zoals de praktijk uit wijst, maar al te vaak voor een zeer on aangename verrassing geplaatst. In onze kring zijn dergelijke boetebepa lingen onbekend. Vanouds is ons uit gangspunt geweest, dat onze banken bij de financiering de cliënt willen helpen, op een bancair verantwoorde, zakelijke wijze. De woningbezitter— evenals trou wens welke kredietnemer ook - kan versterkt aflossen wanneer en zoveel hij wil; hij wordt daarvoor niet met een boete bestraft. Zo staat het in de hypo- theekvoorwaarden, waaronder onze banken op de gebruikelijke wijze tegen variabele rente hun hypotheken ver strekken. Binnen de Rabobankorganisatie doet zich bij hypothecaire fianciering eigen lijk maar één echt boetegeval voor, na melijk indien de geldende rente ten tijde van de extra aflossing lager is dan de rente die in de hypotheekakte voor vijf jaar is overeengekomen. Dit is het sy steem dat met name de Rabohypo- theekbank toepast. De boete is dan ge lijk aan het verschil in rente over het vervroegd afgeloste bedrag gedurende het resterende gedeelte van de vijfjarige periode waarvoor de oorspronkelijke rente is overeengekomen. Voor de cliënt zijn er bovendien enkele zeer belangrijke uitzonderingen op dit boetebeding. Met name deze, dat bij verhuizing (bedrijfsbeëindiging) nimmer boete is verschuldigd. Ook mag per jaar in ieder geval boetevrij een extra aflos sing van maximaal 5 van de oor spronkelijke hoofdsom plaatsvinden, terwijl extra aflossing met een verzeke ringsuitkering bij overlijden van de debi teur of diens echtgenoot ook altijd hele maal vrij is. Verhuizing levert dus nooit boeteproble men op, maar ook het ene eigenlijke boetegeval is alleszins redelijk. De Ver eniging Eigen Huis acht het rechtvaar dig, dat er beperkingen aan de aflossin gen worden gesteld als de dagrente la ger is dan de voor een bepaalde termijn overeengekomen rente. Zij ergert zich er echter o.i. terecht aan, dat sommige financiers ook boete heffen, wanneer de dagrente hoger is. Onder die omstan digheid mist een boete inderdaad iedere redelijke zin. Mocht zich al een eigenlijk boetegeval voordoen - en in onze praktijk geschiedt dat alleen bij herfinanciering elders te gen een lagere rente zonder dat van ver huizing e.d. sprake is - dan wordt de boete naar een objectieve redelijke maat bepaald, die in overeenstemming is met hetgeen partijen bij hun oor spronkelijke afspraak voor ogen stond, en die hun belangen niet scheeftrekt. GROEI EN BEPERKING Banken hebben net als andere bedrijven hun zorgen. Eén daarvan is in deze tijd de rem, die zij op de groei van de kre dietverlening moeten aanleggen om te voorkomen dat zij de door De Neder- landsche Bank gestelde norm over schrijden. Op deze norm zelf is weinig af te dingen: zij is een instrument om de inflatie verder terug te dringen. Het is zeer verheugend dat in dit opzicht in ruim een jaar tijd grote vorderingen zijn gemaakt en dat we thans met een zeker optimisme mogen verwachten, dat het spookachtige van de inflatie langzamer hand verdwijnt. Ondertussen heeft het gezamenlijke Ne derlandse bankwezen in januari de ge stelde groeinorm overschreden, ook onze organisatie. Het is dus zaak er voor te zorgen, dat de rem in de gaten ge houden wordt. Dit is iets wat een bank, en zeker onze organisatie van nature niet graag doet. Wij zijn er immers voor om onze cliënten, vooral onze bedrijfs- cliënten, aan kredieten te helpen. Het is dan ook begrijpelijk dat wij, ook vorig jaar reeds, tot de uiterste grens gegaan zijn en dat deze nu reeds licht over schreden is. De nieuwe regeling van de kredietbeheersing per 1 april schept evenals bij vroegere regelingen het ge val was, weer de mogelijkheid om onder andere de aanwas van de eigenlijke spaargelden (en particuliere termijnde posito's) voor kredietverlening aan te wenden. Dat neemt niet weg, dat er onvermin derd voor gewaakt moet worden dat de omvang van de kredietverlening niet uit de hand zal lopen. Wij zullen bij het ver strekken van kredieten selectief te werk moeten blijven gaan. Een actief beleid bij het aantrekken van spaargelden en particuliere deposito's zal echter de no dige ruimte kunnen scheppen, waardoor de kredietbeperking minder klemmend kan worden gevoeld. Kort gezegd, de werving van middelen verdient in de ko mende tijd alle aandacht. De vooruit zichten daarbij zijn ook beslist niet on gunstig. Juist het feit dat de inflatie op zijn retour is, zal de belangstelling voor het sparen aanwakkeren. Goed geld, dat nu opzij gelegd wordt, krijgt weer het voor een groot deel door de inflatie ver loren aureool van: goed geld voor later! CAO Over de CAO voor het Bankbedrijf 1978 is inmiddels een akkoord bereikt. De kranten berichtten hierover met slechts kleine kopjes: het was niet het eerste akkoord van het jaar, er braken geen conflicten uit, er werden geen opzienba-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 4