uit onze historie 'hoofdschotel' staan of het noodzakelijk was een Crisisfonds te stichten, dat zou gevormd worden door alle banken die een gulden per f 1 000,- van de ver strekte gelden voor de tijd van vijf jaar zouden storten, waar de Centrale Bank dan ook nog f60 000,- bij zou doen. Raiffeisen zou niet erg verheugd zijn ge weest om te horen dat 'Banken welke hun zaken juist en voorzichtig behande len zullen hiervoor weinig gevoelen, maar het is meer voor banken welke dienaangaande lichtere opvattingen hebben'. Doch mijnheer Visser-inspec teur van de Centrale Bank (later direc teur-hoofdinspecteur) brak voor het voorstel een lans. Men moest elkaar steunen om de soliditeit van de organi satie te handhaven, wanneer dat onver hoopt nodig zou zijn. Daarmee zou Raif feisen het zeer zeker eens zijn geweest. Werd het geen tijd om aan kassier een telefoonaansluiting te geven? Deze functionaris vond dat wel een heel goed idee 'maar meend dat er door hem te weinig gebruik van gemaakt zal worden en het dan wel wat kostbaar is'. Terugblikker verwondert zich erover dat secretaris mededeelde dat het nabestel de graszaad bij hem aanwezig is en het bestuur verzoekt hem dit te willen men gen. Hij verwondert zich er niet over dat de Centrale Bank waarschuwt dat ces sies van vorderingen op toekomstige bloembollenoogst niet van kracht zijn. Dat zal wel door juristen zijn uitgeplo zen. Evenmin is het verwonderlijk dat een ter vergadering uitgenodigde 'moei lijke betaler' verstek liet gaan wegens lekkasie aan de band van zijn rijwiel. Wij zijn nu aangeland in het midden van de grote crisis. In december 1934 deelt secretaris mede 'alsdat er geruchte gaan dat de mogelijkheid bestaat dat de Firma's (bloembollenkopers?) met Kerstmis niet of voor een gedeelte zul len uitbetalen. Hierdoor zouden wel eens aanvragen om uitstel kunnen ko men, maar stelt voor hier zooveel moge lijk aan tegemoet te komen indien door aanvrager een bewijsstuk onderteekend door de Firmant wordt overgelecht Hoofdprijs? Schuld aflossen! Dit wijst waarschijnlijk op de plaatse lijke gewoonte om eenmaal per jaar vor deringen en schulden te vereffenen. Het bestuur was natuurlijk van die gewoon te op de hoogte. Een voordeel van onze organisatie was immers dat bestuurders hun leden persoonlijk kenden? Dat blijkt daaruit dat een borg van een niet-aflos- send lid, die de hoofdprijs had gewon nen van de Harddraverijvereniging werd aangeschreven om nu maar een deel van de openstaande post te vereffenen. Zo gewonnen, zo geronnen! De bank heeft enkele onroerende goe deren moeten overnemen en ook dat vroeg aandacht en inspanning van de bestuurders. Zo is door dr. Schey een onderzoek ingesteld naar de watervoor ziening aan De Plaats. Hij raadde het bestuur aan om nogmaals een onder- zoek te laten doen naar de kwaliteit van het water in de 'gasbron'. Inmiddels heeft de huurder het vee te drinken ge geven uit de pomp aan de koegang en nu is het water weer helder. Het gas zal wel niet erg kostbaar zijn geweest. Dat kwam hier en daar zo maar uit de bodem. Wel moest de 'brongasinstalleur' betaald worden voor het repareren van ketels. Wat het beheer van onroerende goede- ren allemaal voor zorgen meebracht blijkt uit een exploitatierekening waarop voorkomen: Huur van enkele huizen, no ta's voor reparaties en voorzieningen, grondonderzoek, ploegloon, egloon, ar beidslonen, graszaad, polder- en water- schapslasten, assurantie, aanleg electri- citeit, aankoop van een emmer. Uit notulen van bestuur en raad van toezicht blijkt nog duidelijker dan uit de notulen van algemene vergaderingen met welke moeilijkheden bestuurders te doen kunnen krijgen en met hoeveel voorzichtigheid, wijsheid en welwillend heid beslissingen moeten worden geno- j men; hoeveel tact soms vereist wordt wanneer persoonlijke en zakelijke be langen tegen elkaar moeten worden af gewogen. U zult het met ons eens zijn dat deze stille werkers zeker aanspraak mogen maken op aller respect. Zij ver- j dienen dat. Alle narigheden van de crisis en de tweede wereldoorlog werden glansrijk overwonnen en aldus kon de bank in 1966 en wel van 21 tot en met 25 fe bruari na zorgvuldige en zeer uitvoerige voorbereiding het gouden jubileum vie ren. Mede-oprichter, oud-schoolhoofd J. W. Slofstra kon helaas niet komen, maar feliciteerde zeer van harte óók de kas sier J. de Hart: 'die op zo n uitstekende wijze die functie vervult. En dat doet me des te meer genoegen omdat hij een oud-leerling van mij is die 2 of 3 jaren bij mij in de klas heeft gezeten en aan wien ik de aangenaamste herinnering bewaar'. Beter getuigschrift kon De Hart niet óverleggen! Er was een sympathiek cabaretgezel schapje en ook de kinderen werden niet vergeten. In de schoolkrant 'Van Zessen Klaar' versloeg een aankomend journa list Het Feest van de Boerenleenbank als volgt: 'Eerst kwam er er een jongleur die Oom Hans heette. Hij deed twee stangen in elkaar en zette er ook nog een schaaltje eieren op. Hij deed dat op één vinger en liep toen het toneel rond, maar ze zaten met touwtjes aan elkaar vast. Toen moesten Floris de Vijfde en Mariska Veenstra fietsen op een drie- wielertje. Mariska won van Floris Veel méér kan een bestuur toch niet doen om van de schooljeugd geestdrif tige bankklanten te maken. Tb

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 40